070_camping Flashcards
1
Q
camping
A
kamperen
2
Q
Do you have electricity?
A
heeft u elektriciteit?
3
Q
Do you have a laundry?
A
Heeft u een wasinrichting?
4
Q
Do you have shower facilities?
A
Heeft u douches?
5
Q
Do you have a site?
A
Heeft u een kampeerplaats?
6
Q
Do you have tents to rent?
A
heeft u tenten te huur?
7
Q
Who do I ask to stay here?
A
Aan wie kan ik vragen of ik hier mag overnachten?
8
Q
Is it coin-operated?
A
Werkt het met munstukken?
9
Q
Is the water drinkable?
A
water?
10
Q
Could I borrow…?
A
Kan ik … lenen?
11
Q
How much is it per person?
A
Hoeveel is het per persoon?
12
Q
How much is it per vehicle?
A
Hoeveel is het per auto?
13
Q
Can I camp here?
A
Mag ik heir kamperen?
14
Q
Can I park next to my tent?
A
Mag ik naast mijn tent parkeren?