Zorg voor de voeding Flashcards

1
Q

uit wat voor een voedingsstoffen is voedsel opgebouwd?

A

eiwitten, koolhydraten, vetten, mineralen en vitaminen en water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke spieren en gewrichten heb je nodig om te kunnen eten?

A

Van armen, handen, rond de mond en in de mond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke zorgdragers hebben hulpmiddelen bij het eten nodig?

A

Zorgvragers met minder kracht, een gestoorde motoriek, spasmen of pijnlijke gewrichten, reumatiek, gedeeltelijke verlamming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voor een hulpmiddelen worden er gebruikt?

A

Aangepaste drinkbekers, bestek, borden, antislipmatjes en slabben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is belangrijk voor de zorgvrager bij gebruik van die hulpmiddelen?

A

Een goede zithouding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de aandachtspunten voor hulp bij de voeding?

A

1.handen wassen van zorgverlener en van jezelf. 2. Het eten smakelijk opdienen. Pas aan tafel met zorgvrager erbij klein snijden. 3. Gemalen eten niet door elkaar roeren. Vraag aan zorgvrager wat hij wil. 4. Bescherm de kleding van zorgdrager. 5. Plaats zorgvrager in een prettige houding. 6. Geef gelegenheid tot bidden. 7. Zelf niet blijven staan. 8. Ga op ooghoogte bij de zorgvrager zitten en maak contact. 9. Pas snelheid eten aan zorgvrager aan. 10. Plaats na het eten de zorgvrager in de door hem gewenste houding. 11. geef de zorgvrager gelegenheid zijn handen, gezicht en gebit te reinigen. 12. Na het eten bidden indien gewenst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat kan helpen bij verslikken in drinken?

A

verdikkingsmiddel in drank doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aan welke kant van de mond moet je het eten brengen bij iemand met een halfzijdige verlamming?

A

Bij de gezonde kant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem een voorbeeld van zorgvragers die de temperatuur van het eten niet kunnen beoordelen.

A

mensen met dementie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kan een ergotherapeut helpen bij eten en drinken?

A

Hij beoordeelt de gezondheidssituatie, kijkt naar de ontwikkelmogelijkheden van de zorgvrager en geeft advies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar moet je op letten bij het eten met een spastische zorgvrager?

A

Voldoende steun voor lichaam, handen en armen. Rustige prikkelarme omgeving waar die niet wordt afgeleid en zich verslikt. Regelmatig mond reinigen. Let op bij vermeerderde speekselproductie dat je minder harde en zure producten geeft, want dan ontstaat nog meer speeksel. Breng het voedsel bij de voorste kiezen, daarmee kan de spastische zorgvrager beter kauwen. Na de maaltijd water drinken en voedselresten uit wangzakken verwijderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op welke door de overheid opgestelde aandachtspunten moet je rekening houden bij de voeding voor de zuigeling, peuter en kleuter.

A

Stimuleren van borstvoeding. Aanleren van gezond eetgedrag en preventie van overgewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de aandachtspunten voor de eerste hapjes van de baby’s?

A

Bouw de hoeveelheid voedingsvezel geleidelijk op, begin met lichtbruinbrood, Geen keukenzout toevoegen, want dan is de kans op hoge bloeddruk op latere leeftijd groter. Introduceer gluten geleidelijk vanaf 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat wordt er bedoeld met kunstvoeding voor baby’s is gehumaniseerd?

A

Dat het is aangepast naar de samenstelling van moedermelk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is hypo allergene voeding?

A

Voeding waarbij de eiwitten zijn behandeld, zodat het kind geen allergische reactie krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke punten zijn van belang bij flesvoeding?

A

1Werk hygienisch, was je handen, 2Controleer de speen. Het gat moet niet te groot en niet te klein zijn. 3Warm de fles op. 4Controleer de temperatuur met een druppel op je pols. 5Voor het voeden een schone luier. 6Tijdens flesvoeding zuigeling in halfliggende houding 7 Bescherm de kleding meet doekje. 8 Speen moet gevuld blijven met melk, zodat baby geen lucht hapt. 9 Na de voeding of tussendoor boeren.

17
Q

wat doe je met de fles en de speen na de voeding?

A

huishoudelijk schoonmaken en dan in koelkast zetten. In een droge en koude omgeving ontwikkelen bacterien zich niet.

18
Q

Wat doe je bij spruw met de fles na het drinken?

A

Fles en speen uitkoken.

19
Q

noem een aantal soorten flessen en spenen die je kan kopen.

A

extra smalle spenen voor kleine baby’s. Spenen die op de moederborst lijken, voor combinatie borst- en flesvoeding, Een speen waarbij de baby extra moet werken om voldoende binnen te krijgen voor baby’s met zuigbehoefte, Een S vormige fles, zodat de baby in een natuurlijke houding drinkt met het hoofdje omhoog. Hierdoor minder darmkrampjes, boertjes en spugen. Een speen met een ventielsysteem, een soort rietje. Hierdoor krijgt baby minder lucht binnen, een speen met een drinkgat midden aan de bovenkant. Melk komt dan eerst tegen verhemelte aan waardoor baby minder snel drinkt.

20
Q

Wat doet een lactatiedeskundige?

A

Geeft deskundig advies bij borstvoeding, maar kan ook vragen over flesvoeding beantwoorden.

21
Q

Wat houdt een gezond voedingspatroon in?

A

variatie: o.a. ruime hoeveelheden groente, fruit en bruin of volkoren brood. regelmaat:3 hoofdmaaltijden en op vaste momenten iets tussendoor.

22
Q

Waarom hoef je niet bezorgd te zijn als een kind niet eet en hem ook geen extra liflafjes toe te dienen?

A

Een gezond kind dat goed groeit hongert zich niet uit en gaat vanzelf wel weer eten.

23
Q

Waarom is het voor een peuter goed om aan tafel met de gezinsleden mee te eten?

A

Het kan positief bijdragen aan het aanleren van gezond eetgedrag.

24
Q

Noem wat tips om kinderen goed te laten eten.

A

ijsblokjes truc. Kleine porties groente invriezen in ijsblokjes bakje. Combineer en maak het anders klaar. Laat het kind helpen in de keuken. Negeer vervelend gedrag aan tafel. De maaltijd heeft een einde. Kleine porties. Verbieden om eten vies te noemen. Eigen bestek, bordje met mooie afbeelding, warmhoud bordje.

25
Q

Wat kan een oorzaak zijn van een afwijking in de vochtbalans?

A

Hart- en nierproblemen.

26
Q

Wat is een positieve vochtbalans?

A

oedeemvorming. De vochtopname is groter dan het vochtverlies

27
Q

Wat is een negatieve vochtbalans

A

De vochtopname is minder dan het vochtverlies. uitdroging.

28
Q

Noem de normale vochttoevoer bij een mens.

A

drinken 1000-1600ml. eten 800-1000 ml. verbrandingsprocessen in het lichaam. 200-400 ml. Totaal 2000-3000 ml.

29
Q

Noem het normale vochtverlies bij een mens.

A

urine 1100-1800 ml. via de longen 400-500ml. zweet 400-500 ml. ontlasting 100-200 ml. Totaal 2000-3000 ml.

30
Q

Wat is een vochtbalans?

A

24 uur lang wordt meetbaar vocht genoteerd op voorschrift arts of dietist

31
Q

Wat is meetbare vochtinname?

A

Drinken en eten waar vocht inzit.

32
Q

Wat is meetbaar vochtverlies?

A

urine, braaksel en diarree

33
Q

Wat doen arts of dietist met een vochtbalans?

A

Een dietist stelt het dieet van de zorgvrager samen op basis van de vochtbalans. Een arts kan op basis van een vochtbalans medicijnen voorschrijven, bv. plaspillen.

34
Q

Hoe kan je uitdroging vroegtijdig signaleren?

A

Door bloeddruk, temperatuur en pols regelmatig te meten. Bij koorts kan je uitdrogen door weinig eetlust en hoge transpiratie. Lage tensie kan wijzen op uitdroging.

35
Q

Waarom moet je het medicijngebruik van de zorgvrager bij uitdroging in de gaten houden?

A

Bij uitdroging kan het nodig zijn vochtafdrijvende middelen tijdelijk niet te geven.