072_staying_with_locals Flashcards
1
Q
staying with locals
A
logeren
2
Q
Can I stay at your place?
A
Kan ik bij jou thuis overnachten.
3
Q
Is there anything I can do to help?
A
Kan ik ergens mee helpen?
4
Q
Thanks for your hospitatlity.
A
Dedankt voor uw/je gastvrijheid.
5
Q
I have my own mattress
A
Ik heb mijn eigen matras.
6
Q
I have my own sleeping bag.
A
Ik heb mijn eigen slaapzak.
7
Q
Can I bring anything for the meal?
A
Kan ik iets om te eten meebrengen?
8
Q
Can I do the dishes?
A
Kan ik de afwas doen?
9
Q
Can I set the table?
A
Kan ik de tafel dekken?
10
Q
Can I clear the table?
A
Kan ik de tafel afruimen?
11
Q
Can I take out the rubbish?
A
Kan ik het afval buitenzetten.