ZO week 2 Flashcards

1
Q

Anamnese hevige menstruatie:

A
  • de duur van de menstruatie (tot 5-6 dagen is normaal);
  • de duur van de klacht;
  • de hoeveelheid bloedverlies aan de hand van gebruikt opvangmateriaal, hier zijn geen vaste regels voor te geven, je kunt eventueel de hoeveelheid bloedverlies laten bijhouden door verbanden en/of tampongebruik te laten registreren;
  • het verlies van stolsels;
  • het gevoel van slapte;
  • eventueel gebruik van medicijnen die de bloedstolling beïnvloeden.
  • aanwijzingen voor stollingsproblematiek (snel blauwe plekken, familiaire belasting stollingsziekten).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Te veel menstrueel bloedverlies

A

> 120 ml per menstruatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oorzaken HMB (uterus zelf):

A
  • Uterus myomatosus
  • Endometrium poliep
  • Hyperplasie endometrium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Myoom

A

goedaardige bolvormige woekering van de gladde spier van de baarmoeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Er zijn vier typen (leio)myomen:

A
  • submuceus: deze liggen onder het slijmvlies (endometrium);
  • intramuraal: deze liggen in de wand van de baarmoeder;
  • subsereus: deze liggen onder de buitenbekleding (serosa) van de baarmoeder;
  • gesteeld: deze liggen los van de baarmoeder maar zijn nog met een steel hieraan verbonden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is myoom geassocieerd met menstruatiestoornis?

A

Nee, veel myomen zijn niet geassocieerd met menstruatiestoornissen. Naarmate het myoom verder van het cavum verwijderd is (en kleiner is) wordt de kans dat het myoom een oorzaak is kleiner. Een subsereus myoom, ook al is die groot is als regel niet geassocieerd met menstruatiestoornissen. Een intracavitair myoom, ook als is die klein, als regel wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Behandeling HMB:

A
  • Continu: Mirena spiraal
  • Cyclish: OAC
  • Operatief: myoom weghalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Anatomische structuren erectie:

A
  • Arterieel: a. pudenda interna (a. cavernosa)
  • Veneus: venae emisseria die samenkomen in de vena dorsalis, venae cavernosa
  • Zenuwen: parasympatische plexus pelvicus (geeft erectie), de nervus hypogastricus (sympathisch, laat erectie verdwijnen) en de somatische nervus pudendus (stimulatie van de bekkenbodemspieren, rigiditeit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Erectiemechanisme:

A

Een erectie is het resultaat van een toename van de arteriële bloedtoevoer, een relaxatie van de gladde spiercellen van het corpus cavernosum en een afname van de veneuze bloedafvoer.

Na stimulatie van de nervi cavernosa komt stikstofoxide vrij uit het endotheel van het corpus cavernosum en veroorzaakt een vasodilatatie van de caverneuze arteriën en de aftakkende arteriae helicinae. Tevens treedt een relaxatie op van de gladde spiercellen die de caverneuze ruimten (sinussen) omgeven en vullen de sinussen zich met bloed. Dit proces leidt tot zwelling van de penis en tot intra-caverneuze drukverhoging. Als gevolg hiervan worden de veneuze verbindingen gecomprimeerd. Dit leidt tot een afname van de veneuze afvoer met stijfheid (rigiditeit) als gevolg. Verdere rigiditeit wordt verkregen door ritmische contracties van de somatisch geïnnerveerde bekkenbodemspieren musculus bulbocavernosus en ischiocavernosus, met als gevolg een verdere drukstijging in het corpus cavernosum. Deze ritmische contracties spelen ook een rol bij de emissie van semen uit de urethra.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verslapping van de erectie

A

Verslapping van de erectie treedt op door (adrenerge) vasoconstrictie en tonusverhoging van de gladde spiercellen van het corpus cavernosum. Adrenaline is de neurotransmittor, behorende bij het sympatische zenuwstelsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Testosteron en erecties

A

Testosteron werkt zowel in de hersenen (Libido) als in het zwellichaam van de penis (o.a. de vorming van stikstofoxide synthetase). Reflexerecties zijn relatief testosteron onafhankelijk en ontstaan via stimulatie van de penis en afferente impulsen via de nervus pudendus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Risicofactoren erectiele disfunctie:

A
  • medicatie
  • roken
  • veroudering
  • hart- en vaatziekten
  • hypertensie
  • diabetes mellitus
  • overgewicht
  • hyperlipidemie
  • OK/trauma/radiotherapie in het kleine bekken
  • penoscrotale afwijkingen
  • neurologische ziekten
  • prostaatklachten
  • psychologisch: stress, depressie, faalangst, relatieproblemen, verdriet (rouw), prestatiedwang
  • seksuologisch: inadequate seksuele stimulatie, beperkt erotisch repertoire, irreële verwachtingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Molazwangerschap

A

Een mola zwangerschap is een histologische diagnose, waarbij er hydropische villi en trofoblast hyperplasie met atypie gevonden worden (=trofoblasttumor). Er kan onderscheid gemaakt worden tussen een complete en partiele mola. Vrijwel alle trofoblastziekten produceren het humaan choriogonadotrofine (hCG), een specifiek zwangerschapshormoon dat normaliter door de placenta wordt geproduceerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe ontstaat molazwangerschap?

A

Een mola zwangerschap ontstaat uit placenta vlokken: er is altijd een zwangerschap aan vooraf gegaan. Het wordt beschouwd als een bijzondere vorm van een miskraam waarbij er bij de conceptie een stoornis is opgetreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Symptomen mola hydatidosa:

A

: misselijkheid, vaginaal bloedverlies (anemie, hyperthyreoïdie, buikpijn, vergrote uterus en vergrote ovaria)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

AO en behandeling mola

A

Aanvullend onderzoek: serum hCG
Behandeling: zuigcurretage, controleren op metastase, afraden zwangerschap en controle serum hCG

17
Q

Persisterende trofoblastwoekering:

A
  • Symptomen hetzelfde, evt ook symptomatische metastasen
  • Diagnostiek: serum hCG, transvaginale echo, CT
  • Behandeling: methotrexaat-kuur totdat hCG normaal
18
Q

Geneesmiddelen met teratogene effecten

A

Softenon (thalidomide)  focomelie (ontbreken van ledematen)
DES (di-ethylstilbestrol)  afwijkingen bij geslachtsorganen, verhoogde kans op subfertiliteit en vaginacarcinoom

19
Q

Teratogenese

A

Teratogenese staat voor de inductie van ernstige lichamelijke misvormingen tijdens de foetale ontwikkeling. Deze is het grootst tijdens organogenese (eerste trimester). Kan direct of indirect effect hebben. Voor directe schade is placentapassage nodig. Bij een foetus is de bloed-hersenbarrière meer permeabel, waardoor er sneller schade ontstaat.

20
Q

Alcohol en zwangerschap

A

Alcohol in eerste trimester geeft vooral lichamelijke afwijkingen (foetaal alcohol syndroom), in laatste trimester vooral hersenafwijkingen.

21
Q

Cocaïne en zwangerschap

A

Cocaïne verhoogt de concentraties van neurotransmitters zoals noradrenaline en dopamine. Hoge concentraties noradrenaline, via stimulatie van α1 receptoren, verminderen de doorbloeding van de uterus, zodat foetale hypoxie kan optreden (met als gevolg bijv. een verminderde ontwikkeling van de ledematen); daarnaast kan cocaïne ook in de foetus terechtkomen, waar het minder snel wordt afgebroken, en dus ernstige effecten kan hebben (tachycardie, hypertensie, hypoxie).

22
Q

Wat is neonatal abstinence syndrome

A

Baby’s van verslaafde moeder zijn zelf ook verslaafd, neonatal abstinence syndrome’ (NAS), gekenmerkt door hyperactiviteit, slaapproblemen, autonome disfunctie en diarree. Therapie hiervoor is tijdelijke behandeling met opiaten.

23
Q

Geneesmiddelen en borstvoeding

A

De melkproductie staat onder invloed van prolactine, waarvan de release gestimuleerd wordt door oestrogenen en geremd door dopamine; dopamine agonisten kunnen worden toegepast bij een prolactinoom en ter onderdrukking van de postpartale lactatie.
Basische geneesmiddelen (erythromycine, betablokkers) bereiken iets hogere concentraties in de moedermelk dan in bloed. Nier- en leverfunctie zijn bij pasgeborenen nog onderontwikkeld: risico op ophoping van een geneesmiddel.

24
Q

Pijnstillers tijdens zwangerschap

A

Veilige pijnstiller tijdens zwangerschap is paracetamol. NSAID geeft verhoogd risico op:
- Bloedingen
- Remmen van weeënactiviteit
- Doofheid bij pasgeborene

25
Q

Obstipatie tijdens zwangerschap

A

Obstipatie tijdens zwangerschap:
- Lactulosesiroop
- Magnesiumzouten
- Volumevergrotende middelen

26
Q

Misselijkheid/braken tijdens zwangerschap

A

medicamenteuze therapie geïndiceerd (anders water/zout stoornis), bijv met antihistaminicum.