Dieetleer Flashcards

1
Q

Wat is de gezondheidsraad?

A

Een Nederlands onafhankelijk wetenschappelijk adviesorgaan. Het heeft de opdracht de regering en het parlement te adviseren over vraagstukken op het gebied van de volksgezondheid en het gezondheids (zorg) onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een dieet voorschrift?

A

In het dieetvoorschrift staat het soort dieet, de gegevens over de ziekte en de persoonlijke gegevens van de zorgvrager.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doet een dietist?

A

De dietist maakt een dieetvoorschrift.
De dietist overlegt met de zorgvrager over de samenstelling van het dieet waarbij de voedingsgewoonten van de zorgvrager het uitgangspunt zijn. Daarna werkt hij het dieetvoorschrift uit in een dieetadvies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een dieetadvies?

A

In het dieetadvies staan concrete adviezen, bv. welke voedingsmiddelen de zorgvrager kan kiezen, de variatiemogelijkheden en hoe de zorgvrager de voeding moet klaarmaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Niet alle aangepaste voeding is een dieet. Wanneer is er wel sprake van een dieet?

A

Als de aanpassing in het eetpatroon en voedingspatroon om medische redenen is voorgeschreven (door een arts of dietist) -Als het speciaal voor 1 persoon gemaakt is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn enkelvoudige dieten?

A

Dieten die op 1 punt anders zijn dan normale voeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn samengestelde dieten?

A

Voeding die op meerdere punten afwijkt van de normale voeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is voedingsstofbeperkt -

A

bepaalde voedingsstof minder dan normaal gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is voedingsstofverrijkt+

A

bepaalde voedingsstof meer dan normaal gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is voedingsstofvrij 0

A

Bepaalde voedingsstof helemaal niet gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is voedingsstofconstant C

A

dagelijks precies dezelfde voedingsstof gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is Consistentie?

A

Mate van vastheid, bv. gemalen/vloeibaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke soort zorgvragers krijgen vloeibaar of gemalen eten?

A

Zorgvragers met kauwproblemen,mondaandoeningen, kaakbreuken of slokdarmaandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar moet je opletten als verzorgende als je voeding geeft aan iemand met een dieet van gemalen voedsel?

A

De temperatuur van de maaltijd. En het verzorgd opdienen van het eten. Eventueel het gemalen voedsel in mal stoppen en dan een vorm geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is En

A

energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is Kh

A

koolhydraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is E

A

eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is V

A

vetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is vezel

A

voedingsvezel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is linol

A

linolzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is Chol

A

cholesterol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is Na

A

Natrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is Vlb

A

Vloeibaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is gem

A

gemalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Voor wie is een energiebeperkt dieet nodig?

A

mensen met overgewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe kan overgewicht ontstaan?

A

Als je minder energie verbruikt dan je opneemt met voeding.

27
Q

Wat zijn de doelen van een energiebeperkt dieet?

A

gezonde voedingsgewoonten aanleren en zorgen voor een goede gezondheid.

28
Q

Noem een paar aandachtspunten van een energiebeperkt dieet.

A

-Beperk het gebruik van vet en vetrijke voedingsmiddelen. Vetarme bereidingstechnieken:koken grillen stomen, heldere soepen, rauwkost, halvarine -Beperk het gebruik van lege voedingsmiddelen. Dat zijn voedingsmiddelen waar veel energie in zit maar weinig waardevolle voedingsstoffen voor het lichaam. Dus geen alcohol, snoep, limonade en kant en klaar producten. -Veel voedingsvezels eten. wegens lange verzadigingsduur en vitaminen. - Drink veel energiearme drankjes zoals water thee en koffie zonder suiker en melk. en light frisdranken, magere melk en melkproducten.

29
Q

Wat is het doel van een natriumbeperkt dieet?

A

het verlagen van de bloeddruk, zodat hart en bloedvaten worden ontlast. Bij zwangerschap kan het voorgeschreven worden om de bloeddruk te verlagen en de vochtophoping te verminderen. Bij een verminderde nierfunctie om de nieren te ontlasten. Die hoeven dan minder natrium te verwerken.

30
Q

Waarom is het houden van een zoutloos dieet onmogelijk?

A

Omdat natrium van nature in bijna alle voedingsmiddelen voorkomt.

31
Q

In veel zoutarme producten zit kalium. Waarom is dat niet goed voor hartpatienten?

A

Omdat een te hoge concentratie van kalium in het bloed hartritmestoornissen kan veroorzaken.

32
Q

Wat zijn de aandachtspunten voor een natriumbeperkt dieet?

A

Gebruik geen keukenzout. - Geen of weinig kant en klaar producten. - verhoog de smaak van de gerechten door smaakvolle bereidingstechnieken, bv. grillen. - Maak de gerechten klaar zonder al te veel smaakverlies. - Kies voedingsmiddelen die een uitgesproken smaak hebben of verwerk ze in een gerecht, bv. een uitje. - Kook met kruiden en specerijen.

33
Q

Het lichaam heeft in beperkte mate cholesterol nodig. Waarvoor?

A

Celwand, hormonen en gal

34
Q

Wat is cholesterol?

A

Een vette stof die niet oplost in water.

35
Q

Hoe wordt cholesterol in het lichaam getransporteerd?

A

Verpakt in een eiwit.

36
Q

Noem 2 soorten cholesterel

A

HDL en LDL

37
Q

Wat is HDL?

A

Het goede cholesterol. Het haalt het teveel cholesterol uit het bloed en vervoert het naar de lever, zodat het daar kan worden afgebroken.

38
Q

Wat is LDL?

A

Het slechte cholesterol. Het haalt cholesterol uit de lever en transporteert het naar de cellen. Als er teveel van is dan blijft het in je bloed zitten en kan het vervolgens aan de wanden van slagaders vastplakken en verstoppingen veroorzaken.

39
Q

Wat voor een dieet moet een zorgdrager met een te hoog cholesterolgehalte volgen?

A

Een cholesterolbeperkt en linolzuur verrijkt dieet.

40
Q

Waardoor kan je een te hoog cholesterol gehalte krijgen?

A

Erfelijkheid, te veel verzadigde vetten eten. Diabetes Mellitus, overgewicht, te traag werkende schildklier of bepaalde medicijnen.

41
Q

Noem plantaardige producten met verzadigd vet.

A

Chocolade en kokos

42
Q

Noem dierlijke producten met verzadigd vet.

A

vet vlees, vette vleeswaren, volvette kaas, volle melk, volle yoghurt, (koffie)room, roomboter, harde frituurvetten, margarine. Producten waar vet in verwerkt is, zoals koekjes, gebak, luxe broodjes en chips.

43
Q

Noem producten met onverzadigde vetten zoals linolzuur.

A

mais-, zonnebloem-, olijfolie, dieetproducten zoals dieetmargarines, dieetdressing, dieetkaas. vissoorten, nootsoorten en pindakaas.

44
Q

Welke producten bevatten heel veel cholesterol en moet je bij een cholesterol beperkt dieet niet veel nemen.

A

eierdooier , orgaanvlees, schaal of schelpdieren.

45
Q

noem de aandachtspunten van een cholesterolbeperkt en een linolzuurverrijkt dieet.

A

Kies bereidingstechnieken waarbij weinig vet wordt gebruikt. gebruik linolzuurrijke olie voor salades en bakken, gebruik dieetmargarine, magere melkproducten, magere vleeswaren en vetarme,linolzuurrijke kaas, eet 1 of 2 keer per week vis.

46
Q

Aan wie wordt een energie-/eiwitverrijkt dieet voorgeschreven?

A

Dit dieet is om te herstellen, bijvoorbeeld na een operatie. Het wordt ook voorgeschreven bij ondervoeding.

47
Q

Wat is het doel van een energie-/eiwitverrijkt dieet?

A

De zorgvrager meer energie en bouwstoffen geven zodat zijn lichaam kan aansterken. De energie is nodig om de eiwitten als bouwstof te gebruiken. Bij te weinig energie worden de eiwitten als energieleverende stof gebruikt en herstelt het lichaam niet.

48
Q

Wat kan je eten voor extra energie?

A

Meer koolhydraten, bv. milkshake ipv melk. Licht verteerbare vetrijke voedingsmiddelen, zoals roomboter, volvette kaas, slagroom en koffieroom.

49
Q

Hoe krijg je extra eiwitten binnen?

A

eiwitrijke voedingsmiddelen, zoals kaas, vlees, ei en kwark.

50
Q

Hoe zorg je dat een zorgdrager die weinig eetlust heeft toch genoeg eiwitten en energie binnenkrijgt?

A

Tussendoortjes, maaltijden smakelijk opdienen, niet te grote maaltijden opdienen, een halfuur voor het eten bouillon geven.

51
Q

Wat moet de zorgvrager extra krijgen bij ernstige ondervoeding?

A

Dieetproducten die eiwitverrijkt zijn of energie- en eiwitverrijkt.

52
Q

Uit wat voor vormen bestaan dieetproducten.

A

kant en klaar als drank, soep of sondevoeding. Of in poedervorm om door maaltijden te doen.

53
Q

Wat is er mis bij iemand met diabetes mellitus?

A

Er is een tekort aan insuline. De glucose kan niet naar de cellen waar de glucose gewoonlijk verbrand wordt., maar blijft achter in het bloed. Het lichaam zal proberen de glucose kwijt te raken door het uit te plassen.

54
Q

wat zijn de verschijnselen van diabetes mellitus?

A

veel plassen, veel drinken om dit vochtverlies aan te vullen, minder fit voelen door het verlies van energie, afvallen, omdat het lichaam energie tekort komt en energie haalt uit vetreserves.

55
Q

Wat is het verschil tussen diabetes mellitus type 1 en 2?

A

Bij type 1 maakt de zorgvrager helemaal geen insuline aan omdat het afweersysteem de cellen die insuline aanmaken heeft vernield. Bij type 2 is er te weinig insuline en reageert het lichaam niet op insuline. Bij type 1 krijgt de zorgvrager insuline via een insulinepomp of injectie. Bij type 2 krijg je medicijnen, voedingsadviezen, bewegingsadviezen en soms insuline injecties. Type 1 komt minder voor dan type 2.

56
Q

Wat vergroot de kans om Diabetes mellitus type 2 te krijgen?

A

Overgewicht, weinig bewegen, een hogere leeftijd en een erfelijke aanleg.

57
Q

De maaltijd voor mensen met diabetes mellitus bestaat uit goede, gezonde voeding. Waar moet je op letten?

A
  1. Beperk het gebruik van vet en vetrijke voeding. eet weinig verzadigd vet. Want bij diabetici is de kans op ontstaan van hart- en vaatziekten groter. 2.Zorg voor een goed gewicht. Bij te zware mensen kan de insuline niet goed werken en gaat het bloedsuiker dus omhoog. 3. Verdeel koolhydraten regelmatig over de dag. Want koolhydraten worden in de darmen omgezet in glucose en dat komt in het bloed terecht.
  2. gebruik suiker met mate.
58
Q

Waarom is het beter dat diabetici geen speciale dieetproducten voor diabetici gebruiken?

A

In die dieetproducten voor diabetici zit veel vet.

59
Q

noem 2 zoetstoffen.

A

sorbitol en xylitol.

60
Q

Wat kan je krijgen van teveel zoetstoffen.

A

Winderigheid en diarree.

61
Q

Wat kunnen redenen zijn waarom zorgvragers zich niet of maar gedeeltelijk aan hun dieet houden?

A

niet genoeg discipline, weinig steun van de omgeving of te weinig inzicht in de noodzaak van een dieet.

62
Q

Wat is de taak van de verzorgende bij het dieet?

A

Problemen met het volgen van een dieet signaleren, na te gaan waarom een zorgvrager problemen heeft en samen een oplossing zoeken. Belangrijk is inbreng van mantelzorgers. Soms voorlichting geven eventueel met hulp van internet, verenigingen, lotgenoten. Of dietist weer inschakelen.

63
Q

Wat moet een verzorgende niet doen, als iemand zich niet aan zijn dieet houdt?

A

De verzorgende mag de zorgvrager niet verwijtend toespreken.