week 9, HC.8 - HC. Immuungecompromitteerde patiënt met infectie Flashcards

1
Q

stoornissen in neutrofiele granulocyten

A

chemotherapie

aantal (kwantitatief)
functie (kwalitatief)

vooral tegen bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

immuunstoornig complement

A

te weinig aanmaak
- congenitale deficientie
- C5-C9 terminale compleement

teveel verbruik
- teveel verbruik C3 –> systemische lupus erythematodes

gerelateeerde infecties
- gekapselde bacterien
S. pneumoniae
H, influenzae
S, aureus
neisseria meningitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

stoornissen in immunoglobuline

A

te weinig
- agammaglobulinemie
- CVID
- na allogene stam cel transplantatie

slechte kwaliteit
- multiple myeloom
- chronische lymfoblast leukemie
- HIV

IgG –> gekapselde bacterien

IgA –> darminfecties (gardia lambia)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

immuunstoornis T-cellen

A

slechet kwaliteit
- corticosteroiden
- transplantatie

weinig
- HIV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

SCID

A

T-cellen en B-cellen werken niet goed!

Worden vrijwel overal ziek van

Stamcel transplantatie noodzakelijk!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly