101_children_travelling_with Flashcards
children
kinderen
travelling with children
op reis met kinderen
Where’s the nearest drinking fountain?
Waar is de dichtbijzijnde drinkwaterfontein?
Where’s the nearest playground?
Waar is de dichtbijzijnde speeltuin?
Where’s the nearest park?
Waar is de dichtbijzijnde park?
Where’s the nearest swimming pool?
Waar is de dichtbijzijnde zwembad?
Where is the nearest theme park?
Waar is de dichtbijzijnde pretpark?
Do you sell baby wipes?
Verkoopt u babydoekjes?
Do you sell disposable diapers?
Verkoopt u wegwerpluiers?
Do you sell painkillers for infants?
Verkoopt u pijnstillers voor babies?
Is there a babychange room?
Is er een kamer om babies te verschonen?
Is there a child discount?
IS er een korting voor kinderen?
Is there a babysitting service?
IS er een oppasdienst?
Is there a children’s menu?
Is er een kindermenu?
Is there a child’s portion?
Is er een portie voor kinderen?