VO week 2 Flashcards

1
Q

Bekleding ovaria:

A
  • Oppervlakte-bekleding: De buitenkant van het ovarium is bekleed met één cellaag dik mesotheel. (In de literatuur wordt deze laag volkomen ten onrechte “kiemepitheel” genoemd). Mesotheel vind je ook als bekleding van de andere inwendige organen, zoals de darm, de lever, het buikvlies etc.
  • Tunica albuginea: Laag bindweefsel direct onder het mesotheel, met een relatief grote hoeveelheid vezels en parallel aan het oppervlak van het ovarium gerangschikte cellen (fibroblasten).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In achtereenvolgende stadia van rijping vinden de volgende veranderingen plaats:

A
  1. De oöcyt wordt steeds groter. Vergelijk in het preparaat de diameter van eicellen in primaire, secundaire en Graafse follikels;
  2. Er wordt een zona pellucida gevormd op de grens van oöcyt en granulosa cellen;
  3. De granulosa cellen prolifereren verder en vormen meer lagen;
  4. Tussen de granulosa cellen vindt vloeistofophoping plaats (er ontstaan ruimten: antra), eerst in verspreid liggende gebiedjes (secundaire of antrale follikel);
  5. De antra raken met elkaar verbonden en vrijwel de gehele holte van de follikel wordt met vocht gevuld. De eicel blijft door granulosa cellen omgeven, maar komt aan een kant van de nu grote holte te liggen. De follikel is nu uitgerijpt tot Graafse follikel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verschillen in secretoire fase:

A
  • Breder endometrium
  • Kartelige klierbuizen
  • Secreet in buis
  • Stroma losmaziger
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly