Jobs en studies Flashcards
the educational system
het onderwijs
the teacher
de docent
to give class to
les geven (aan)
to follow a lesson in
les volgen (bij)
Primary school
het basisonderwijs
Kindergarten (from 2.5 to 6 years)
de kleuterschool
elementary school (from 6 to 12 years - mandatory)
de lagere school (verplicht)
secondary school
het secondair onderwijs
high school (from 12 to 18 years - mandaroty)
de middelbare school - verplicht
the subject (la materia)
het vak (vakken)
math
viskunde
sciences (biology, physics, chemistry)
wetenschappen (biologie, fysica, chemie)
Geography
aardrijkskunde
history
geschiedenis
physical education
lichamelijke opvoeding (LO)
higher education (from 18 years…)
het hoger onderwijs
College
de hogeschool
la carrera de universidad
de studierichting
Law (subject)
Rechten
Medicine (de vaak)
Geneeskunde
the course/the training
de opleiding
Succeed in (e.g., the examen) + example in perfectum and present
slagen voor. Ik BEN geslaagd voor niveau 1. Ik wil slagen voor het examen.
Fail in (e.g., the examen)
zakken voor
Graduarse
Afstuderen
Diploma
het diploma
remember/memorize
onthouden
It is needed
nodig/nuttig
To have knowledge of
verstand hebben van
the interests
de interesse (voor/in)
to be interested in
geínteresseerd zijn in
over all (sobre todo)
vooral
Past/present/future
het verleden/het heden/het toekomst
the job/het beroep
de baan
the company (4 soorten)
het bedrijf/de firma/de zaak/de onderneming
the salary (2 soorten)
het loon/het salaris
guadagnare
geld verdienen
benefits + example (unemployment benefit)
de uitkering + werkloosheiduitkering
een uitkering krijgen