1B1 week 4 Ontstaan atherosclerose Flashcards

1
Q

Uit welke drie stadia bestaat de atherogenese?

A
  • Fatty streak (intracellulaire lipiden)
  • Fibreuze plaque (lipid core met collageen rijk bindweefsel)
  • Gecompliceerde laesie (ontsteking die lijdt tot dunne fibreuze kap)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een atherogeen plasma lipoproteïnen profiel?

A

Veel VLDL en LDL, weinig HDL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke plekken zijn het meest vatbaar voor atherosclerose?

A

Plekken rond de ostia van grote arterietakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt cholesterol in de bloedbaan getransporteerd?

A

In de vorm van cholesterol esters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat een lipoproteïne?

A
  • Kern met cholesterolesters en triglyceriden

- Mantel met vrije cholesterol en fosfolipiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat vervoert cholesterol uit het voedsel naar de lever?

A

Chylomicronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doen VLDL, IDL, LDL en HDL?

A
  • VLDL: vervoer cholesterol uit lever naar spier en vetweefsel
  • IDL: ontstaat uit VLDL
  • LDL: ontstaat uit IDL, vervoer cholesterol naar weefsel en bloedvaten
  • HDL: neemt cholesterol op uit weefsel en bloedvaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ontstaan schuimcellen?

A
  1. LDL komt in subendotheliale ruimt en bindt aan proteoglycanen
  2. ApoB van LDL wordt geoxideerd, waardoor het niet meer herkend wordt door LDL receptor
  3. Macrofagen nemen het geoxideerde LDL op
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er na het vormen van schuimcellen?

A
  1. Schuimcellen sterven af en cholesterol komt extracellulair terecht
  2. Er ontstaan cholesterol kristallen
  3. Proliferatie gladde spiercellen
  4. Formatie extracellulaire matrix
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn schuimcellen?

A

Cellen die volgeladen zijn met membraan-omgeven vacuoles bestaande uit cholesterylesters (spiercellen of macrofagen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk plasma enzym katalyseert verestering van cholesterol?

A

LCAT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een ander woord voor instabiele plaque?

A

Culprit lesion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doet ezetimibe?

A

Zorgt voor cholesterolhonger in lever, door cholesterol resorptie van lever te remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet statine

A

Zorgt voor cholesterolhonger in lever, door cholesterol aanmaak in hepatocyt te remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly