037_time_and_dates Flashcards
1
Q
time
A
tijd
2
Q
dates
A
datums
3
Q
telling the time
A
klok kijken
4
Q
What time is it?
A
Hoe laat is het?
5
Q
It’s 10 o’clock.
A
Het is tien uur.
6
Q
Five past ten
A
Vijf over tien
7
Q
Quarter past 10
A
Kwart over tien
8
Q
Half past 10
A
Half elf
9
Q
Quarter to 11
A
Kwart voor elf
10
Q
Ten to 11
A
Tien voor elf
11
Q
am(night)
A
'’s nachts
12
Q
am (morning)
A
'’s ochtends
13
Q
pm (afternoon)
A
'’s middags
14
Q
pm (evening)
A
'’s avonds
15
Q
At what time …?
A
Hoe laat …?
16
Q
At five
A
Om vijf uur.
17
Q
Calendar
A
kalender
18
Q
Monday
A
maandag
19
Q
Tuesday
A
dinsdag
20
Q
Wednesday
A
woensdag
21
Q
Thursday
A
donderdag
22
Q
Friday
A
vrijdag
23
Q
Saturday
A
zaterdag
24
Q
Sunday
A
zondag
25
January
januari
26
Februrary
februari
27
March
maart
28
April
april
29
May
mei
30
June
juni
31
July
juli
32
August
augustus
33
September
september
34
October
oktober
35
November
november
36
December
december
37
What date is it today?
De hoeveelste is het vandaag?
38
It's 7 april.
Het is de zevende april.
39
Spring
lente
40
Summer
zommer
41
Fall
herfst
42
Winter
winter
43
(when hell freezes over - lit: when Easter and Pentecost fall on the same day)
Als Pasen en Pinkersteren op een dag vallen.
44
present
het heden
45
now
nu
46
today
vandaag
47
this morning
vanochtend
48
this afternoon
vanmiddag
49
tonight
vanavond
50
this week
deze week
51
this month
deze maand
52
this year
dit jaar
53
past
het verleden
54
yesterday
gisteren
55
day before yesterday
eergisteren
56
three days ago
drie dagen geleden
57
since May
sinds mei
58
last night
gisteravond
59
last week
vorige week
60
last month
worige maand
61
last year
vorig jaar
62
yesterday morning
gistereochtend
63
yesterday afternoon
gistermiddag
64
yesterday evening
gisteravond
65
future
de toekomst
66
tomorrow
morgen
67
day after tomorrow
overmorgen
68
in six days
over zes dagen
69
until June
tot juni
70
next year
volgend jaar
71
next week
volgende week
72
next month
volgende maand
73
tomorrow morning
morgenochtend
74
tomorrow afternoon
morgenmiddag
75
tomorrow evening
morgenavond
76
during the day
gedurende de dag
77
afternoon
middag
78
dawn
dageraad
79
day
dag
80
evening
avond
81
midday/noon
middag
82
midnight
middernacht
83
morning
ochtend
84
night
nacht
85
sunrise
zonsopgang
86
sunset
zonsondergang