11/ Neurotransmittors Flashcards

1
Q

Wat is de overgang tussen de dendriet van de ene zenuwcel naar het axon van de andere zenuwcel

A

,”Dit is een synaps, die communicatie mogelijk maakt tussen neuronen. Elektrische synapsen werken via gap junctions en chemische synapsen werken via neurotransmitters.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn gap junctions en waar komen ze voor

A

,”Gap junctions zijn nexussen tussen dendrieten of soma’s van aangrenzende neuronen, met cytoplasmatische continuïteit via kanalen van 1,5 nm breed. Ze zijn schaars in het zenuwstelsel van zoogdieren.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er bij een actiepotentiaal in een chemische synaps

A

,”Het opent spanningsafhankelijke calciumkanalen, waardoor Ca²⁺-ionen binnenstromen. Dit leidt tot vesikelfusie en afgifte van neurotransmitters in de synaptische spleet.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke eiwitten zijn betrokken bij het vesikeltransport in een synaps

A

,”- Actine: brengt vesikel in contact met presynaptisch membraan - Dynamine: scheidt vesikels volledig af”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn autoreceptoren en heteroreceptoren

A

,”- Autoreceptoren: reageren op dezelfde neurotransmitter die wordt vrijgegeven door het neuron. - Heteroreceptoren: reageren op neurotransmitters die door andere neuronen worden afgegeven.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn ionotrope en metabotrope receptoren

A

,”- Ionotrope: directe verbinding met een ionkanaal, snelle werking (bijv. glutamaat). - Metabotrope: activeren een G-eiwit en second messenger-systemen, trage werking (bijv. serotonine).”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de werking van glutamaat en GABA op neuronen

A

,”- Glutamaat: veroorzaakt natrium-influx → depolarisatie → EPSP. - GABA: veroorzaakt chloor-influx → hyperpolarisatie → IPSP.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen ionotrope en metabotrope GABA-receptoren

A

,”- GABA A: ionotrope, vooral in het centrale zenuwstelsel. - GABA B: metabotrope, aanwezig in centraal en perifeer zenuwstelsel.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de belangrijkste second messenger-systemen

A

,”- cAMP-systeem: fosforylering van eiwitten. - Fosfoinositolsysteem: vrijmaken van Ca²⁺ uit intracellulaire opslag. - Arachidonzuursysteem: productie van arachidonzuurmetabolieten.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe past het zenuwstelsel zich aan bij leren en geheugen

A

,”Door gevoeliger te worden, extra synaptische contacten te ontwikkelen, en veranderingen in genexpressie zoals verhoogde eiwitproductie en extra ionkanalen.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is gewenning in het zenuwstelsel

A

,”Een afname van de synthese en afgifte van neurotransmitters, zoals bij langdurig gebruik van slaapmedicatie.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt glutamaat gerecycled

A

,Direct via presynaptische membranetransporters of indirect via astrocyten die glutamaat omzetten in glutamine en terugtransporteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt GABA gerecycled

A

,Direct via presynaptische transporters of indirect via omzetting in glutamaat (door GABA transaminase) en vervolgens glutamine (door glutamine synthetase).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de functies van acetylcholine

A

,”Essentieel voor leren en geheugen, motorische neuronen, preganglionische sympathische en parasympathische neuronen, en postganglionische parasympathische neuronen.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de rol van dopamine in het zenuwstelsel

A

,”Betrokken bij beweging, beloning en stemming. Recycling via DAT en afbraak door COMT en MAO.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke rol speelt serotonine in het zenuwstelsel

A

,”Reguleert stemming, emoties, en de slaap-waakcyclus. Wordt afgebroken door MAO en gerecycled door de serotonine-reuptake-transporter.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe werkt histamine in het zenuwstelsel

A

,”Bevordert waakzaamheid, geactiveerd door orexine. Falen van orexineproductie kan leiden tot narcolepsie.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Q: Welke aandoening wordt geassocieerd met een gebrek aan orexine?

A

A: Narcolepsie.

19
Q

Q: Wat is de rol van histamine in het zenuwstelsel?

A

A: Het handhaven van de wakkere toestand, geactiveerd door orexine.

20
Q

Q: Waar wordt histamine geproduceerd?

A

A: In de tuberomammillaire kern van de hypothalamus.

21
Q

Q: Wat zijn de functies van serotonine 1D- en 1A-receptoren?

A
  • 1D-receptoren: Reduceren serotonineafgifte.
  • 1A-receptoren: Verminderen excitabiliteit en serotoninesynthese.
22
Q

Q: Hoe wordt serotonine gerecycled en afgebroken?

A

A: Via de serotonine-reuptake-transporter (SERT) en MAO.

23
Q

Q: Wat is de rol van serotonine?

A

A: Reguleert stemming, emoties, en de slaap-waakcyclus.

24
Q

Q: Waar wordt serotonine gesynthetiseerd?

A

A: In de raphe-kernen van de hersenstam uit tryptofaan, via tryptofaanhydroxylase en decarboxylase.

25
Q

Q: Hoe wordt noradrenaline gerecycled en afgebroken?

A

A: Via reuptake (NET), COMT en MAO.

26
Q

Q: Wat is de rol van noradrenaline?

A

A: - Centrale zenuwstelsel: slaap-waakcyclus, gemoed.
- Perifere zenuwstelsel: “fight or flight” respons (bloeddruk, hartritme).

27
Q

Q: Hoe wordt dopamine gerecycled en afgebroken?

A

A: Via reuptake (DAT) en afbraak door COMT en MAO.

28
Q

Q: Welke receptoren heeft dopamine en wat is hun functie?

A
  • D1-receptoren: Activeren Gs-eiwitten, excitatoir.
  • D2-receptoren: Activeren Gi-eiwitten, inhibitoir
29
Q

Q: Waar bevinden de dopaminerge neuronen zich?

A

A: In de substantia nigra (naar striatum) en het ventrale tegmentale gebied (naar voorhersenen).

30
Q

Q: Welke ziektes zijn geassocieerd met acetylcholine?
.

A

A: Myasthenia gravis en dementie

31
Q

Q: Waar speelt acetylcholine een belangrijke rol?

A

A: Bij leren en geheugen (nbM-hippocampus), skeletspieren, en pre-/postganglionische neuronen van het autonome zenuwstelsel.

32
Q

Q: Welke receptoren heeft acetylcholine?

A

A: - Ionotrope: Nicotinerge receptoren.
- Metabotrope: Muscarine receptoren (M1-M5).

33
Q

Q: Hoe wordt acetylcholine gesynthetiseerd en afgebroken?
.

A

A: - Synthese: Acetyl en choline via choline acetyltransferase.
- Afbraak: Door acetylcholinesterase

34
Q

Q: Wat gebeurt er bij inactivatie van glycine?

A

A: Dit kan leiden tot pijnlijke convulsies, omdat het de werking van acetylcholine niet meer antagoniseert.

35
Q

Q: Wat is de rol van glycine in het zenuwstelsel?

A

A: Glycine remt via de Renshaw-cel de recurrente tak van motorische axonen, waardoor overmatige spieractiviteit wordt voorkomen.

36
Q

Q: Wat is de belangrijkste functie van GABA?

A

A: GABA is de belangrijkste inhibitoire neurotransmitter, verantwoordelijk voor hyperpolarisatie via chloor-influx (IPSP).

37
Q

Q: Wat zijn de agonisten van GABA?

A

A: - GABA A: barbituraten, benzodiazepines, alcohol.
- GABA B: baclofen (spierverslapper, intrathecaal toegediend).

38
Q

Q: Hoe wordt GABA gesynthetiseerd?

A

A: Uit alfa-ketoglutaraat via glutamaat (door GAD, glutaminezuur decarboxylase). Onvoldoende GAD kan leiden tot stiff person syndrome.

39
Q

Q: Hoe wordt GABA gerecycled?
.

A

A: - Direct: Terug in presynaptische vesikels via transporters.
- Indirect: Omgezet in glutamaat (door GABA transaminase) en daarna in glutamine

40
Q

Q: Wat zijn de kenmerken van NMDA-receptoren?

A

A: NMDA-receptoren hebben een lange werking en zijn betrokken bij ziektes zoals anti-NMDA-receptor encefalitis, met symptomen zoals bewegingsstoornissen en epilepsie.

41
Q

Q:** Hoe wordt glutamaat gerecycled?

A

A: - Direct: Terug opgenomen via presynaptische membranetransporters. -> terug in vesikel
- Indirect: Omgezet in glutamine door astrocyten, dan terug naar glutamaat in het neuron. > terug in vesikel

42
Q

Q: Welke soorten receptoren heeft glutamaat?

A

AMPA (korte werking)
NMDA (lange werking), kainate.
Ook meer dan 100 vrs metabotrope receptoren

Ziektes: anti-NMDA receptor encephalitis AIZ: psychiatrische symptomen, bewegingsstoornissen, epilepsie => therapie: medicatie vb ketamine

43
Q

Q: Wat is de belangrijkste functie van glutamaat in het zenuwstelsel?

A

A: Glutamaat is de belangrijkste excitatoire neurotransmitter, verantwoordelijk voor depolarisatie via natrium-influx (EPSP).