HC week 2 Flashcards

1
Q

Fertiliteit tijdspad

A

Fertiliteit: voortplanten binnen ongeveer 1 jaar (80%-85%)
Afnemende kans op zwangerschap hangt voornamelijk samen met leeftijd van de vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voorwaarden voor conceptie

A
  • Eicel
  • Zaadcel
  • Bij elkaar komen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Follikelontwikkeling en FSH-afhankelijkheid

A

Periode van primordiale stadium naar secundair duurt ca 120 dagen, van secundair naar vroeg antraal nog eens 70-75 dagen. Dan bereikt hij het gonadotrofine gereguleerde stadium (gevoelig voor FSH).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

FSH window concept

A

FSH moet bepaalde drempelwaarde overschrijden voordat er follikels gevoelig voor zijn, boven threshold gaan ze groeien, eentje loopt voor en wordt geselecteerd vanwege dominantie. Via negatieve feedback van dominante follikel gaat het FSH weer onder de drempelwaarde waardoor er maar 1 follikel ontwikkelt. Dominante follikel groeit daarna door onafhankelijk van FSH (wel nog LH nodig om meiose af te maken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

LO vrouw vruchtbaarheidsproblemen

A
  • Gewicht, lengte, BMI
  • Habitus
  • Beharingspatroon
  • Genitalia externa
  • Speculum en vaginaal toucher
  • Echo
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

AO vruchtbaarheidsproblemen

A
  • Semenanalyse: normospermie –> geen verder onderzoek voor man
  • Mid-luteaal progesteron
  • Chlamydia antistof titer in serum (CAT)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Monitoring menstruele cyclus

A
  • LH detectie in urine
  • Echo monitoring follikelgroei
  • Progesteron in luteale fase
  • (temperatuurstijging)
  • Endometrium beoordeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Diagnostiek mechanische factoren

A
  • Indicatie: CAT positief, PID in anamnese, verdenking endometriose
  • Actieve infectie uitsluiten
  • Vindt plaats in folliculaire fase
  • Tubatest met blauwe kleurstof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Schade door chlamydia

A
  • Afsluiting/verlittekening
  • Periovariële/peritubaire adhesies
  • Intraluminale functiestoornis
  • Kans is klein: 1-15%, afhankelijk van titerhoogte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Prognostische modellen

A

Prognostische modellen kunnen kans op spontane zwangerschap berekenen. Alleen geassisteerde zwangerschap als deze kans kleiner is dan de kansen van de behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verschillen klinisch geneticus

A
  • Familie-dokter
  • Diagnose soms op basis van familiegegevens
  • Genetische diagnostiek impliceert ook risicobepaling voor familieleden
  • Risicobepalend, voorspellend, preventief
  • Non-directiviteit; eigen keuze
  • Behandelt niet klinisch; vooral diagnostisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

4 onderdelen genetische counseling

A

weloverwogen, goed geïnformeerde eigen keuze op het juiste moment in het leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Redenen voor erfelijkheidsadvies:

A
  • Ouders met gehandicapt kind naar herhalingsrisico
  • Erfelijke familiaire aandoening
  • Aandoening met risico voor nageslacht
  • Bloedverwantschap tussen adviesvragers
  • Risico’s in verband met schadelijke externe factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Adagia van klinisch genetisch onderzoek:

A

liefst beginnen bij patiënt met de aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Invloed erfelijke aandoening op kinderwens:

A
  • Afzien van verdere kinderen
  • Risico accepteren
  • Prenataal onderzoek, evt met selectieve abortus
  • Kunstmatige inseminatie met donorsperma
  • Adoptie
  • Pre-implantatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Prenatale diagnostiek

A

Prenatale diagnostiek kan via vruchtwaterpunctie (risico op spontane abortus), of via een NIPT of echo.

17
Q

Verwantschapsbepalingen

A

Verwantschapsbepalingen kunnen gebruikt worden bij rechtbankzaken, rampen of medische fouten. Dit wordt gedaan met short tandem repeats (ca 15 nodig om iemand te identificeren).

18
Q
A