1.7 Foetale hartbewaking Flashcards
Wat is het belang van de foetale registraties?
Contracties veroorzaken een periodiek zuurstoftekort > verdedigingsmechanisme van de foetus treedt in werking
Door foetale registratie bekijken we of de foetus het hele proces van arbeid blijft verdragen zonder > foetus moet kunnen recupereren
Fysiologie van het foetale hartritme
Waardoor kan het foetale hart hypoxie eerder signaleren dan het adulte hart?
- Lagere zuurstofsaturatie & -spanning: 4 circulatoire shunts
- Zuurstofarme intra-uteriene milieu
Fysiologie van het foetale hartritme
Waarom is er een lagere zuurstofsaturatie - spanning in de foetale circulatie?
Nodig voor een efficiënte zuurstofuitwisseling thv de placenta > lage zuurstofspanning: foetaal Hb hogere affiniteit zuurstof dan adulte Hb > °zuurstof ‘wegzuigen’ bij moeder
Fysiologie van het foetale hartritme
Welke vier circulatoire shunts zorgen voor deze lage zuurstofspanning?
- Placenta
- Ductus venosus
- Foramen ovale
- Ductus arteriosus
Trapsgewijze daling zuurstofspanning
Fysiologie van het foetale hartritme
Hoe zorgt de placenta voor een lage zuurstofspanning?
- 1/3 placenta neemt niet deel aan zuurstofuitwisselingsproces > reserveweefsel
- Bloed uit dit deel vermengt zich in v. umbilicalis met zuurstofrijk bloed > °meest zuurstofrijke bloed krijgt lagere zuustofspanning
Fysiologie van het foetale hartritme
Hoe zorgt de ductus venosus voor een lage zuurstofspanning?
Thv monding DV in VCI mengt zuurstofrijke bloed uit v. umbilicalis met zuurstofarme bloed uit VCI uit onderste lichaamshelft > °dalende zuurstofspanning
Fysiologie van het foetale hartritme
Hoe draagt het foramen ovale bij tot de zuurstofspanning?
Via VCI in rechteratium:
> Deel ongewijzigd door foramen ovale naar linkeratrium
> Achtergebleven deel in rechteratrium vermengt met zuurstofarmbloed uit hersenen
Fysiologie van het foetale hartritme
Hoe draagt het ductus arteriosus bij tot de zuurstofspanning?
Bloed in linkeratrium > mengt thv DA met zuurstofarm bloed uit rechteratrium > °dalende zuustofspanning
Fysiologie van het foetale hartritme
Hoe wordt deze lage zuurstofspanning gecompenseerd?
Gevolg?
Hersenen voorzien van bloed door…
Shunts laten toe om bepaalde delen van foetale circulatie op te splitsen & parallel te schakelen met elkaar
Voornaamste organen eerst van bloed voorzien: lever, hart & hersenen
Fetal brain sparing
Fysiologie van het foetale hartritme
Hoe & waar vindt de eerste stap van de fetal brain sparing plaats?
Thv monding v. umbilicalis in foetale lever
1. Gezonde foetus
> 75% bloed via vena porta naar lever
> 25 % bloed via DV naar VCI naar hart
2. Verminderde placentaire functie met lager O2
> 40 % bloed via DV naar VCI naar hart & hersenen > °voordeel hart & hersenen
Fysiologie van het foetale hartritme
Waarom is de lever belangrijk bij het oxygenatieproces?
Vanaf 8-30w: lever = erytropoëtisch orgaan: hogere zuurstofbevloeiing > verhoogde aanmaak rbc > °betere oxygenatie foetus
Fysiologie van het foetale hartritme
Hoe & waar vindt de tweede stap van de fetal brain sparing plaats?
Thv DA
* DA mondt uit in aorta distaal van coronaire/cefale arteriae > hart, hoofd & hersenen eerst O2 rijk bloed (minder weerstand dan aorta descendens) > °verhoogde perifere vasculaire weerstand = °foetale hypertensie
Fysiologie van het foetale hartritme
Waartoe leidt de foetale hypertensie?
Foetale hart moet tegen hoge weerstand bloed rondpompen > verhoogd zuurstofverbruik hart
Fysiologie van het foetale hartritme
Wat is de limiterende factor van het zuurstofverbruik van het hart?
De balans tussen zuurstoftoevoer & -verbruik
* verbruik hoger dan toevoer: hart overschakelen op anaërobe metabolisatie > minder efficiënt & snellere uitputting foetale cardiale reserves > °snellere detectie zuurstofgebrek thv hart tov hersenen
Fysiologie van het foetale hartritme
Waarom is foetale cardiale monitoring zo belangrijk?
Vroege detectie hypoxie vooraleer hersen- of orgaanschade optreedt
FHT
Hoe wordt het hartritme & de hartactiviteit bepaald?
Spontane ontladingen sinoatriale knoop
FHT
Waardoor wordt de frequentie van de ontladingen beïnvloed?
- Species
- Basale metabolisme: hoger dan volwassene > °hogere frequentie
FHT
Wat zijn de normale FHT tijdens de zwangerschap?
110-150 slagen per minuut
FHT
Welke knoop zorgt ook voor pacemakeractiviteit?
Atrioventriculaire knoop
FHT
Wat is er anders aan de atrioventriculaire knoop?
- Ontladingsfrequentie lager: 60-80 sl/min
- Bij normale werking sinoatriale knoop: niet actief
- Bij uitval sinoatriale knoop > overnemen pacemakeractiviteit > °lager hartritme
FHT
Wanneer neemt de atrioventriculaire knoop over?
Fysiologisch:
* Prematuriteit: kortdurende ‘spikes’ = deceleraties
Pathologisch:
* Bepaalde vormen foetale basislijn
* Aanhoudende bradycardie
FHT
Wat duidt op een goed foetaal hartritme?
- Stabiel basisritme: 110-150 sl/min
- Acceleraties aanwezig
- Voldoende variabiliteit
- Afwezigheid van deceleraties (die langer duren dan 15sec)
Controlemechanismen FHT
Welke mechanismen beïnvloeden het hartritme?
Welk belangrijkst?
- Neuro-endocriene factoren: autonoom zenuwstelsel
- Lokale metabole processen
Autonoom zenuwstelsel
Controlemechanismen FHT
Waaruit bestaat het autonoom zenuwstelsel?
Waar bevinden regulerende centra zich?
Reageren op welke stimuli?
- Orthosympathische zenuwen
- Parasympathische zenuwen
Hersenstam
Chemo-, baro-, thermo- & gevoelsreceptoren
Controlemechanismen FHT
Waartoe draagt het autonoom zenuwstelsel bij?
- Bepaalt het foetale leven
- Variaties in de foetale harttonen
Controlemechanismen FHT
Waarvoor zorgen orthosympathische stimuli?
Synoniem?
Activatie van cardiovasculaire respons > FHT stijgt
Fight or flight
Controlemechanismen FHT
Waarvoor zorgen parasympathische stimuli?
Synoniem?
Relaxatie > FHT daalt
Rest and digest
Controlemechanismen FHT
Waarvoor zorgt de wisselwerking tussen ortho- & parasympathische stimuli?
Synoniem?
Engels
Constante variaties hart- & vaatstelsel > °constante verandering cardiale basisritme
Slag-op-slagvariabiliteit
Beat-to-Beat variabiliteit > Short term variability
Controlemechanismen FHT
Wat gebeurt er bij verminderde hersenstamactiviteit?
Slag-op-slagvariabiliteit lager > sterke activatie (orthosympathisch) > toename variatie > °acceleraties hartritme > daarna pas deceleratie bij aanhoudende hypoxie
Controlemechanismen FHT
Waarvan is de graad en snelheid van de respons van het autonoom zenuwstelsel afhankelijk?
Type mediërende receptor:
> chemo- & gevoelsreceptoren stimuleren parasympaticus trager & geleidelijker
> baroreceptoren genereren abrupte respons vb. navelstrengcompressie
Controlemechanismen FHT
Hoe evolueert de slag-op-slagvariabiliteit tijdens de zwangerschap?
- Hoe verder gevorderd, hoe matuurder het autonoom zenuwstelsel is > ° dalen basisritme
- Orthosympathisch matureert sneller dan parasympathisch stelsel > °premature baby hoger ritme dan à terme baby + lagere activiteit parasympathisch stelsel > °lagere slag-op-slagvariabiliteit
Controlemechanismen FHT
Hoe verhouden het basisritme & de variabiliteit zich tijdens de zwangerschap?
Omgekeerd evenredig
Hoe hoger het basisritme, hoe lager de variabiliteit.
> matuurder: basisritme daalt, variabiliteit stijgt
Controlemechanismen FHT
Waarvoor is variabiliteit een teken?
Dat het CZS het cardiovasculaire systeem kan monitoren & aanpassen
Controlemechanismen FHT
Welke andere neuro-endocriene mechanismen hebben invloed op het hartritme?
- Drukregulerende hormonen: adrenaline & noradrenaline
- Volumeregulerende hormonen thv nieren
Controlemechanismen FHT
Welke metabole processen beïnvloeden het hartritme?
Voorbeeld
Via anaërobe metabolisatie & lactaatproductie
vb. inadequate cardiale oxygenatie > verminderde intracellulaire energieproductie > verlaagde respons/inactivatie sympathische stimuli van intracellulaire processen > hartspier reageert niet meer op hypoxie > °deceleratie
Invloeden FHT
Wat veroorzaakt zoal veranderingen in de foetale harttonen?
Zijn deze veranderingen normaal?
- Geneesmiddelen
- Normale veranderingen in foetale hartactiviteit
- Wijzigingen placentaire doorbloeding
- Hypoxie
- Temperatuurverhogingen
- Externe stimuli
Ja
Invloeden FHT
Wat beïnvloedt een normale bloedvoorziening & foetale circulatie?
- Hoog bloedvolume
- Lage druk
- Trage stroomsnelheid > langdurig foetomaternaal contact
Invloeden FHT
Hoe wordt het verhoogd bloedvolume bekomen?
- Fysiologische bloed- en plasma-expansie van 40% bij de moeder
- Maternale circulatoire redistributie > °meer bloed naar uterus
Invloeden FHT
Wat zou het gevolg zijn van de verhoogde bloedtoevoer?
°Sterke vullingsdruk
Invloeden FHT
Waarom ontstaat er geen sterke vullingsdruk thv de placenta?
Uteriene bloedvaten passen zich aan
> spiraalarteriën verwijden > maternale bloed sijpelt in intervilleuze ruimte > snelheid & druk daalt sterk voor de placenta
> myometrium met arterioveneuze anastomosen > °overdukklep om maternale bloed af te voeren bij te hoge druk in intervilleuze ruimtes
Invloeden FHT
Waarvoor zorgt het maternale placentaire bed?
Foetomaternale stofuitwisseling wordt snel & efficiënt aangepast volgens de behoeften van het moment door gevoeligheid voor tonus en vulling van het capillair netwerk.
Invloeden FHT
Wat gebeurt bij hypovolemie & drukdaling?
Wanneer?
Sterke daling uteriene perfusie
Hypertensie, epidurale, VCS, aorta-iliacale compressie of contracties
Invloeden FHT
Wat is het verschil tussen VCS & aorta-iliacale compressie?
VCS:
> Vena Cava wordt afgeklemd door gewicht baarmoeder
> FHT dalen: eerst tachycardie dan deceleraties
> Maternale RR daalt ook
AIC:
> Aorta iliaca wordt dichtgeduwd door gewicht baarmoeder
> FHT dalen
> Maternale RR blijft ok
Invloeden FHT
Wat gebeurt bij normale stofuitwisseling tijdens contracties?
Zuurstofuitwisseling gebeurt tussen de contracties door > foetus benut slechts 50% O2 van maternale aanvoer
Bloed wordt in intervilleuze ruimtes ‘gecapteerd’ > niet in- of uitstromen > andere 50% O2 blijft in intervilleuze ruimte > gecapteerde bloed kan blijven uitwisselen tijdens contracties
Invloeden FHT
Wat zijn 2 oorzaken van gecompromitteerde zuurstofuitwisseling tijdens contracties?
- Te sterke baarmoederactiviteit
- Globale vermindering van de uteriene perfusie
Invloeden FHT
Wat gebeurt er bij te sterke baarmoederactiviteit?
voorbeeld
Er is te weinig tijd om het bloed in de placentaire ruimtes te verversen > bloed blijft ‘gecapteerd’
Uteriene hypertonie
Invloeden FHT
Wat gebeurt er bij de globale vermindering van de uteriene perfusie?
Voorbeeld
Foetus moet meer dan 50% O2 benutten > °onvoldoende O2 reserve in intervilleuze ruimtes
intra-uteriene groeirestrictie
Invloeden FHT
Wat gebeurt er bij gecompromitteerde stofuitwisseling tijdens contracties?
Verminderde zuustofuitwisseling > °daling zuurstofspanning foetale bloed > °reflectoire respons autonome zenuwstelsel door chemoreceptoren of rechtstreekse inhibitie moleculaire mechanismen van geleiding & contractiliteit myocardcellen > °chemoreceptor deceleraties of bradycardie
Invloeden FHT
Waardoor ontstaat compressie thv de navelstreng?
- Navelstrengomstrengeling
- Dichtdrukken NS tussen voorliggend deel & bekken- of uteruswand bij een contractie
Fysiologie zuurstoftoevoer
Waarop is de fysiologische zuurstoftoevoer naar de foetus gebaseerd?
- Placentaire doorbloeding
- Normale gasuitwisseling foetus/placenta en foetus/weefsels
Fysiologie zuurstoftoevoer
Wat houdt de placentaire doorbloeding in?
Hoeveel bloed?
- Placentair vaatbed = grotendeels foetaal
- Uitwisseling: navelstrengarteriën tot in villi in intervilleuze ruimte & maternaal bloed in intervilleuze ruimte vanuit spiraarlarteriën > via venen naar navelstrengvene > vena porta foetus > lever foetus
A term: 500-600ml/min
Fysiologie zuurstoftoevoer
Wat gebeurt er met de placentaire doorbloeding bij een contractie?
Bij contractie >30mmHg: maternale bloeddoorstroming volledig onderbroken
Fysiologie zuurstoftoevoer
Wat gebeurt er bij acute zuurstofnood of hypovolemie?
Moeder beschermt eerst zichzelf > °problemen foetus
Fysiologie zuurstoftoevoer
Waardoor krijgen we een grotere zuurstofopname & koolstofafgifte?
- Maternale bloed in intervilleuze ruimte = relatief zuurstofarm
- Hb gehalte foetus is hoger
- Bindingcapaciteit foetaal Hb is hoger
- Bij bepaalde zuurstofspanning: foetale zuurstofsaturatie hoger
- Lagere foetale PH: zuurstof makkelijker losgelaten aan weefsels
- Gescheiden bloedstromen (foramen ovale): zuurstofrijkbloed eerst naar hart en naar hersenen
Fysiologie zuurstoftoevoer
Hoe kan de foetus zich beschermen tegen zuurstoftekort?
- Verminderd energieverbruik vooral tijdens zwangerschap (minder bewegen, minder groeien)
- Cardiovasculaire aanpassingen
> Verbetering placentaire doorbloeding
> Redistributie circulatie (reservedeel placenta inschakelen) - Metabole veranderingen: aerobe verbranding naar anaerobe verbranding in extremiteiten > afvalproducten (lactaat) > °verzuring op termijn
Fysiologische zuurstoftoevoer
Wat gebeurt er bij ernstig zuurstoftekort bij de foetus?
- Foetale stresshormonen > HR stijgt
- Foetale bloeddruk stijgt
- Placentaire doorbloeding verhoogt > reservedeel placenta wordt eventueel ingezet
- Verminderde doorbloeding perifere weefsels
Hypoxie
Wat begrijpen we als foetale nood?
= toestand waarbij de foetale fysiologie zodanig veranderd is dat er permanente schade & zelfs de dood van de foetus kan optreden
Hypoxie
Wat zijn oorzaken van foetale nood?
- Acute & chronische utero-placentaire insufficiëntie
- Belemmering NScirculatie
- Foetale complicaties vb. sepsis of bloeding
FHT
Hoe evolueert het cyclisch rust-activiteitsgedrag tijdens zws?
- Vanaf 7-8w: beweging met rustperiodes van 13min
- Vanaf 20w tot 36w: toename beweging & meer georganiseerd
FHT
Waardoor wordt FHT & variabiliteit beïnvloed?
- Bloedflow
- Chemo- & baroreceptoren
- Autonoom ZS
> Parasympatisch: FHT daalt & °variabiliteit
> Stimulatie nervus Vagus: FHT daalt
> Orthosympatisch: FHT stijgt door vrijzetting noradrenaline - Foetale gedrag: actief <> slapen
- Hormonen: (nor)adrenaline > FHT stijgt
Karakteristieken FHT
Wat zijn de karakteristieken van het foetale hartritme?
- Basisritme
- Variabiliteit
- Acceleraties
- Deceleraties
- Normaal CTG
Karakteristieken FHT
Wat is de fysiologische betekenis van het basisritme?
Hoeveel bedraagt het basisritme?
Basisritme = weerspiegeling ontladingsfrequentie foetale sinoatriale knoop
110-150 sl/min
Karakteristieken FHT
Wat is een basislijntachycardie?
Basisfrequentie hoger dan 150 sl/min
Karakteristieken FHT
Wat zijn mogelijke oorzaken voor basislijntachycardie?
Jogging fetus?
- Maternale: koorts, medicatie, stress, hypotensie,…
- Foetale: infectie, prematuur, hypoxemie, toename orthosympatisch ZS, afname parasympatisch ZS, stressrespons, fetal jogging,…
Gezonde foetus met grote activiteit
Karakteristieken FHT
Wat is een basislijnbradycardie?
Basisfrequentie lager dan 110 sl/min
Karakteristieken FHT
Wat zijn twee mogelijke oorzaken van basislijnbradycardie?
- Hypoxie
- Foetale hartafwijkingen
- Druk op foetale caput bij uitdrijving
- VCS
1. Overshooting orthosympathische stimulatie van sinoatriale knoop > °refractaire periode & geen spontane ontlading meer > pacemakerfunctie overgenomen door atrium of atrioventriculaire knoop > °lagere basisfrequentie
2. Hypoxie & verminderde energieproductie in cardiale cellen > °vertraging of inertie receptoren > hart trekt minder frequent samen
Karakteristieken FHT
Wat is de variabiliteit?
Normale slag-op-slagvariabiliteit?
= variatie hartritme over de basislijn gedurende 1 min buiten een acceleratie of deceleratie
= weerspiegelt activiteit foetale hersenstam
5-15 sl/min; in partus 5-25sl/min
ook nog langetermijnvariabiliteit
Karakteristieken FHT
Wanneer neemt de variabiliteit toe?
Synoniem extreme stijging?
Wanneer extreme stijging?
- Bij foetale activiteit en/of adembewegingen
- Gedurende de loop van de zwangerschap
Saltatoir patroon: ortho- overstijgt parasympathische stimulatie ver
> 25sl/min
In arbeid als respons op tijdelijke acute hypoxie
Karakteristieken FHT
Wanneer neemt de variabiliteit af?
Volledig ontbreken?
Medicatie?
Bij foetale rust (slaap)
< 5sl/min
Teken foetaal lijden > preterminaal patroon
Dag1-3 na toediening longrijping
Karakteristieken FHT
Bij wie vinden we vaak lage variabiliteit & deceleraties in het hartritme?
Neonaten geboren met metabole acidose
Karakteristieken FHT
Wat gebeurt met de variabiliteit tijdens de zwangerschap?
Hoogfrequente ritmeveranderingen nemen toe door maturerende parasympathische zenuwstelsel > meer acceleraties
Karakteristieken FHT
Wat gebeurt met de variabiliteit tijdens de arbeid?
Wat neemt af?
Zowel laag- als hoogfrequente hartritmeveranderingen nemen toe > stimulering ortho- & parasympathische activiteit door contracties & indaling
Bewegingsgerelateerde ritmeveranderingen > daling acceleraties
Karakteristieken FHT
Wat gebeurt met de variabiliteit bij een foetus in acute of chronische nood?
Alle 3 types van ritmeveranderingen zijn minder frequent
Karakteristieken FHT
Wat is een acceleratie?
Waar bevindt de stimulus zich?
= stijging hartritme met minstens 15 sl/min over een periode van minstens 15 seconden tov basislijn (na 32weken)
Hersenstam > kern autonoom zenuwstelsel
Karakteristieken FHT
Waarmee worden acceleraties geassocieerd?
Hoeveel %?
Foetale bewegingen > weerspiegeling foetale activiteit & welzijn
90%
Karakteristieken FHT
Wat is een deceleratie?
= ploste daling met ten minste 15 sl/min gedurende 15 sec
Karakteristieken FHT
Wat zijn de kenmerken van een normaal CTG?
- Normaal & stabiel basisritme conform foetale leeftijd
- Normale variabiliteit
- Aanwezigheid slaap-waak-wakker patroon (cycling)
- Aanwezigheid van acceleraties
- Bepaalde deceleraties (baroreceptor & vroege chemoreceptor)
CTG - basislijn
Wat is een basislijn?
= foetale hartfrequentie die gedurende ten minste 10 achtereenvolgende minuten geregistreerd wordt
CTG - basislijn
Wat is een normaal basisritme:
rond 24w?
à terme?
postterm?
24w: 128-160 sl/min
A terme: 110-150 sl/min
Postterm: 100-120 sl/min
CTG - basislijn
Wanneer spreken we van milde tachycardie?
150-170 sl/min
CTG - basislijn
Wanneer spreken we van ernstige tachycardie?
Wijzen op?
Verhelpen door?
> 170 sl/min
Foetale anemie, adrenalinestijging moeder, foetale hartritmestoornissen
pijnstilling, geruststelling & rehydratatie
CTG - basislijn
Wanneer spreken we van milde bradycardie?
100-110 sl/min
CTG - basislijn
Wanneer spreken we van ernstige, blijvende bradycardie?
Wijzen op?
< 100 sl/min
Hypoxie < lage placent. doorbloeding, NScompressie, plots Mat hypotensie
CTG - basislijn
Wat is een wandering baseline?
Wijzen op?
Geen voldoende stabiel stuk CTG > instabiele hartfrequentie schommelt tussen 110 & 150
Ernstige neurologische schade bij het kind
CTG - variabiliteit
Hoe verhouden de variabiliteit en de hartfrequentie zich tegenover elkaar?
Vb.
Omgekeerd evenredig: variabiliteit stijgt & hartfrequentie daalt
Tachycard: hoge HF, lage variabiliteit
Bradycard: lage HF, hoge variabiliteit
CTG - variabiliteit
Wanneer spreken we van een saltatorisch patroon?
Wijzen op?
- Antepartum: >15bpm
- Peripartum: > 25bpm
- Afwezige basislijn > altijd wandering baseline
- Duurt > 1min
Acute foetale hypoxie
CTG - variabiliteit
Wanneer spreken we van een sinusoïdaal patroon?
= golvend patroon met gelijke amplitude
- Bij ernstige foetale anemie; bloedgroep immunisatie en foetale bloeding
- Kan voorkomen met asfyxie en duiden op hersenschade
- Na toediening van narcotica
CTG - variabiliteit
Wanneer is een afwijkende variabiliteit fysiologisch?
- Prematuur
- Normaal slaappatroon
- Medicatie als morfine, valium
- Afwijking van de hersenen
CTG - variabiliteit
Waarop wijst een variabiliteit die uit balans is?
Problemen thv autonoom zenuwstelsel > O2 tekort hersenen
CTG - variabiliteit
Wat is een silentieus of strak patroon?
Variabiliteit < 5bpm
CTG - acceleraties
Wat gebeurt er met de acceleraties tijdens de zwangerschap?
Duur & amplitude nemen toe
CTG - acceleraties
Wat is een acceleratie voor 32w?
= stijging hartritme met minstens 10 sl/min over een periode van minstens 10 seconden tov basislijn
CTG - acceleraties
Wat is een langdurige acceleratie?
Wat na 10min?
= stijging hartritme over een periode van minstens 2min maar minder dan 10min
°basislijnshift
CTG - acceleraties
Hoeveel acceleraties verwacht je op een CTG?
Minstens 2 op 10min
CTG - deceleraties
Wanneer zien we fysiologische deceleraties verschijnen bij een CTG?
Hoeveel % fysiologisch?
- Antenataal: voor 32w (minder dan 30sec) = spike
- Bij contracties & de daarbij ontwikkelde hypoxie
> 85% bij normale gezonde foetus in arbeid niet door hypoxie wel fysiol
CTG - algemeen gedurende de dag
Wanneer is het basisritme het laagst/hoogst?
Tijdstip van de dag
- Laagst tussen 2 & 6u ‘s nachts
- Hoogst in de voormiddag
CTG - algemeen gedurende de dag
Wanneer is de variabiliteit het laagst/hoogst?
Tijdstip van de dag
- Laagst in de ochtend
- Hoogst rond middernacht
CTG - algemeen gedurende de dag
Wanneer zijn de acceleraties het laagst/hoogst?
Tijdstip van de dag
- Laagst in de ochtend
- Hoogst rond middernacht
CTG - algemeen
Wanneer spreken we van een reactief patroon?
Minstens 2 acceleraties over een periode van 10min
CTG - algemeen
Wanneer spreken we van een niet-reactief patroon?
Geen acceleraties gedurende 40min
CTG
Op welke wijze worden FHT & contracties geregistreerd bij laag- & hoogrisico zwangeren?
Met een ECTG
> laagrisico: IA 30 min ontsluiting & 15min uitdrijving
> hoogrisico: 15 min ontsluiting & 5 min uitdrijving
CTG
Wat is IA?
Wanneer overstappen naar continu CTG?
= intermittente auscultatie
Abnormale vaststellingen bij IA & wens moeder
Contracties
Wat zijn de kenmerken van goeie weeënactiviteit?
- 3-5 weeën/10min
- Amplitude > 50mmHG
- Regelmatig verloop
- Rustdruk < 20mmHG
- Duur: 60sec
Contracties
Op welke 2 manieren kan weeënactiviteit geobserveerd worden?
- Klinisch manueel
- CTG
Contracties
Hoe worden contracties klinisch manueel geobserveerd & geregistreerd?
- Palpatie vingertoppen tussen navel & symfyse of thv fundus
- Observaties
> Frequentie: Begin wee 1 tot begin wee 2
> Duur: Opkomen tot volledig ontspannnen
> Regelmaat: Verandert gedurende baringsproces
> Intensiteit: zwak => zeer sterk
Contracties
Wat is een weeënpauze?
= tijdsduur tussen het einde van de wee & het begin van de volgende wee
Contracties
Waarom is klinische observatie van de duur van een contractie korter dan de werkelijke contractie?
Druk bij het begin & het einde van contractie vrij laag is
Contracties
Wat voel je bij een wee met zwakke intensiteit?
Zekere spanning, maar nog gemakkelijk putje in buikwand duwen
Contracties
Wat voel je bij een wee met matige intensiteit?
Buik harder, maar spant nog niet volledig op
Contracties
Wat voel je bij een wee met sterke intensiteit?
Harde buik, geen putje meer mogelijk
Contracties
Wat voel je bij een wee met zeer sterke intensiteit?
Plankharde buik
Contracties
Geef meer info over de pijnbeleving bij de baring.
- Afhankelijk van pijndrempel parturiënte
- Begin & einde contractie: niet pijnlijk
- Pijn recht evenredig met sterkte contractie
- Vooral dilatatie cervix & omliggende delen baringskanaal die pijn veroorzaken
Contracties
Welke afwijkingen in contracties zijn er?
- Rusttonus
- Verlaagde relaxatie
- Polysystolie
- Bigemie
- Tachysystolie
- Tetanische contracties
- Hypertonie
Contracties
Wat is de rusttonus?
Hoe druk meten?
= drukverschil tussen cavum uteri & atmosfeer, buiten contracties
* tijdens zwangerschap: < 10mmHG
* tijdens baring: maximaal 20mmHG
intra-uterien geplaatste drukkatheter
Contracties
Wat is vertraagde relaxatie?
Gevolg?
= totale duur contractie is 90sec of langer
Foetus kan dit niet uithouden > medicatie om weeën te drukken
Contracties
Wat is polysystolie?
= tussen 2 contracties wordt de rusttonus niet bereikt
Contracties
Wanneer vindt polysystolie plaats?
Wat is de oorzaak?
Begin ontsluitingsfase
1.Latente fase: Onvoldoende coördinatie myometriumcontractie
2. Acceleratiefase: foeto-pelvische disproportie > °vertraagde ontsluiting
Contracties
Wat is bigeminie?
Gevolg?
= tussen 2 contracties wordt de rusttonus wel bereikt, maar tijd tussen 2 contracties is minder dan 60sec
Foetus kan niet genoeg recupereren
Contracties
Wat is hypertonie?
Oorzaak?
Gevolg?
= rusttonus is voortdurend >20mmHG
Overstimulatie bij inductie / solutio placentae
Belemmering uteroplacentaire circulatie > °hypoxie
Contracties
Wat zijn tetanische contracties?
Oorzaak?
= rusttonus is merkelijk > 20mmHg & meerdere contracties volgen kort op elkaar & afzonderlijke weeën nauwerlijks te herkennen
Volledige placentaloslating of vlak voor uterusscheur
Contracties
Wat is tachysystolie?
= te frequente contracties: 6 of meer contracties /10min, wel korte rusttonus < 20mmHG
Contracties
Hoe veranderen de contracties tijdens de arbeid?
Frequentie, intensiteit en duur verandert
Optimale frequentie: 3 à 5/10min
Ontsluiting: van 2 à 3 naar 3 à 5/10min
Peripartum CTG
Wat houdt een nauwkeurige CTG in?
- Registratie van contracties
- Deceleraties
- Acceleraties
- Variabiliteit
- Basishartfrequentie
- Duur & kwaliteit van de registratie
Peripartum CTG
Wat kan je zeggen over de basishartfrequentie bij peripartum CTG?
- Meting gedurende minimaal 10min
- A terme: 110-150 sl/min
Peripartum CTG
Wat doen bij tachycardie tijdens peripartum?
Maternale lichaamstemperatuur controleren
Peripartum CTG
Welke soorten deceleraties zijn er?
- Baroreceptor deceleratie:
> Gecompliceerd variabele
> Niet-gecompliceerd variabele - Chemoreceptor deceleratie:
> Late uniforme
> Vroege uniforme
IA
Wat is een synoniem voor intermittente auscultatie?
Waarom?
= intelligente auscultatie
Interpretatie FHT in combinatie met intrapartum hypoxisch proces +patho
IA
Wanneer IA gebruiken?
- Bij laagrisico zwangerschap > fysiologisch verloop
- Normale fysiologie bevorderen door bewegingsvrijheid parturïente
IA
Wat zijn aandachtspunten bij IA gebruik?
- Moeder vrij laten bewegen > normale fysiologische bevalling
- CTG kan leiden tot verkeerde interpretaties > °onnodig ingrijpen
- Acceleraties = gezonde foetus
- Fysiologische hypoxie = deceleraties + geleidelijk stijgende basislijn
- Cycling (slaap-waak-wakker) = intact centraal zenuwstelsel
- Deceleratie na contractie dan opnieuw basislijn = fysiologisch
- Deceleratie na contractie niet hersteld tegen volgende contractie = mogelijks pathologie
IA
Wat zijn overshoots?
Vb.
= acceleraties na een contractie
= teken uitgesproken foetale compensatiereactie op foetale hypotensie
Navelstrengcompressie tijdens contractie
IA
Wat is de methode bij IA?
- Klinisch beeld: risicovol of niet?
- Doppler: basisritme FHT bepalen & tegelijk posslag moeder > variabiliteit van 15bpm + ausculteren na contractie om deceleraties uit te sluiten
- Afwijkingen? CTG! 20 à 30min bij normale FHT
- Basishartslag uitzetten op het partogram
IA
Wanneer & welke frequente IA gebruiken?
Bij laagrisico arbeid & partus met initiële normale beoordeling:
> Ontsluitingsfase: auscultatie gedurende 1min na contractie elke 15min
> Uitdrijvingsfese: auscultatie gedurende 1min na contractie elke 5min
Toestellen FHB
Welke toestellen worden gebruikt binnen de foetale hartbewaking?
Vanaf wanneer?
- CTG vanaf 26 à 28w
- STAN vanaf 36w
- Doppler vanaf 10 à 12w
Evaluatie neonaat
Wat zijn de 2 technieken om de neonaat te beoordelen?
- APGAR score
- Bloedgassenonderzoek
Evaluatie neonaat
Geef meer info over APGAR score
Info over?
- 3 tijdstippen: na 1min, 5min & 10min
- Score: 0-2 voor 5 kenmerken (ademhaling, pols, spierspanning, kleur, reactie)
- Maximale score: 10
- Stijgende score beter dan aflopende
Conditie van het kind kort na de geboorte
Evaluatie neonaat
Geef meer info over bloedgassenonderzoek
Info over?
- 2 boedtubes uit navelstrengbloed: 1 arterieel & 1 veneus
Toestand in utero tijdens arbeid & uitdrijving > schade ja of nee?