12. De obsessief-compulsieve stoornis Flashcards

1
Q

De obsessief-compulsieve stoornis

A
  • dwanggedachten (mentaal)
  • dwanghandelingen (motorisch)
  • inzicht van gedrag
  • meer “verleden”, minder toekomst
  • obsessie is terugkerend en identiek
  • ongewenste invallen neutraliseren
  • zeldzaam, 0,5% in Nederland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dwanggedachten

A
  1. De persoon zou iemand anders schade of leed kunnen berokkenen
  2. De dwangpatiënt zelf, anderen en/of objecten zouden ‘vies’ of ‘besmet’ kunnen zijn
  3. De persoon twijfelt eraan of hij een bepaalde handeling wel juist heeft uitgevoerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dwanghandelingen

A
  1. Het zeer vaak controleren van zaken die gevaar kunnen opleveren
  2. excessief poetsen en wassen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Psychoanalytische visie

A

Neurotische angst is een teken dat de afweer van onaanvaardbare agressieve of seksuele impulsen faalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leertheoretische visie

A

Dwangpatiënten ervaren weliswaar bepaalde stimuli als voorloper van een catastrofe (UCS), maar er zijn geen aanwijzingen dat klassieke conditionering verantwoordelijk is voor deze koppeling. (ontstaan)

Angstreductie die optreedt als gevolg van dwanghandelingen fungeert als bekrachtiging van het dwanggedrag.

De uitvoering van rituelen leidt tot een plezierige opluchting en de wet van effect is ervoor verantwoordelijk dat de patiënt het gedrag in de toekomst zal herhalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cognitieve theorieën

A

Thought-Action Fusion (TAF)

Verhoogd besef van dreiging + overdreven verantwoordelijkheidsgevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Behandeling

A
  • cognitieve therapie

- exposurebehangeling met responspreventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly