Woordenlijst Babeliowsky 141-148 Flashcards
1
Q
ventus
A
wind
2
Q
venus, -eris
A
- (godin van de) liefde
- schoonheid, charme
3
Q
ver, veris
A
lente
4
Q
verbum
A
woord
5
Q
vereri
A
vrezen
6
Q
vero
A
- werkelijk, inderdaad
- echter
7
Q
versare
A
- wentelen
- behandelen, bezig zijn
8
Q
versari
A
- zich bevinden
- bezig houden met
9
Q
versus, -us
A
(vers)regel
10
Q
vertere
A
- wenden
- (pas.) zich bevinden
11
Q
vertex, -icis
A
- draaikolk
- kruin, top
12
Q
verum (voegw.)
A
maar
13
Q
verus
A
- waar, werkelijk
- juist, behoorlijk
14
Q
vester
A
uw, jullie
15
Q
vestigium
A
(voet)spoor
16
Q
vestis, -is
A
kleed, kledingstuk
17
Q
vetare
A
verbieden
18
Q
vetus, -eris
A
oud
19
Q
vexare
A
kwellen, teisteren
20
Q
via
A
- weg, straat
- reis
- methode
21
Q
vicinus
A
naburig
22
Q
vicis
A
- afwisseling, beurt
- positie, rol
23
Q
victima
A
offerdier, slachtoffer
24
Q
victor, -oris
A
overwinnaar, overwinnend
25
Q
victoria
A
overwinning
26
Q
victus, -us
A
- levensonderhoud
- levenswijze
27
Q
videre
A
- zien
- erop toezien