1 Flashcards
Wat is de functie van de hersen vliezen?
A het beschermen van de hersenen en het ruggenmerg
B het verzorgen van voedingsstoffen aan de hersenen
C het reguleren van de lichaamstemperatuur
D het verwijderen van afvalstoffen uit de hersenen
A
Welke van volgende termen beschrijft de groeven op het oppervlak van de hersenen?
A sulci
B gyri
C nervi
D lobben
A
Welke van volgende structuren is verantwoordelijk voor het verbinden van de hersenhelften?
A capsula interna
B hippocampus
C corpus callosum
D pons
C
Welke van volgende termen beschrijft de witte stof in de hersenen die zorgt voor communicatie tussen verschillende hersengebieden?
A associatievezels
B commissurale vezels
C grijze stof
D witte stof
E zenuwcellen
A
Wat is de functie van de basale ganglia?
A het reguleren van beweging
B het reguleren van de lichaamstemperatuur
C het reguleren van de hormoonproductie
D emoties
E reguleren bloeddruk
A
Welke van volgende structuren is betrokken bij regulatie van slaap en waakzaamheid
A thalamus
B hypothalamus
C corpus callosum
D amygdala
E cerebellum
B
Structuur groen op coupe 9 okt?
Corpus callosum (voorste stuk)
Welke structuur 9 okt — 2 in het groen?
Insula
Welke van volgende opties beschrijft de hersenvliezen correct?
A hersenvliezen zijn 4 lagen van beschermd weefsel
B 2 lagen
C 1 laag
D 3 lagen
D
Welke van volgende is een component van de basale ganglia?
A cerebellum
B thalamus
C hypothalamus
D hippocampus
E putamen
E
De spinothalamische tractus kruist thv
A medulla oblongata
B lemnicus medialis
C commisura anterior
D ruggenmerg
E thalamus
D
Welke structuur wordt er hier aangeduid? Okt 11
A crus anterior Capsula interna
B Capsula externa
C genu Capsula interna
D crus posterior Capsula interna
E retrolentiforme deel Capsula interna
C
Welke structuur wordt er hier aangeduid? Okt 11 — 2de
A nucleus caudatus
B claustrum
C insula
D putamen
E thalamus
D
Welke structuur wordt er hier aangeduid? Okt 11 — 3
A intraventiculair foramen
B foramen van monro
C cerebrale aquaductus
D canalis centralis
E vierde ventrikel
C
Welke structuur wordt hier aangeduid? Okt 11 -4
A Arteria cerebri anterior
B Arteria cerebri media
C nervus aculomotorius
D nervus opticus
E tractus opticus
E