Words Flashcards
Slow
Rustig
Fast
Snel
Rustig
Slow
Snel
Fast
Enchanté
Aangenaam
Mother tongue
Moedertaal
Language
Taal(en)
Taal(en)
Language
Today
Vandaag
Vandaag
Today
Later
Later
Klank(en)
Sonido
Sonido
Klank(en)
Day
Dag(en)
Month
Maand(en)
Week
Week - Weken
Year
Jaar
Igual
hetzelfde
Job
job/beroep
neighbor
de buur (buren)
Person (people)
de Mens (Mensen)
Man
de man (mannen)
woman
de vrouw ( vrouwen)
kid
het kind (kinderen)
kid (masc)
de jongen (jongens)
girl
het meisje (meisjes)
lesson
de les (lessen)
glasses
de bril
way (the correct way)
vorm
verb
het verbum (verba)
For Example
bijvoorbeeld
newspaper
de krant
pencil
het potlood
the exercise
de oefening(en)
always
altijd
difficult
moeilijk
difference
verschil
in the mornings
’s morgens
La seeeeeeed
dorst (Ik heb dorst)
hungry
ik heb hunger
unfortunately
Jammer
sentence
de zin(nen)
course
de cursus(cursussen)
lesson
de les (lessen)
Room
het lokaal (lokalen)
board
het bord (borden)
chair
de stoel (stoelen)
table
de tafel (de tafels)
door
de deur (deuren)