075_shopping_bargaining Flashcards
1
Q
bargaining
A
afdingen
2
Q
That’s too expensive
A
Dat is te duur.
3
Q
Can you lower the price?
A
Kunt u wat van de prijs afdoen.
4
Q
Do you have something cheaper?
A
Heeft u iets goedkopers?
5
Q
What’s your final price?
A
Wat is uw beste prijs?
6
Q
I’ll give you five euros.
A
Ik wil er vijf euro voor betalen.