Hoe Nederland gratis geld binnenharkt Flashcards
1
Q
Government Bonds
A
Staatleningen
2
Q
Shown previously
A
eerder vertoond
3
Q
The provider (e.g. finance)
A
de verstrekker
4
Q
The crash/emergency course
A
de spoedcursus
5
Q
economical/sparing
A
zuinig
6
Q
To lower (verb) (e.g. an interest rate)
A
verlagen
7
Q
‘In den vergangenen Jahren’…
A
in de afgelopen jaren
8
Q
und derartige (‘..and the like..’)
A
en dergelijke
9
Q
gerade
A
juist
10
Q
the slingshot/pendulum
A
de slinger
11
Q
‘But there is also a catch’
A
Maar het zit ook een addertje onder het gras
12
Q
To end up..(verb)
A
Terechtkomen
13
Q
The Trade War
A
de handelsoorlog
14
Q
again, yet again
A
alweer
15
Q
‘Should it’ (happen etc.)
A
‘Mocht het’
16
Q
To go wrong (verb)
A
Misgaan
17
Q
Interest rate cuts
A
Rentverlagingen
18
Q
Damaging/Harmful
A
schadelijk
19
Q
Nervous
A
zenuwachtig