ZO week 4 Flashcards
4 histologische typen ovariumcarcinomen:
- Epitheliaal
- Niet-epitheliaal
- Sexcord-stromacel tumoren
- Mesenchymale tumoren
Tumormarkers:
- CA-125 voor epitheliale tumoren, ook verschillende goedaardige aandoeningen
- CEA voor mucineuze tumoren
- AFP, hCG, en LDH zijn markers voor kiemceltumoren
- Androgeen, cortisol, oestradiol, inhibine ent testosteron voor granulosaceltumoren (oestradiol en inhibine) en sertoli-leydigceltumoren (testosteron)
- NSE voor neuro-endocriene tumoren
Neoplasmatas als gevolg van endometriose:
endometroïd en clear cell carcinomen
Carcinomen met origine in ovaria
endometroïd, mucineus, clear cell, borderline, laaggradig sereus
Ovaria ontstaan uit primordiale kiemcellen, rest uit Mülleriaans weefsel. Daaraan is dus soms ook oorsprong te herkennen.
Waarom geeft syndroom van Turner vaak amenorroe?
Meestal een primaire amenorroe bij het syndroom van Turner. Als de aandoening een mozaïek (X-/XX) vorm is zie je vaker een secundaire amenorroe.
Risico vervroegde menopauze:
- Osteoporose
- Veranderd lipiden en glucose metabolisme HVZ
Behandeling vervroegde menopauze:
- Lifestyle interventie
- Oestrogeen substitutie
- Calcium- en bisfosfonaten
Ageing of ovariële veroudering
Het korter worden van de menstruele cyclus kan een aanwijzing zijn dat de voorraad oocyten en ook de kwaliteit hiervan sterk is afgenomen en dat hiermee de kans op zwangerschap klein is.
Onderzoek naar ovariële veroudering
Onderzoek hiernaar kan zijn vroeg folliculaire fase hormoonbepaling (FSH, LH en E2), AMH en echoscopisch tellen van het aantal antrale follikels in de ovaria (antral follicle count = AFC).
Aanvullend onderzoek contactbloedingen
- Onderzoek van fluor, onderzoek naar chlamydia
- Uitstrijkje
- Colposcopie
DD post-coïtaal bloedverlies:
- Cervicitis
- Ectropion (fysiologisch)
- Erosie epitheel
- Ulcera
- Poliep
- Premaligne afwijkingen
- Cervixcarcinoom
- Vaginitis
- Lichen sclerosus
- Vulvitis
- Condylomata acuminata
Behandeling ectropion:
aanstippen van de meest kwetsbare plekken met AgNO3 (zilvernitraatoplossing). De werking bestaat uit het coaguleren van het (cilinder)epitheel, dat vervolgens plaatselijk versnelt tot actieve metaplasie kan worden aangezet, waardoor het steviger plaveiselepitheel ontstaat. Soms ook cryocoagulatie.
Urge-incontinentie oorzaken:
o Idiopathisch
o Cystitis
o Blaastumor
o Subvesicale obstructie
o Neurogeen blaaslijden
Overloopincontinentie oorzaken
o Subvesicale obstructie
o Acontractiele blaas (bijvoorbeeld door diabetes, neurogeen lijden zoals bijvoorbeeld MS)
o Verslapping van de gladde spieren van de blaas door medicamenten.
o Psychogene retentie
Stress-incontinentie als gevolg van
o een hypermobiele vagina voorwand: urethrale hypermobiliteit.
o ISD: intrinsieke sphincter deficientie.
Bij vrouwen is het bijna altijd hypermobiele urethra, bij mannen bijna altijd intrinsieke sfincterdisfunctie (bijv door beschadiging na prostatectomie, denervatie of bestraling)