1.3 Fasen van de baring Flashcards

1
Q

In welke 4 fasen wordt het volledige baringsproces opgedeeld?

A

1ste fase: ontsluitingsfase
2de fase: uitdrijvingsfase
3de fase: placentaire fase
4de fase: post placentaire fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke fase gaat vooraf aan de 4 fasen van baring?

Wanneer? Doel?

A

De prodromale fase; situeert zich in laatste twee weken zwangerschap -> zwangere lichaam bereidt zich voor op bevalling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er in de prodromale fase?

A

Hormonen en voorweeën > rijping cervix:
- verstrijken,
- verliezen slijmprop,
- indalen,
- °ontsluiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk verschil zien we in de prodromale fase bij primigravidae en multigravidae?

A

Primi:
- Eerst verstrijken, dan ontsluiten
- Laatste maand: indaling foetus

Multi:
- Gelijktijdig verstrijken en ontsluiten
- Indaling tijdens arbeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe lang duurt de ontsluitingsfase?

A

Sterk individueel verschillend

Primi gemiddeld 12u
Multi gemiddeld 6u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer spreken we van een langdurige arbeid? Wat zijn de risico’s?

A

+24u

  • Gebroken vliezen: infectie
  • oedeem cervix/vulva
  • uitputting moeder en kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zien we soms met primigravidae >30j op vlak van ontsluitingsfase? Waarom?

A

Duurt langer door grote weerstand weke delen of weeënzwakte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe noem je een ongewoon snelle arbeid? Bij wie komt dit voor?

Hoe lang persen?

A

Stortgeboorte of partus praecipitatus

Multigravidae met goed meegevende weke delen

1 perswee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke factoren hebben een invloed op de duur van de ontsluitingsfase?

A
  • Bekkentype
  • Grootte foetus
  • Ligging foetus
  • Sterkte en frequentie contracties
  • Weerstand cervix
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer begint de ontsluitingsfase?

A

Regelmatige weeënactiviteit met toenemende ontsluiting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer eindigt de ontsluitingsfase?

A

Bij volledige ontsluiting (10cm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De ontsluitingsfase kan opnieuw opgedeeld worden in vier fasen. Welke?

A
  1. Latente fase
  2. Overgangsfase
  3. Versnellingsfase
  4. Deceleratiefase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn algemene kenmerken & verloop van de ontsluitingsfase?

A
  • Ontsluitingsweeën nemen toe in frequentie, duur en intensiteit
  • Toenemende ontsluiting en verstrijking
  • SROM (spontaan gebroken vliezen)
  • Indalen in het kleine bekken (Hodge vlakken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zien we in de latente fase?

A
  • 2-3cm
  • Gaat vaak onopgemerkt voorbij: contracties weinig/niet voelbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zien we in de overgangsfase?

A
  • Tot 4cm
  • Contracties duidelijker en sterker: niet aanspreekbaar
  • Blos op wangen, transpireren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zien we in de versnellingsfase?

A
  • Tot 9cm
  • Contracties sneller, harder, langer
  • Endorfinen komen vrij: °roes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat moet je vermijden in de versnellingsfase als vroedvrouw? Waarom?

A

Vragen stellen aan moeder die in de roes zit.

Neocortex prikkelen haalt haar eruit: hevigere pijnbeleving en minder oxytocine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zien we in de deceleratiefase?

A
  • Tot 10cm
  • Roes maakt plaats voor wanhoop
  • Ondersteunen en bekrachtigen!
  • Epidurale is nu te laat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wanneer gaan we kunstmatig vliezen breken?

A

Wanneer ze de vordering van het baringsproces belemmeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Leg het mechanisme van de verstrijking uit.

A
  • Einde zwangerschap: verweking start door verandering in hormonenspiegel
  • Gaat verder oiv contracties
  • Druk van voorliggend deel op cervix bevordert het
  • Druk van de ongebroken vliezen
  • Belangrijkste: druk van bipariëtale diameter foetaal caput op OUS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke soort druk zorgt voor een snellere vordering van arbeid?

Bij wie moeilijker?

A

Zijdelingse druk moet groter zijn dan neerwaartse centrale druk.

Angstige parturiënte: neerwaartse druk groot & perifere vermindert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Leg anatomisch het proces van verstrijken uit.

A

De spiervezels van het ostium internum worden opgenomen in het OUS.
Het ostium externum blijft onveranderd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke factoren zorgen voor dilatatie?

A
  1. Uteruscontracties
  2. Druk voorliggend deel
  3. Druk vliezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe zorgen uteruscontracties voor ontsluiting van de cervix?

A
  • Spiervezels van BUS: °opwaartse tractie
  • Via het OUS wordt aan portio getrokken

BUS:
- Contractiele deel
- Contraheert en retraheert
- Relaxeert niet terug naar oorspronkelijke lengte > foetus wordt “geduwd” in het bekken
- Wordt steeds dikker en korter

OUS:
- Eerder passief
- Wordt steeds dunner en langer: OUS gaat open > °dilatatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hoe zorgt de druk van het voorliggend deel voor dilatatie?

A

Caput in flexie die goed aansluit op cervix bevordert dilatatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe zorgt de druk van de vliezen voor dilatatie?

A
  • Beginnende ontsluiting: vochtblaas puilt uit in cervix
  • Bij contractie meer druk in vochtblaas > druk op contractiering en ontsluitingsrand
  • Ze brengen de kracht over van contractie op ontsluitingsrand
27
Q

Hoe noem je ongebroken vliezen? Wat zijn de voordelen?

A

Staande vliezen

  • Gelijkmatige druk op contractiering en ontsluitingsrand
  • Belast caput minder
  • Beschermt tegen infectie
  • Kans op navelstrengcompressie kleiner
28
Q

Waarom blijft de cervix van primipara langer gesloten dan die van multipara?

A

Circulair verlopende spiervezels in de cervix zijn nog krachtig.

29
Q

Wat zijn vertragende factoren voor de ontsluitingsfase?

A
  • Primipara
  • Hoog geboortegewicht
  • Grote schedelomtrek
  • Kleine maternale lengte
  • Hoger BMI
  • Op de rug liggen/ niet bewegen
30
Q

Hoe ontstaat een retractiering?

A

Door het verdikken van het BUS en het verdunnen van het OUS: °scheiding = retractiering

31
Q

Wat is de functie van een retractiering?

A

Deze stijgt gedurende de arbeid tot er volledige ontsluiting is.

32
Q

Hoe lang duurt de uitdrijvingsfase?

A
  • Individueel sterk verschillend
  • Primi: 15-45min
  • Multi: 5-15min
33
Q

Wanneer begint en eindigt de uitdrijvingsfase?

A

Begin: bij volledige ontsluiting.
Einde: geboorte baby

34
Q

Wat speelt een centrale rol tijdens de uitdrijvingsfase?

A
  • Cervixontsluiting
  • Mate van indaling van het voorliggend deel
  • Persdrang
35
Q

Wat zorgt voor de geboorte van de foetus?

A
  1. Uitdrijvingsweeën
  2. Buikpers
36
Q

Volledige ontsluiting = persdrang?

A

Neen, niet per se

37
Q

Waarom is een rechtopstaande houding interessant bij de uitdrijvingsfase?

A
  • Korter
  • Minder periodes van erge pijn
  • Meest optimale foetale outcome
38
Q

Wanneer ontstaat persdrang?

A
  • Volledige ontsluiting
  • Caput nadert bekkenuitgang

BEIDE!

39
Q

Waarom is het niet wenselijk om te persen voor volledige ontsluiting?

A
  • Oedeem cervix
  • Moeilijkere verdere baring
40
Q

Welke twee fases zijn er in de uitdrijvingsfase?

A
  1. Passief
  2. Actief
41
Q

Wat zien we in de passieve fase van de uitdrijvingsfase?

Hoe lang?

A
  • Volledige ontsluiting zonder persdrang
  • Rustmoment
  • Contracties lijken zwak/weg
  • Caput daalt snel in

5-30min

42
Q

Wat doen we als vv tijdens de passieve fase van de uitdrijvingsfase?

A
  • Harttonen checken
  • Oké? Dan afwachten
43
Q

Wat markeert het einde van de passieve fase van de uitdrijvingsfase?

A
  • Contracties komen terug
  • Krachtige persdrang
  • Enorme uitstoot van oxytocine: °foetus ejectie reflex
44
Q

Wat zien we in de actieve fase van de uitdrijvingsfase?

A
  • Sterke uitdrijvingsweeën
  • Onweerstaanbare persdrang
  • Druk op rectum
45
Q

Welke voor-en nadelen zijn er bij geïnstrueerd persen?

A

Voordeel: kortere persfase
Nadeel:
- Meer foetale hartritmeveranderingen
- Lagere arteriële PH
- Meer beschadiging van geboortekanaal
- Verhoogde kans aortacompressie (rugligging) > verminderde bloodflow uterus > °foetale hypoxie
- Verhoogde kans geassisteerde partussen
- Meer maternale uitputting
- Lagere APGAR
- Meer episiotomieën
- Meer rupturen

46
Q

Wat kunnen de gevolgen zijn van een epidurale verdoving in de uitdrijvingsfase?

A
  • Minder/uitgestelde/geen persdrang
  • Meer medicatiegebruik (syntocinon)
  • Minder goede indaling, spildraai
  • Meer kunstverlossing want minder efficiënt persen
  • Meer sectio
47
Q

Tips voor een epidurale verdoving tijdens uitdrijvingsfase?

A
  • Persen uitstellen (max 2u en indien goede FHT) > betere indaling en spildraai
  • Laag gedoseerde EA
  • Stoppen aan einde ontsluitingsfase
48
Q

Welk signaal wordt verstoord bij een epidurale verdoving?

A

Druk van voorliggend deel stuurt signaal naar hypofyse > meer oxytocine > krachtigere contracties en persdrang

Bij epidurale wordt de connectie tussen vagina en hypofyse geblokkeerd.

49
Q

Wat bij vroegtijdige persdrang?

Wanneer zien we dit vaker?

A

Andere houding aannemen om druk op rectum te verminderen

Bij stuitligging

50
Q

Wat zijn de fysiologische tekens van volledige ontsluiting?

A
  • Sterke en frequente contracties
  • Foetale aslijndruk
  • Verplaatsing bekkenbodem
51
Q

Wat zijn de klinische tekens van volledige ontsluiting?

A
  • Tweede tekenen
  • Spontane vliezenbreuk
  • Nausea, braken
  • Beven
  • Beenkrampen
  • Hevig zweten
  • Oprispen, hikken
  • Paniek
  • Persdrang
  • Purple line
  • Ruit van Machaëlis
  • Vagina opent tijdens contractie
52
Q

Welke contracties zien we bij de uitdrijvingsfase?

A
  • 60-70sec lang
  • om de 2-3min
  • amplitude van 60-70mmHg
53
Q

Wat is de foetale aslijndruk? Wat doet het?

A

De druk die de foetus ervaart in de richting van het baringskanaal.
= de druk die wordt uitgeoefend langs de lengteas van de foetus tijdens de bevalling
Zorgt voor maximale flexie van het caput

54
Q

Bespreek de verplaatsing van het bekkenbodem.

A
  • Achterste deel van bekkenbodem wordt naar onder geduwd
  • Rectum samengedrukt door caput (uitstoting faeces)
  • Uitpuiling anus
  • Perineum welft/is doorschijnend
55
Q

Wat is het tweede tekenen?

A

Indalend caput doet vagina uitzetten. Slijmlaag kan inscheuren > °licht bloederig verlies

56
Q

Hoe lang duurt de placentaire fase gemiddeld?

A

5-15min

57
Q

Wanneer begint en eindigt de placentaire fase?

A

Begin: na geboorte kind
Einde: bij geboorte placenta

58
Q

Welke processen zijn er in de placentaire fase?

A
  1. Losmakingsproces
  2. Proces van uitstoting in OUS
  3. Proces van uitdrijving/geboorte placenta
59
Q

Hoe verloopt het losmakingsproces?

A
  1. Vlak na de geboorte neonaat: uterus contraheert en retraheert rond kleine inhoud
  2. Placenta tracht verkleining te volgen door dikker te worden > kan niet volgen > °placenta gaat in plooien liggen
  3. °Verscheuring van aanhechting in decidua basalis > °afscheuring uterusvaten > °hematoom
60
Q

In welke 2 manieren kan het losmakingsproces verlopen?

A
  1. Schultze: centraal hematoom, uitstoting met foetale zijde eerst, weinig/geen uitwendig bloedverlies
  2. Duncan: lateraal hematoom, uitstoting met maternale zijde eerst, uitwendig bloedverlies
61
Q

Wat houdt het proces van uitstoting in het OUS in?

A
  1. Door retractie & contractie van corpus uteri naar OUS gedreven
  2. Uterus verandert van vorm > °zandlopervorm
  3. Fundus boven de navel & harder & meer mobiel
62
Q

Wat houdt de eigenlijke geboorte van de placenta in?

Wat gaat hiermee gepaard?

Tip

A

Dit is afhankelijk van het mechanisme van loskomen:
1. Schultze
2. Duncan

Soms persdrang, vragen mee te persen

Zwaartekracht!

63
Q

Wat zien we in de postplacentaire fase?

A
  • Vaker verloskundige pathologie (vb. ppbloeding)
  • Belang van nacontroles!
  • 1-2u na bevalling