16 - Depressie Flashcards

1
Q

Juist of fout?

Oudere vrouwen hebben meer last van depressie dan oudere mannen.

A

Fout, prevalentie is gelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de gevolgen van een depressie?

A
  • Meer risico op sterfte en invaliditeit
  • Meer kans op suïcidale ideaties
  • Meer risico op cognitief verval en verhoogd risico op dementie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn risicofactoren voor het ontwikkelen van een depressie?

A
  • Vrouwelijk geslacht
  • Eerdere depressie
  • Verlieservaringen, gebrek of verlies van sociale contacten
  • Lichamelijke ziekten
  • Cognitieve stoornissen
  • Functionele beperkingen, frailty
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Depressie heeft een heel aantal symptomen gemeenschappelijk met dementie. Welke zaken zullen eerder pleiten voor een depressie?

A
  • Voorafgaand depressief lijden, familiale belasting
  • Plots ontstaan, snelle progressie
  • Uitlokkende factoren aanwezig
  • Patiënt kan chronologie omschrijven
  • Uitgesproken lijdensdruk en globale psychomotore vertraging
  • Emotionele expressie in overeenstemming met innerlijke bezorgheid
  • Patiënt uit zelf de klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bespreek de medicamenteuze behandeling van depressie.

A

Het wordt niet routinematig voorgeschreven bij patiënten met een milde of matige depressie. Bij ouderen wordt vooral gekozen voor een SSRI type sertraline, rekening houdende met de comorbiditeiten en bijwerkingen. Bij voorkeur wordt gestart emt een verlaagde dosis en dan wacht men 6-8 weken vooraleer men het effect kan beoordelen. Er wordt na remissie tot 6-12 maanden nabehandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly