1 - De grote localisatorische syndromen Flashcards

1
Q

Wat is de functie van het pyramidaal systeem?

A

Uitvoeren van bewuste en vrijwillige bewegingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk deel van de cortex staat in verbinding met de tractus corticospinalis of pyramidalis?

A

De precentrale gyrus of area 4 van Brodman (frontale cortex).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bespreek de tractus corticospinalis.

A

Area 4 → capsula interna → medulla oblongata → kruising 90% vezels t.h.v. decussatio pyramidum → synaps op spinale niveaus met motorische voorhoorncellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van het PMN?

A

Innervatie van de spieren via de alfa-neuronen en tussenkomst in reflexboog via de gamma-neuronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de functie van het CMN?

A

Het heeft een invloed op het PMN. Het kan exciterend werken en spiercontractie induceren en bewuste vrijwillige bewegingen moduleren. Het kan ook inhiberend werken om hyperreflexie en hypertonie te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er bij een letsel van het CMN?

A

Acuut letsel
- Contralaterale uitval van exciterende functie
- Paralyse
- Areflexie
- Hypotonie

Uren-weken nadien
- Uitval van inhiberende werking
- Hyperreflexie
- Hypertonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er bij een letsel van het PMN?

A

Parese, hypotonie, areflexie, atrofie en fasciculaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de functie van het extrapyramidaal systeem?

A

Het is verantwoordelijk voor de automatische bewegingen (bv. armzwaai bij het gaan).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke structuren maken deel uit van het extrapyramidaal systeem?

A
  • Corticale zones in de frontale kwab
  • Basale ganglia
  • Mesencefale kernen: nucleus subthalamicus, substantia nigra, nucleus ruber
  • Medulla oblongata: oliva inferior, substantia reticularis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurt er bij stoornissen van het extrapyramidaal systeem?

A
  • Spiertonus: verhoogd, tandradfenomeen (gelijktijdig aanspannen agonisten en antagonisten)
  • Onwillekeurige bewegingen: verdwijnen tijdens slaap, nemen toe bij emotie, dyskinesie
  • Hyperkinesie: onwillekeurige bewegingen
  • Hypokinesie: verminderde mimiek, verminderd oogknipperen, verminderde armslag, gang met kleine pasjes, moeilijk starten en stoppen,…
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de functie van het cerebellair systeem?

A

Coördinatie van bewegingen, behoud van evenwicht en regeling van spiertonus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er bij stoornissen van het cerebellair systeem?

A
  • Ataxie: afwezigheid van gecoördineerde bewegingen
  • Hypermetrie: doorschieten van bewegingen
  • Intentietremor
  • Dysdiadochokinese: niet kunnen uitvoeren van snel alternerende bewegingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Juist of fout?

De tractus spinothalamicus lateralis is verantwoordelijk voor grove tastzin.

A

Fout, die tractus is verantwoordelijk voor pijn en temperatuur. Grove tastzin is een verantwoordelijkheid van de tractus spinothalamicus anterior.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke regio in de cortex is verantwoordelijk voor de vitale sensibiliteit?

A

De gyrus postcentralis of primaire somatosensoriële cortex (area 1, 2 en 3).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke baan is verantwoordelijk voor de gnostische sensibiliteit?

A

Fasciculus gracilis en cuneatus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er bij stoornissen van de sensibiliteit?

A
  • Anesthesie en analgesie bij totale onderbreking perifere zenuw
  • Paresthesieën bij gedeeltelijke onderbreking van perifere zenuw
  • Aantasting fasciculus gracilis en cuneatus: gevoel van op wolkjes te lopen
17
Q

Wat gebeurt er bij een letsel van de frontale kwab?

A
  • Expressieve afasie bij links letsel
  • Somnolentie
  • Desinhibitie instinctief gedrag
  • Affectieve stoornis: ontremming, euforie, depressie, akinetisch mutisme
18
Q

Wat gebeurt er bij een letsel van de pariëtale kwab?

A
  • Hemi-hypoësthesie
  • Hemi-astereognosie
  • Contralaterale homonieme hemianopsie
  • Praxiestoornissen
  • Stoornissen in ruimtezin
  • Somatognosie
  • Gerstmann-syndroom bij dominante hemisfeer: vingeragnosie, L-R desoriëntatie, dyslexie/grafie, dyscalculie
19
Q

Wat gebeurt er bij een letsel van de temporale kwab?

A
  • Contralaterale homonieme hemianopsie
  • Receptieve afasie
  • Geheugenstoornissen
  • Temporaalkwab epilepsie
20
Q

Wat gebeurt er bij een letsel van de occipitale kwab?

A
  • Contralaterale homonieme hemianopsie
  • Visuele agnosie
21
Q

Wat gebeurt er bij een letsel van de capsula interna?

A

Massieve contralaterale uitval (sensorisch, motorisch, visueel, auditief).

22
Q

Wat gebeurt er bij syndromen van de hersenstam?

A

Typisch gekruist syndroom: in het gelaat is er ipsilaterale uitval en in de rest van het lichaam is er contralaterale uitval.

23
Q

Wat gebeurt er bij een totale ruggenmergsectie?

A

Acuut: spinale shock
- Totale paralyse met hypotonie
- Volledige areflexie
- Uitval van willekeurige lediging blaas en rectum
- Volledige gevoelloosheid onder niveau letsel

Herstelfase: progressief vinniger worden van reflexen, hypertonie

24
Q

Wat is het syndroom van Brown-Séquard?

A

Een hemisectie van het ruggenmerg met
- Homolateraal: CMN uitval distaal van lesie
- Homolateraal: PMN op niveau van de lesie
- Homolateraal verlies proprioceptie
- Contralaterale uitval van pijn en temperatuur

25
Q

Wat is het centromedullair syndroom?

A

Een infarct van de a. spinalis anterior. Dit zorgt voor paralyse, verlies van pijn en temperatuurszin. Er is wel behoud van proprioceptie.