1.1 Factoren van de baring Flashcards

Nagekeken

1
Q

Welke elementen zijn cruciaal voor het welslagen van de arbeid?

A
  • benige baringskanaal: beschikbare ruimte in bekken
  • weke baringskanaal met contracties, verweken en ontsluiten
  • positie foetale schedel in het bekken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie Baringskanaal?

A

Het kanaal waardoor de foetus uitgedreven wordt bij de geboorte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 2 onderdelen kan men onderscheiden in het baringskanaal?

Waardoor worden ze elk gevormd?

A
  • Het beenderig baringskanaal, gevormd door de wanden van kleine bekken: bekkeningang, bekkenholte en bekkenuitgang.
  • Het weke baringskanaal, gevormd door uterus (corpus uteri & OUS), cervix uteri, vagina, vulva, bekkenbodemspieren & perineum.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk baringskanaal bepaalt de beschikbare ruimte voor doorgang foetus?

A

Beenderige baringskanaal, want die rekt niet uit. Weke baringskanaal kan dat wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de vijf schedelbeenderen?

A

Ossa frontalia (2), ossa parietalia (2) en os occipitale.

Moet je kunnen aanduiden op afbeelding, kijk op Toledo voor afbeeldingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een ander naam voor de pijlnaad?

A

De sutura Sagittalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarvoor wordt de sutura sagittalis gebruikt tijdens de arbeid?

A

Vaststellen van de stand van het voorliggend deel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

definitie

Wat is het voorliggend deel?

A

Het eerste deel in de cervicale ring die gevoeld wordt bij inwendig onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is Moulage?

A

Het feit dat de schedel van de foetus vervormbaar is > de ossa parietalia over de ossa frontalia en het os occipitale heen kunnen schuiven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het voordeel/nut van moulage?

A

Hierdoor kan de schedel van de foetus zich aanpassen aan het baringskanaal.

-> Omtrek van het hoofd vermindert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarvoor staat Vertex?

A

Vertex of kruin = tussen grote en kleine fontanel en tussen eminentie pariëtalis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarvoor staat Sinciput?

A

Voorhoofd = tussen glabella en kroonnaad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarvoor staat Occiput?

A

Achterhoofd = achter lamdanaad tot de nek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarvoor staat aangezicht?

A

= van oogkassen tot kin (mento)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke liggingen van de foetus komen voor?

A
  1. Lengteligging
  2. Dwarsligging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke verschillende lengteliggingen onderscheiden we?

A
  1. Hoofdligging
    > Flexie
    * Achterhoofdsligging
    * Kruinligging
    > Deflexie
    * Voorhoofdligging
    * Aangezichtsligging
  2. Stuitligging
    > Volkomen stuit
    > Onvolkomen stuit
    > Voetligging
17
Q

Welke verschillende soorten contracties zijn er allemaal?

A
  • Braxton Hicks / zwangerschapsweeën
  • Voorweeën
  • Ontsluitingsweeën
  • Persweeën of uitdrijvingsweeën
  • Nageboorteweeën
  • Naweeën
18
Q

Wat zijn eigenschappen van zwangerschapsweeën?

A
  • 7w-20w: hoge frequentie en lage intensiteit
  • > 20w: frequentie daalt, intensiteit stijgt
  • Geen pijn
  • Toegenomen sterkte - activiteit myometrium neemt progressief toe in loop van zwangerschap
  • 37w-39w: pieken van oxytocineconcentratie
19
Q

Hoe verlopen zwangerschapsweeën doorheen de zwangerschap?

A
  • 7 tot 20 weken; zeer hoge frequentie, zwakke intensiteit (< 10 mmHg)
  • Na 20 weken: frequentie daalt, sterkte contracties neemt toe = Braxton Hicks contracties - Geen pijn, “harde buiken” (<15/20 mmHg)
  • Vanaf 24 weken: vooral ‘s nachts
  • Tussen 37 en 39 weken: pieken van oxytocineconcentratie in maternale plasma
20
Q

Hoe herken je voorweeën?

A
  • onregelmatig, voornamelijk laatste dagen/weken
  • kunnen gevoel van ‘onwelzijn’ geven en/of lichte lage rugpijn
  • valse arbeid: optreden gedurende paar uren en weer stoppen
  • nemen geleidelijk toe en evolueren naar ontsluitingsweeën
  • 20-30mmHG in het begin tot +50mmHg naar het einde toe
    –> POVASI verandert NIET
21
Q

Hoe herken je ontsluitingsweeën?

A
  • echte weeën -> doen cervix ontsluiten
  • regelmatig
  • frequentie, duur & intensiteit nemen toe tijdens arbeid
  • 50 - 60 mmHg of meer. Basistonus van 10 - 12 mmHg blijft behouden
  • 3 fasen per wee: opbouw, hoogtepunt(plateau), afbouw

= POVASI verandert

22
Q

Wat zijn de drie fasen in een ontsluitingswee?

A
  1. vermeerdering: druk in utero stijgt
  2. hoogtepunt: druk is maximaal = plateaufase
  3. vermindering: druk neemt geleidelijk af
23
Q

Hoe herken je persweeën?

A
  • ontstaan met volledige ontsluiting
  • drijven baby naar buiten -> andere naam = uitdrijvingsweeën
  • geven gevoel van stoelgangsnood, barende krijgt onweerstaanbare persdrang -> oergevoel
24
Q

Wat is er anders aan de persweeën t.o.v. ontsluitingsweeën?

A

Tijdens persweeën trekt niet alleen baarmoedermond samen, maar ook de buikpers = dwarsgestreepte spieren romp

25
Q

Hoe gebeurt het (mee)persen?

A

Reflectorisch door de druk van voorliggend deel op bekkenbodem - meepersen wordt dan onweerstaanbaar.

26
Q

Welke twee fasen kun je onderscheiden in de persweeën?

A
  • Eerste fase: verschillende spierlagen van bekkenbodem nog onvoldoende over elkaar uitgeschoven -> vrouw voelt alleen persdrang op hoogtepunt contractie
  • Tweede fase: De drie spierlagen zijn in elkaar over gegleden onder druk van eerste persdrang. Als foetaal caput de M. transversus perinei profundus raakt worden peristaltiek & contractiliteit versterkt -> vrouw voelt persdrang gedurende gehele contractie
27
Q

Wat is het nut van de eerste fase persweeën?

A
  1. 3 spierlagen van het bekkenbodem krijgen de kans om over elkaar te glijden zonder uitrekken
  2. Voltooiing van het uitzetten van het geboortekanaal
28
Q

Hoe instrueer je parturiënte omtrent meepersen?

A

Tegenaangewezen om geïnstrueerd te laten meepersen/langer persen zonder dat ze zelf persdrang voelt.

29
Q

Wat zijn nageboorteweeën?

A

= weeën die de placenta losmaken & uitdrijven

30
Q

Wat zijn naweeën?

A
  • onregelmatig in postpartum
  • verdwijnen meestal na 3 dagen
  • treden makkelijker op tijdens geven borstvoeding
  • geven pijnlijk gevoel, vooral bij multiparae
  • 3 soorten
31
Q

Welke drie soorten naweeën zijn er?

A
  1. tonische retractie
  2. ritmische contractie
  3. lactatieweeën -> tijdens borstvoeding geven (oxytocineproductie > °uteruscontracties)
32
Q

Op welke manieren kan je testen of het foetaal hoofd doorheen het bekken kan?

A
  1. Handgreep van Osborne
  2. RX van het bekken icm echografie van de schedel
33
Q

Som enkele elementen op die een rol spelen bij het ontstaan van contracties

A
  1. Hormonen: oestrogenen & progesteron
  2. Oxytocine-receptoren
  3. Gap-juctions
  4. Glad spierweefsel
34
Q

Wat is de functie van oestrogeen & progesteron?

A
  • Oestrogenen induceren de bouwstenen voor de gap- junctions <> Progesteron werkt dit tegen
    1. Midden zwangerschap: dominantie progesteron: geen synchrone contractie myometrium
    2. Eind zwangerschap: dominantie oestrogenen > ontstaan gap- junctions > °ritmische contracties
35
Q

Wat is de functie van de oxytocine-receptoren?

A
  • Gevoeligheid van myometrium voor oxytocine verandert doorheen de zwangerschap
  • Afhankelijk van de aanwezigheid van oxytocinereceptoren
  • Tijdens arbeid sterke toename van de oxytocine receptoren door oestrogenen > °sterke contracties
36
Q

Wat is de functie van de Gap-junctions?

A

Alle cellen moeten op hetzelfde moment geactiveerd worden > elektrische prikkel moet vlug doorheen het myometrium lopen

Gap- junctions= communicatiewegen tussen de verschillende cellen > geleiden elektrische en chemische signalen, alsook calcium

37
Q

Wat is de functie van het glad spierweefsel?

A
  • Werkt autonoom
  • Gestimuleerd door autonome zenuwimpulsen, hormonen
  • Altijd zekere spierspanning
  • Kan sterker samentrekken dan dwarsgestreepte spieren

Uterus = vele gladde spiercellen
Gelijktijdig samentrekken van deze spiercellen > °drukverhoging in uterus = contractie

38
Q

Wat zijn de standaard bekkenmaten van een vrouw?

Opmerking?

A

BEKKENINGANG
- voor-achterwaarts: 11
- schuin: 12
- dwars: 13
- vorm: ovaal, dwars

BEKKENMIDDEN
- voor-achterwaarts: 12
- schuin: 12
- dwars: 12
- vorm: rond

BEKKENUITGANG
- voor-achterwaarts: 13
- schuin: 12
- dwars: 11
- vorm: ruit

Elke vrouw is anders! Dit kan zeker afwijken van de standaardmaten.