week 7, HC.4 - Koorts en het jonge kind Flashcards

1
Q

getallen van kinderen op de spoedeisende hulp

A

30% –> infectie/koorts
20% complex chronische ziekte
13% levensbedreigend ziek
2,5 % –> IC opname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom zijn kinderen anders op de SEH

A
  • kinderen komen met probleem niet diagnose
  • kinderen hebben andere normaal waarden
  • bij start aspecifieke presentatie afhankelijk van leeftijd
  • beoordeling is moment opname en kinderen hebben ander beloop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

triage

A

prioriteren obv klachten/symptomen
verminderen morbiditeit en mortaliteit door vertraging
omgaan met crowding

  • 5 categorieën

MTS versie 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vital sings

A

belangrijk, maar leeftijdsafhankelijk

Beïnvloed door koorts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

alarmsymptomen met koorts

A

Cyanose
snelle ademhaling
slechte perifere circulatie
petechien

(sepsis klachten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aanvullend onderzoek bij kinderen met koorts

A

Viraal of bacterieel

  • bloedbeeld
  • X-thorax
  • Echo
  • Urine
  • kweken

PCT! (eerder hoger)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is safety netting

A
  • als ik het juist heb, wat verwacht ik dat er gebeurt
  • hoe weet ik dat ik het onjuist heb
  • wat moet ik doen

advies ouders
- uitleg over onzekerheid diagnose
- alarmsymptomen
- te verwachten tijdsbeloop
- hoe en wat te verwachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verschil laryngitis subglottica en epiglottits

A

laryngitis subglottica
- viraal
- verkouden, blafhoest, hees, lichte koorts, licht/matig ziek)

epiglottits
- bacterieel
- kwijlen, zachte stem, septisch ziek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly