Zelfstandige Naamwoorden 6 Flashcards
1
Q
the arse, crack
A
de reet
2
Q
the respect, aspect (of something)
A
het opzicht
3
Q
the appreciation
A
de waardering
4
Q
the self-control
A
de zelfbeheersing
5
Q
the flash
A
de flits
6
Q
the glass(green)house
A
de broeikas (de kas)
7
Q
the knuckle
A
de knokkel
8
Q
the headache
A
de koppijn
9
Q
the nickname
A
de bijnaam
10
Q
the inquiry
A
de nauraag
11
Q
the cross, (also- anatomy- the crotch)
A
het kruis
12
Q
the covering, sheet, dust-cover, sleeve
A
de hoes
13
Q
the disorder, complaint
A
de aandoening
14
Q
the thread
A
de draad
15
Q
the collision, crash (a)
A
de aanrijding