1B1 week 2 HC 7 & 8 Intelligentie en medische geschiedenis Flashcards

1
Q

Hoe keek Spearman naar intelligentie?

A

Statistische benadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe keek Sternberg naar intelligentie?

A

Analytische, creatieve en praktische intelligentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe keek Goleman naar intelligentie?

A

Emotionele intelligentie (zelfbeheersing, geestdrift, doorzettingsvermogen, sociale vaardigheden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe keek Gardner naar intelligentie?

A

Multipele intelligenties (linguistische, muzikale, spatiele)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar wordt gekeken naar andere vormen van intelligentie dan academische intelligentie?

A

In assessments

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat ontwikkelde Binet?

A

Test die onderscheid maakt tussen domme en luie kinderen, ten opzichte van oudere kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt tegenwoordig gebruikt?

A

Deviatie-IQ: ten opzichte van dezelfde leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke typen intelligentie zijn er?

A

Verbale en performale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waaruit bestaat ontwikkeling van IQ?

A

Nature en nurture

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat meet de hersenactiviteit?

A

fMRI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke typen emotionele intelligentie zijn er?

A

Interpersoonlijk en intrapersoonlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zei le fanu?

A

Technology is double edged

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat staat er in de Jewson-these?

A

Dissapearance of the sick man from medical cosmologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat stond er voor 1800 centraal?

A

Bedside medicine: verhaal van patient

-sick man = person

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat stond er 1800-1850 centraal?

A

Hospital medicine: lichamelijk onderzoek

-sick man = case

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat stond er 1850-1900 centraal?

A

Laboratory medicine: aanvullende diagnostiek

-sick man = cell complex

17
Q

Wat stond er 20e eeuw centraal?

A

Surveillance medicine: risicoprofielen

-sick man = risk assemblage

18
Q

Wat stond er 21e eeuw centraal?

A

Informational medicine: P4 (predictive, preventive, personalized, participatory)
- sick man = expert patient

19
Q

Wat is het gevolg van technologieën?

A
  • Objectivering,
  • Verandering opvatting ziekte/gezondheid
  • Verandering verhouding arts en patiënt
20
Q

Wat zei Reiser?

A

Dialogue tussen dokter en patiënt kunnen we niet medicaliseren

21
Q

Welke technologische ontwikkelingen waren er in de 19e eeuw?

A
  • Auditief
  • Visueel
  • Numeriek
  • Chemisch