19/ Hypothalamus Flashcards

1
Q

Algemene kenmerken van de hypothalamus - Voor- en ligging

A

,”Vormt zijwanden en vloer van het derde ventrikel. Bilaterale, gepaarde structuur. Klein formaat (ongeveer 4 gram).”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Algemene kenmerken van de hypothalamus - Functies

A

,”Homeostase: Regulering van lichaamstemperatuur en bloedcirculatie. Overleving: Controle over voedsel- en wateropname, slaap-waakcyclus, seksueel gedrag, en verdediging.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Algemene kenmerken van de hypothalamus - Grenzen

A

,Vooraan: Lamina terminalis. Achteraan: Tegmentum van het mesencephalon. Mediane kant: 3e ventrikel. Laterale kant: Capsula interna.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Indeling en coronal verdeling - Hypothalamus onderverdeling

A

,1. Anterieur deel: Supra-optische streek. 2. Middelste deel: Tuberale deel. 3. Achterste deel: Mammillaire deel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Indeling en coronal verdeling - Nuclei-coronale verdeling

A

,”Periventriculaire nuclei: Neuro-endocriene functie. Mediane nuclei: Thermoregulatie, osmoregulatie, stressrespons. Laterale nuclei: Slaap-waakcyclus, arousal, eet- en drinkgedrag.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Relatie met hypofyse

A

,Periventriculaire nuclei: Cruciaal voor hypofysecontrole. Vooraan (adenohypofyse): Bevloeiing via arteria hypofysea superior → capillair bed → portale venen. Achter (neurohypofyse): Rechtstreeks via axonen van nuclei zoals nucleus supra-opticus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Relatie met hypofyse - Belangrijke hormonen en mechanismen

A

,Peptiden: Zoals ADH en oxytocine. Neurohypofyse: Koppeling via hypothalamohypofysaire tractus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Belangrijke hormonen en functies - ADH (Antidiuretisch hormoon)

A

,Stimuleert wateropname in de nieren. Regulatie: Osmotische druk en volume veranderingen. Gevolgen bij tekort: Diabetes insipidus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Belangrijke hormonen en functies - Oxytocine

A

,Zorgt voor melkafgifte (neurohumorale reflex). Stimulans bij baarmoedercontracties tijdens de bevalling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Regulatie van autonome functies - Anterieure hypothalamus (parasympathisch)

A

,”Bradycardie, pupilconstrictie, salivatie, peristaltiek.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Regulatie van autonome functies - Posterieure hypothalamus (orthosympathisch)

A

,”Tachycardie, pupildilatatie, intestinale stase.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Regulatie van autonome functies - Temperatuurregulatie

A

,”Preoptische nucleus: Detecteert koude, reguleert thermogenese.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Specifieke gedragspatronen - Eten en drinken

A

,Feeding center (laterale hypothalamus). Verzadigingscentrum (ventromediale hypothalamus). Arcuate nucleus: Verbinding tussen honger- en verzadigingscentra.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Specifieke gedragspatronen - Circadiaan ritme

A

,”Nucleus suprachiasmaticus: Circadiaanse pacemaker, beïnvloedt melatonine-afgifte.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Specifieke gedragspatronen - Woede en angst

A

,”Laterale en ventromediale nuclei, gedrag afhankelijk van voedingsstatus.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Stressrespons

A

,Fysiologische stress via HPA-as (hypothalamus-pituitary-adrenal axis): CRH → ACTH → Cortisol. Negatieve feedback door cortisol kan falen bij majeure depressie.

17
Q

Extra details over de hypothalamus - Sexueel gedrag

A

,”INAH3: In preoptische nucleus, betrokken bij seksuele differentiatie. Dubbel zo groot bij mannen als bij vrouwen.”

18
Q

Extra details over de hypothalamus - Geheugen

A

,Nauwe verbinding met het limbisch systeem.