1B1 week 2 Agonisten en antagonisten Flashcards
Wat is atropine? !
Muscarine receptor antagonist (remt parasympathicus)
Wat is fysostigmine?
Cholinesterase remmer
Wat is fenylephrine?
a receptor agonist
Wat is fentolamine?
a receptor antagonist
Wat is isoprenaline? !
b receptor agonist
Wat is propranolol? !
b receptor antagonist
Wat doet triethylcholine?
Doet zich voor als choline, waardoor geen acetylcholine gevormd kan worden
Wat doet hemicholinium?
Remt opname choline
Wat doet tetrodotoxine?
Remt Na+, waardoor geen depolarisatie optreedt
Wat doet botulinetoxine?
Remt acetylcholine afgifte
- Spasmes
Wat is neostigmine? !
Cholinesterase remmer
Wat is carbachol?
Muscarine receptor agonist
Wat is pilocarpine?
Muscarine receptor agonist
-miose
Wat doet reserpine?
Remt NA-afgifte
Wat doet guanethidine?
Zorgt dat NA-blaasjes niet versmelten
Wat doen cocaine en antidepressiva?
Remmen NA re-uptake
Wat is clonidine?
a2 agonist
Wat is doputamine? !
b1 agonist
Wat is salbutamol? !
b2 agonist
Wat is phenoxybenzamine?
a receptor antagonist
Wat zijn prazosine en doxazosine?
a1 antagonisten
Wat is yohimbine? !
a2 antagonist
Wat is pindolol?
b antagonist
Wat zijn labetalol en carvedilol?
a1 en b antagonisten
Wat zijn atenolol en metoprolol?
b1 antagonisten
Wat doet hexamethonium? !
Remt nicotine receptoren