Woorden Babeliowsky: A-B (p. 9-22) Flashcards
a(b)
- van(af)
- door
abdere
verbergen
abesse
afwezig zijn, verwijderd zijn
abire
weggaan
abstinere (e)
afhouden van
ac, atque
en
accedere (mk)
naderen, erbij komen
accendere (mk)
- in brand steken
- aanvuren
accidere (mk)
gebeuren
accipere (mk)
ontvangen, krijgen
acer, acris
hevig, fel, vurig
acies
- slag
- slaglinie
acutus
scherp
ad
- naar
- bij
- tot
addere (mk)
toevoegen
adducere (mk)
brengen naar
adeo
(zo)zeer
adesse
- aanwezig zijn
- steunen
adhibere
- erbij halen
- gebruiken
adhuc
- tot nu toe
- nog
adicere (mk)
toevoegen
adimere (mk)
ontnemen
adipisci, -eptus sum
verkrijgen
adire
- gaan naar
- zich wenden tot
aditus, -us
toegang
adiungere
toevoegen
adiuvare
helpen
administrare
beheren, besturen
admirari
- bewonderen
- zich verwonderen
admonere (e)
- wijzen op
- aansporen
adolescens, -tis
jonge man
adstare
erbij staan
adventus
aantocht, aankomst
adversus
- toegewend, recht tegenover
- tegenover
adversus, adversum (prep)
jegens
adulterium
overspel
aedes, -is
- vertrek, tempel
- (pl.) huis
aegre
- met moeite
- ongaarne
aeque
net zo, even
aequare
even maken, gelijk maken
aequor
- vlak
- zee
aequus
- gelijk
- billijk
- gunstig
aër, aëris
(beneden) lucht
aërius
van-, in de lucht
aes
brons, geld
aestas, atis
zomer
aestimare
schatten, menen
aestus, -us
deining, hitte
aetas, -atis
- leeftijd
- levenstijd
- periode
aeternus
eeuwig
aether, -is
(boven)lucht, hemel
aevum
- tijd
- levensduur
affectus, -us
gemoedsgesteldheid, stemming
afferre
- ergens heen brengen
- melden
- veroorzaken
afficere (mk)
iemand iets aandoen
age
vooruit!
ager
akker, veld
agere (mk)
- drijven
- doorbrengen
- (be)handelen
aggredi
- zich wenden tot
- ondernemen, beginnen
- aanvallen
agitare
opjagen, zich met iets bezig houden
agmen, -inis
stoet, kolonne
agnoscere
- herkennen, inzien
- erkennen
agnus
lam, jong schaap
agrestis
- tot de akker behorend
- onbeschaafd
agricola
landbouwer, boer
ait
zeggen, beweren
ala
- vleugel (van een vogel)
- vleugel (van een leger, met de ruiter en/of bondgenoten)
albus
wit
alere
voeden, grootbrengen
ales, -itsi
gevleugeld, vogel
alienus
- aan een ander toebehorend
- vreemd
- ongunstig
alioqui
overigens
aliquando
eens, ooit
aliquis
iemand, een of andere, ‘n
aliter
op een andere wijze, anders
alius
(een) ander
almus
voedend, weldadig
alter, -ius
- de een (c.q.: de ander)
- tweede
altus
hoog, diep
amare
liefhebben, houden van
amarus
bitter, grievend
ambitio, -onis
politieke campagne
ambo
beiden (te samen)
amicitia
vriendschap
amittere
verliezen
amnis
stroom, rivier
amor, -is
liefde
amplecti
omarmen
amplus
ruim, aanzienlijk
an (vraagpartikel)
of
anguis, -is
slang
angustus
nauw, eng, beperkt
anima
leven, levensadem, adem, ziel
animadvertere (mk)
opmerken, aanmerkingen maken op, straffen
animal, -is
- levend wezen
- dier
animus
- ziel
- geest
- gemoed
- moed
annus
jaar
ante, antea (adv)
tevoren
ante (prep)
voor
antequam
voordat
antiquus
oud
antum
grot
anxius
bezorgd, angstig
aper
wild zwijn
aperire
openen
apertus
open, openbaar
apis, -is
bij (dier)
apparere (e)
verschijnen
apparet
het is duidelijk
appellare
toespreken, roepen, noemen
appetere
streven naar
apponere
zetten bij, op
aptus
geschikt
apud
bij
aqua
water
ara
altaar
aratrum
ploeg
arbitrium
oordeel, beslissing
arbitrari
menen
arbor, -is
boom
arcere (e)
weren
arcessere (mk)
ontbieden, laten komen
arcus, -us
boog
ardere (e)
branden
arduus
steil, moeilijk
arena, harena
zand
argutus
scherp(zinnig)
aridus
droog, dor
arista
(koren)aar
arma, -orum
- wapens
- tuigage
armatus
bewapend
armentum
kudde
arrigere (mk)
opsteken
arripere (mk)
aangrijpen
ars, artis
- ambacht, techniek
- wetenschap, kunst
artus, -uum
ledematen
arvum
bouwland, akker
arx, arcis
burcht, citadel
asper
- ruw
- moeilijk
aspernari
afwijzen
aspicere (mk)
aanschouwen
assequi
- bereiken
- verkijgen
assiduus
onafgebroken
astrum
ster(rebeeld)
at
maar
ater
zwart
atqui
(maar)toch
atrox, -ocis
grimmig, dreigend
attingere (mk)
aanraken
auctor, -is
(iemand die aan het begin van iets staat)
auctoritas, -atis
- gezag
- besluit (van de senaat)
audacia
(over)moed
audere
(aan)durven, wagen
audire
horen
augere (e)
vergroten, vermeerderen
augur, -is
ziener
aura
wind, bries, lucht
aureus
gouden
auris, -is
oor
aurora
de dageraad, het oosten
auspicium
- de waarneming van vogelteken
- voorteken
- opperbevel
auster
zuidenwind, zuiden
aut
of
autem
- maar, echter
- verder, namelijk
autumnus
herft
auxilium
- hulp
- (pl.) hulptroepen
avus
grootvader, voorvader
axis, -is
- as
- hemel(as)
barbarus
- (adJ) onbeschaafd, ruw
- (subst) vreemdeling
beatus
gelukkig, gezegend
bellum
oorlog
bene
goed
beneficium
weldaad, dienst
benignus
welwillend
bestia
beest, dier
bibere (mk)
drinken
bis
tweemaal
blandus
innemend, lieflijk
bonus
- goed, voornaam
- (pl.n.) goederen