Woorden 20-30 Flashcards
aventus, -us
aankomst
casus, -us
val, geval toeval
cornu, -us
hoorn, vleugel (van een leger)
dies, ei
dag
equitatus, -us
ruiterij
exercitus, -us
leger
fides, ei
trouw, erewoord, bescherming
fructus, -us
vrucht
manus, -us
hand, troep, groep
meridies, -ei
middag
motus, -us
beweging
occasus, -us
ondergang
ortus
ontstaan, opgang
pernicies, -ei
ondergang, vernietiging
planities, -ei
vlakte
portus, -us
haven
res, -ei
zaak, ding
res adversae
tegenspoed
res secundae
voorspoed
respublica
staat
senatus, -us
senaat
species, -ei
uiterlijk, schijn
spes, -ei
hoop, verwachting
status, -us
zaak, toestand
admittere (mk)
toelaten
ascendere (mk)
(be)stijgen, (be)klimmen
caelum
hemel
colligere (mk)
verzamelen
conservare
redden, behouden (= servare)
cubiculum
(slaap)kamer
deinde
vervolgens, daarna
domicilium
woning, woonplaats
hortus
tuin
imago, -inis
beeld, afbeelding
lavare
wassen, een bad nemen
maiores, -um
voorouders
nobilis
aanzienlijk, adelijk
pluit
het regent
porticus, -us
zuilengang
pulsare
kloppen
separare
scheiden
simplex, -icis
eenvoudig
statua
standbeeld
talis
zodanig, dergelijk
tectum
dak
vestibulum
(voor)portaal
visere
bezoeken (=visitare)
augere (mk)
vermeerderen
cupiditas, -atis
begeerte
dubius
twijfelend, twijfelachtig
sine dubio
zonder twijfel, ongetwijfeld
memoria
geheugen, herinnering
metus, -us
vrees
mittere (mk)
zenden, laten gaan
mortuus
dood, gestorven
odium
haat
relinquere (mk)
verlaten
tenere (e)
(vast)houden
vendere (mk)
verkopen
verus
waar(achtig)echt
caro
carnis, vlees
cenare
eten, dineren
contentus
tevreden
digitus
vinger
dividere (mk)
verdelen
divisio, -onis
verdeling
fere
bijna, ongeveer
fulgere (mk)
stralen, schitteren
hibernus
winters, winter
hora
uur
implere (e)
vullen
ius, iuris (N)
recht
lac, lactis (N)
melk
lectus
bed
legere (mk)
lezen
lucere (e)
licht geven, schijnen
mensa
tafel
mos, moris (M)
gewoonte, zede
negotium
bezigheid, taak
nonnumquam
soms
panis, -is (M)
brood
parcus
spaarzaam, karig
paululum
een weinig
piscis, -is
vis
poculum
drinkbeker
ponere (mk)
plaatsen
privatus
persoonlijk, particulier
reliquus
overig
requiescere (mk)
rusten
surgere (mk)
opstaan
varius
allerlei
velum
doek, zeil
vigilia
nachtwake
consulere (mk)
raadplegen
defendere (mk)
verdedigen
gloria
roem
impetrare
gedaan krijgen
mandare
opdragen
monumentum
gedenkteken, monument
peritus
bekwaam, ervaren
plebs, plebis
(lager)volk
poema, -atis (N)
gedicht
putare
menen
superus
zich boven bevindend
inferus
zich beneden bevindend
exterus
zich buiten bevindend
posterus
volgende, later
superior
hoger
inferior
lager
exterior
verder naar buiten
interior
verder naar binnen
posterior
later
prior
eerder
propior
zichterbij
supremus
laatste
summus
hoogste
infimus
laagste
imus
onderste
extremus
uiterste, buitenste
intimus
innigst, binnenste
postremus
laatst
primus
eerst
proximus
dichtstbij
cito
snel
primo
aanvankelijk, eerst
postremo
eindelijk, tenslotte
raro
zelden
secreto
heimelijk
sero
(te) laat
subito
plotseling
tuto
veilig
iudicare
oordelen
iudicium
oordeel
longe (+superl)
verreweg
maxime
het meest, vooral
minime
allerminst, geenszins
opinio, -onis
verwachting, mening
procedere (mk)
voortgaan, vooruitgaan
quam (+superl)
zo… mogelijk
resistere (mk)
tegenstand bieden
tardus
langzaam, traag
usque ad + acc
tot aan
abesse
afwezig zijn
adesse
- aanwezig zijn
- +dat: bijstaan, helpen
deesse + …
+ dat: ontbreken, in de steek laten
inesse
er in zijn
interesse + dat
- tussen zijn
- bijwonen
obesse + dat
nadelig zijn, schaden
praeesse + dat
aan het hoofd staan, aanvoeren
prodesse + dat
voordelig zijn, baten
superesse
over zijn
aliquando
eens
anxius
angstig, bezorgd
apparere (e)
verschijnen
avis, -is
vogel
caelestatis
hemels
calidus
warm
captare
(proberen te) vangen
carpere (mk)
plukken
currus, -us
wagen
emergere (mk)
opduiken, te voorschijnkomen
folium
blad
itaque
dus, derhalve
miseria
ellende
omnipotens -entis
almachtig
puerilis
kinderlijk
saltem
ten minste
sicut
zoals
silentium
stilte
solatium
troost
spargere
strooien
ecce
zie (daar), kijk
hinc
van hier
miscere (e)
mengen
optare
wensen
perfidus
trouweloos, onbetrouwbaar
pulvis, -eris
stof
tegere (mk)
bedekken
protegere (mk)
beschutten, beschermen
deditio, -onis
overgave
os, oris (N)
mond, gelaat
paene
bijna
vadum
ondiepte
ac, atque
en
ait
hij zegt, zei
ancora
anker
classis, -is
vloot
confidere (mk)
vertrouwen
favere
begunstigen
impetus, -us
aanval, aandrang, heftigheid
inquam
ik zeg
inquit
hij zegt, zei
mandatum
opdracht
munus, -eris
taak, ambt, geschenk
plenus
vol
praetermittere
voorbij laten gaan
princeps, -ipis
eerste, hoofd-, vorst, keizer
sal, salis
zout, geestigheid
turpis
schandelijk
versus, -us
vers, versregel
dens, dentis (M)
tand
dignus + …
+ abl: waard, waardig
idem
dezelfde, hetzelfde
idem ac, atque
hetzelfde als
intra + …
+ acc: binnen
ipse
zelf, juist, precies, op zichzelf, alleen
legatus
gezant, onderbevelhebber
ligneus
houten
malum
kwaad, ramp
orbis, is
kring
orbis terrarum
wereld
peragere (mk)
volbrengen, voltooien
proditor, -oris
verrader
solus
alleen
totus
geheel