Week 8 - representatie en de constitutionalisering van het EG-verdrag Flashcards

1
Q

Vandaag:

Het BverfG wint het van Koopmans. De gedachte dat er een autonome rechtsorde zonder volk bestaat, is onzin. We zitten dus in een impasse: als we de kant opgaan van BverfG, hebben we ons laten misleiden door het hof van justitie sinds 1963.

Heeft het BverfG gelijk? Wat is nou politieke representatie? Vandaag gaan we terug naar het Maastricht arrest.

We gaan terug naar het Van Gendt en Loos arrest en Costa vs Enel.

De vraag deze cursus is niet echt ‘‘wat is een volk’’, maar ‘‘hoe komt een volk tot stand’’.

A

x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Terugblik week 7:

Problematiek van representatie vanuit 3 perspectieven

A
  1. Wat is politieke representatie?
    = de concretisering van het algemeen belang. Representatie is altijd representatie van de politieke eenheid, het volk als geheel (zie ar.t 50 Gw, GEHEEL). Dat wil niet zeggen dat het een optelsom van individuen is, maar er wordt een algemeen belang gerepresenteerd. Dus: algemeen belang wordt geconcretiseerd.
  2. Welke handelingen zijn politieke representatie?
    Als representatie de representatie van algemeen belang is, dan doen in het kader van staatsrecht alle drie de machten mee. Alle drie zijn bezig met concretiseren van algemeen belang. Neemt niet weg dat rechter geen gekozen orgaan is. Maar: niet de kiezers worden vertegenwoordigd (16 miljoen ieder vertegenwoordigen KAN NIET), maar de politieke eenheid. We geven de kiezers zeggenschap via verkiezingen. Dus alle handelingen van overheidswege, zijn handelingen van politieke representatie. Behalve parlement is het rechter dus ook een volksvertegenwoordiger. Dit is van cruciaal belang voor vandaag: we zien dat het HvJ via twee arresten een conditionele macht is.
  3. Hoe vindt politieke representatie plaats?
    Eerst gekeken naar Kelsen. Rechtsvorming is onafhankelijk van de verschillen tussen grondwetgeving, wetgeving, bestuurlijke wetgeving en uitspraken, allemaal handelingen zijn van toepassing en schepping. Hogere norm wordt toegepast bij het scheppen van de lagere.
    Dit is deels correct: rechter wordt geacht hogere norm toe te passen, maar een rechter schept ook mede de betekenis van de toegepaste norm. Dat zag je dus aan de hand van art. 28 EG verdrag over maatregelen gelijke werking. Hier zie je in een traject van de HvJ dat de betekenis mede wordt geschept door de steeds veranderende toepassing.
    Niet enkel Kelsen helpt ons, maar ook Scholten: niet alleen wordt de rechter geacht om Teo te passen, maar ook scheppen. ‘‘In de vondst van het recht, zit het nieuwe’’.
    Dus dat is in de kern het verhaal van afgelopen week.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

MC-vraag over HC7

Scholten stelt dat ‘‘het recht er is, doch het moet worden gevonden, in de vondst zit het nieuwe. Slechts wie recht en regels identificeert, staat voor de keus: OF schepping OF toepassing’’.

Hiermee bedoelt hij dat rechtsvinding:

a) de hogere norm alleen toepast bij het scheppen van de lagere norm.
b) de lagere norm alleen toepast bij het scheppen van de hogere norm.
c) de hogere norm mede schept bij het scheppen van de lagere norm.
d) de hogere norm mede schept bij toepassen van de lagere norm.

A

C is juist.

Waarom is het niet D?
Het kan niet D zijn, omdat de lagere norm onmogelijk kan worden toegepast, hoe kan je een norm scheppen of stellen, (hoe kan een arrest toegepast worden bij het scheppen van een hogere norm). Je kunt wel de hogere norm medescheppen bij het scheppen van de lagere norm.
D is conceptueel onzin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Maastricht arrest

Artikel Grimm
Hij was een van de rechters van het Maastricht arrest. Hij heeft de beredenering van Maastricht arrest goed samengevat.

Leg uit.

A

Europees recht is bindend recht, maar: weliswaar bindend recht, maar niet bindend recht op grond van iets dat ons gemeenschappelijk is als Europeanen. Als het een eenheid is die bindend is, is het een gemeenschap als rechtsgemeenschap, niet als politieke gemeenschap.

Dus de EU is een rechtsgemeenschap, een economische gemeenschap, maar geen politieke gemeenschap.

De EU is een rechtsgemeenschap. Je hebt twee mogelijkheden:
- Een statenverbond
- Een bondsstaat.
De EU kan alleen een statenverbond zijn, want er is geen volk. Dus geen bondsstaat zoals Duitsland.

Aan de andere hand maakt Grimm een onderscheid tussen een volwaardige politieke constitutie, en een juridische. De juridische is de gedachte dat je een volwaardige legaliteitstoets hebt. Maar dat je niet toets hebt, dan is niet te zeggen dat Europa legitiem is.

Voor democratische legitimiteit van Europees recht, moet er een volk zijn van Europa, omdat er geen volk is, is het alleen legitiem o.g.v. een besluit van de lidstaten. Hoe kan je dit vertalen naar de problematiek van representatie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voor democratische legitimiteit van Europees recht, moet er een volk zijn van Europa, omdat er geen volk is, is het alleen legitiem o.g.v. een besluit van de lidstaten.

Hoe kan je dit vertalen naar de problematiek van representatie?

A

In een democratie is een democratische handeling een proces van zelfgrondwetgeving.

D.w.z. er is een volk dat zichzelf de grondwet geeft. Het voorbeeld is natuurlijk de Amerikaanse grondwet ‘‘we the people’’. Dan heb je die grondwetgevende vergadering die namens het Amerikaans volk een grondwet in het leven roept.

Dus volgens Grimm en het BverfG moet er eerst een volk zijn, dat zich een grondwet kan geven. Niet iedereen zal zich een grondwet geven, denk aan de Koerden. Maar er moet iig al een volk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Toen NL zich een grondwet gaf, was er al een volk (stelling van het BverfG)

Dat is niet zo bij Europa.

Dus Europa heeft alles op een rijtje wat betreft legaliteit, maar democratisch gesproken niets op een rijtje wat betreft legitimiteit.

  • Eerst een volk dan een constitutie
  • Representatie als afbeelding
  • Dualisme
  • Voorrang van het gerepresenteerde
  • Pouvoir constituant, pouvoir constitué
  • '’Juridische uitdrukking geven aan politieke eenheid’’.
  • Géén grondwetgevende vergadering; slechts een rechter die een verdrag tot ‘‘constitutioneel handvest’’ bombardeert. (Denk aan twee leerstukken uit twee verdragen!)
A

Eerst een volk –> dan een constitutie.

Dit is afbeeldingstheorie van representatie.

Eerst moet er een Nederlands volk zijn dat zich als een geheel als een gemeenschap begrijpt, VOORDAT de SG wetten kan vervaardigen namens dat volk.

Eerst een volk –> dan constitutie.
Eerst een volk –> dan een wet.

Dus hier zie de gedachte van grondwet en wet als een afbeelding van een al bestaand volk. Representatie voegt niets toe aan het totstandkomen van het volk. Dat is een politiek proces dat mensen met elkaar een soort saamhorigheidsgevoel ontwikkelen, pas wanneer zij dat hebben, kunnen zij zoiets als grondwetgevende vergadering in het leven roepen, dat vervolgens een grondwet namens hen allen tot stand brengt.

Dus je hebt een dualistische visie:
Eerst heb je het volk (werkelijkheid), dan heb je een rechtsorde die een afspiegeling is van het volk. Niet alleen dat, maar dan heb je de werkelijkheid die al bestaat, voorrang heeft boven het recht. Het recht, wil het legitiem zijn, moet een goede nauwkeurige afspiegeling zijn van wat ons samen bindt. Dat wil dan ook zeggen dat het volk de pouvoir constitué is. Machten ontlenen hun gezag aan het volk.

Het bewijs dat wij ons als Europeanen niet als een volk begrijpen, is dat we geen grondwetgevende vergadering in het leven hebben geroepen om een grondwet op te stellen. U heeft gezien wat er gebeurde toen er een poging werd gedaan. Er werd een dikke NEE uitgesproken, NL en FR wilde geen onderdeel worden van grondwet van Europa. Dus geen vergadering, ook geen EU volk.
Het probleem is dat de twee kernleerstukken van directe werking en voorrang van EU recht het effect hebben van het verdrag een grondwet te maken. In de kern hebben we een constitutie met die twee leerstukken. Europa heeft dus een grondwet, maar hoe kan dat dan?
Die twee kernleerstukken zijn daarbij leerstukken van een rechter. Deze kwamen NA het sluiten van het verdrag. En het is geen grondwetgevende vergadering, maar een rechter. Terwijl een rechter geen politieke beslissingen neemt in beginsel. Als iets politiek is, is het wel het maken van een constitutie. Dus Europa is echt foute boel!
Geen wonder dat BverfG zo boos was. De hoogste rechter, van het belangrijkste land van Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Maar: klopt het verhaal van het BverfG?

De vraag is niet zozeer wat is een volk, maar hoe komt een volk tot stand?

Welke rol speelt representatie bij het toestand komen van een volk?

  • De kern van Van Gendt en Loos

Het probleem waarvoor het HvJ stond

  • Pacta sunt servanda
  • Alleen lid-Staten ontlenen rechten en plichten aan een verdrag
  • Vertragingen bij het omzetten van Europees recht in nationaal recht
  • De gemeenschappelijkheid van de gemeenschappelijke markt.
A

Terug naar de teleologische leer

  • De kern van Van Gend & Loos
    Rechtstreekse werking.

Het probleem waarvoor het HvJ stond
- PACTA SUNT SERVANDA
Je moet datgene waarover je afspraken hebt gemaakt nakomen, maar wanneer er geen ovk is geweest, dan ben je niet gebonden. Dus alleen wanneer een verdrag een internationaal contract is, kan je als staat /burgers gebonden zijn aan het internationaal recht. Dat wil zeggen dat in principe alleen lidstaten van de EU rechten/plichten hebben ontleend aan het sluiten van het Rome verdrag. Zij en alleen zij zijn dus subjecten van het verdrag en ontlenen daar rechten en plichten aan. Maar de bedoeling van de toenmalige Europese gemeenschappelijke gemeenschap, was om een gemeenschappelijke markt in het leven te roepen. Zoiets gaat niet zonder pijnlijke besluiten. Dat betekent dat er winnaars en verliezers zijn. De fragielere onderdelen moeten onderdeel maken van gemeenschappelijke markt van Europa. De fragielere, moeten het onderspit derven van sterkere landen. Veel firma’s gaan failliet, anderen worden sterker. Maar mensen verliezen ook hun banen. Dat is niet goed voor politieke partijen.
Gevolg: stagnatie, in tussentijd was China in opkomst, Europa verloor economische ruimte ten overstaan van China en anderen derde wereldlanden.

GEMEENSCHAPPELIJKHEID VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT:
Hoe komen we op voor de gemeenschappelijkheid van de gemeenschappelijke markt? En gelet op het feit dat de lidstaten zelf zo traineerden, heeft de Europese rechter het initiatief van rechtstreekse werking genomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Er was dus een manier om zowel nationale rechters als burgers een kans te geven om met een beroep op Europees recht, hun eigen lidstaten te dwingen om Europese wetgeving om te zetten in nationaal recht.

Dat in feite het HvJ belangstellende uitnodigt om een steentje bij te dragen door eigen lidstaten onder druk te zetten zodat zij gemeenschappelijke markt te creëren. Dat is strategisch wat hierachter zit.

Maar hoe heeft het EHvJ deze briljante theorie voor elkaar gekregen?

  • Rechtstreekse werking als ‘‘implicatie van verdrag’’
  • Kelsen en rechtsvorming
  • Toepassing en schepping
  • En toch: een volkomen onverwachte uitspraak van het HvJ
A

RECHTSTREEKSE WERKING ALS ‘‘IMPLICATIE VAN HET VERDRAG’’
Wat staat in de redenering van het hof naar aanleiding van Van Gendt en Loos? De rechter spreekt over rechtstreekse werking als implicatie van het Verdrag. Implicatie = iets dat er al is, wordt ontplooid, dus je had een verdrag wat gesloten is, wat je doet als rechter, is wat er al is, ontplooien, en laten zien wat het is.

Dus rechter zegt: eigenlijk was rechtstreekse werking al vanaf het begin geïmpliceerd in het verdrag. Het enige wat de rechter doet volgens hem, is wat impliciet is, expliciet maken.

KELSEN EN RECHTSVORMING
Volgens Kelsen komt het neer op de gedachte dat je het verdrag toepast bij het scheppen van de rechterlijke uitspraak naar aanleiding van Van Gendt & Loos.

TOEPASSING EN SCHEPPING
Er is dus toepassing en schepping van de hogere norm, bij het scheppen van de lagere. Denk aan het schema.
Kelsen zou zeggen: het EG verdrag wordt toegepast bij het scheppen van uitspraak Van Gendt & Loos. Toepassing, schepping. Dus wat doe je als rechter: wat er al is, de betekenis van rechtstreekse werking, laten gelden voor deze casus en alle toekomstige gevallen.

EN TOCH: EEN VOLKOMEN ONVERWACHTE UITSPRAAK VAN HvJ:
Maar wat is nou boeiend? Toen Van Gendt & Loos werd uitgesproken, heerste een enorme verbazing, niemand zag Van Gendt & Loos aankomen. Sloeg in als een bom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De belangrijkste en meest boeiende overweging van alle 1000e arresten die het Hof heeft gewezen.

'’Het oogmerk van het EEG-verdrag, namelijk de instelling van een gemeenschappelijke markt wier werkzaamheden de ingezetenen der Gemeenschap rechtstreeks betreft, meebrengt dat dit Verdrag meer is dan een overeenkomst welke slechts wederzijdse verplichtingen tussen de verdragsluitende mogendheden schept’’.

Hoe zit hier een cirkelredenering in?

A

Zouden de rechter van het HvJ een tentamen logica moeten afleggen, zouden zij een 0 krijgen. Ze zijn niet in staat om redelijk te redeneren. Niettemin is het briljant. Ziet u de cirkelredenering?

Ontleding van de cirkelredenering:
‘‘Het oogmerk van het EEG-Verdrag, namelijk:
1) (de premisse) de instelling van een gemeenschappelijke markt wier werkzaamheden de ingezetenen der gemeenschap rechtstreeks betreft, meebrengt dat:

2) (de conclusie in de zin van rechtstreekse werking) dit verdrag meer is dan een overeenkomst welke slechts wederzijdse verplichtingen tussen de verdragsluitende mogendheden schept.

Het is dus niet alleen een verplichting richting lidstaten, maar ook richting burgers die de verplichtingen kunnen inroepen tegen eigen lidstaten.

Omdraaien:

2) dit Verdrag meer is dan een overeenkomst welke slechts wederzijdse verplichtingen tussen de verdragsluitende mogendheden schept’’ meebrengt
1) de instelling van een gemeenschappelijke markt wier werkzaamheden de ingezetenen der Gemeenschap rechtstreeks betreft.

Dus: 1 is al gegeven, maar 1 moet je eigenlijk bewijzen. Je gaat uit van 1 als evident in het verdrag, terwijl de premisse evenzeer zoiets is wat je moet bewijzen. Als je nummer 2 als premisse zet, komt nummer 1 er als conclusie uit. Ze doen ons denken dat er iets al is, een implicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Er is niet alleen sprake van toepassing van het EG verdrag bij het scheppen van gerechtelijke uitspraak van Van Gendt & Loos.

A

Dus niet alleen toepassing en schepping, maar ook rechten nodig om dat te zeggen. Dus je had weer de 1e en de 2e pijler.
De 2e ziet Scholten wel, en Kelsen niet. Kelsen ziet de 1e pijler: toepassing, schepping. Wat Scholten zegt is ‘‘ja, het EG verdrag wordt toegepast bij het scheppen van lagere rechtsnorm, maar tegelijkertijd schep je mede de betekenis van het EG-verdrag met het Van Gendt en Loos arrest. Dat is de structuur van representatie, althans in de alternatieve visie.

Dus wat de cirkelredenering laat zien: het gaat niet alleen om betekenis die al impliciet aanwezig was, achteraf gezien kunnen we zeggen: rechtstreekse werking is idd een plausibele lectuur van het EG verdrag, maar je had een rechter nodig die de context geeft, anders had niemand dit gelooft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De teleologische leer

  • Aard van wat toentertijd afgesproken doel van verdrag wordt naar het verleden geprojecteerd vanuit het heden
  • Paradoxale tijdstructuur
A

De teleologische leer:

De aard van het toentertijd ‘‘afgesproken’’ doel van het Verdrag wordt naar het verleden geprojecteerd vanuit het heden, en met name in het licht van een gewenst resultaat.

Representatie betekent ‘‘opnieuw aanwezig stellen’’. Er was al de betekenis van rechtstreekse werking, NU gaan we dat ontplooien, dat is wat het Hof zegt. Het Hof zegt dat toen werd afgesproken dat er zoiets was als rechtstreekse werking. Maar de context waarin Hof arrest uitbracht was: naar het verleden een betekenis projecteren. Maar de projectie naar het verleden van rechtstreekse werking, heeft als functie om een vrije markt in de toekomst mogelijk te maken. Het hof heeft naar het verleden een toekomst geprojecteerd.

Paradoxale tijdsstructuur:
‘‘Een verleden dat nooit een heden was’’ (Merleau Ponty)
Een toekomst die nooit een heden wordt.
Het is een paradoxale tijdsstructuur. Een verleden dat nooit een heden was. Wat bedoelde hij? Niemand van ons was aanwezig bij zijn of haar geboorte. Het is een verleden waar je geen toegang tot hebt, je was niet bij bewustzijn. Dat verleden is voor jou dus geen heden. Dat is ook niet anders met een gemeenschap. In feite is er een afspraak gemaakt over het feit dat we rechtstreekse werking hebben, maar we hebben er geen besef van.
De gedachte van de EU is onder andere, voltooiing gemeenschappelijke markt. Maar wanneer is dit voltooid? In feite nooit. We zitten steeds met nieuwe contexten, maar we moeten telkens gaan verzinnen wat ons samenbindt. Dus onze oorsprong, ons begin, is iets waar we geen rechtstreekse toegang toe hebben. Maar ook de toekomst, voltooiing markt, dan is het in principe gedaan met EU als project,We hebben daar geen toegang toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Costa vs. ENEL

'’Overwegende dat uit het bovenstaande volgt dat het verdragsrecht, dat uit een autonome bron voortvloeit, op grond van zijn bijzondere karakter niet door enig voorschrift van nationaal recht opzij kan worden gezet, zonder zijn gemeenschapsrechtelijk karakter te verliezen en zonder dat de rechtsgrond van de gemeenschap zelf daardoor wordt aangetast.’’

Wat zegt het hof hier?

A

Hof zegt: ook secundair recht heeft voorrang over nationaal recht, incl. de grondwet. Wetgeving of regelgeving uit EU niveau, dus ook lagere regelgeving uit comité’s.

BverfG heeft gekeken naar voorwaarden die nodig zijn voor uitleveren van verdachten, waarborgen van EU waren minder dan nationaal recht. Dus als BverfG akkoord gaat, vraagt zij of hun eigen grondwet voorrang krijgt.

Het is dus geen degelijke juridische redenering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Reconstructie Costa vs ENEL

Cirkelredenering

A

Reconstructie:
Overwegende dat uit het bovenstaande volgt dat:
1) het verdragsrecht, dat uit een autonome bron voortvloeit;
2) o.g.v. zijn bijzonder karakter niet door enig voorschrift van nationaal recht opzij kan worden gezet, zonder zijn gemeenschapsrechtelijk karakter te verliezen en zonder dat de rechtsgrond van de gemeenschap zelf daardoor wordt aangetast.

Je zou zeggen: keurige redenering, maar mooi niet: ook een cirkelredenering.

  1. Omdat het verdrag uit een autonome bron voortvloeit, heeft het voorrang over nationaal recht.
    Maar: dat wordt veronderstelt. In feite zegt hof met terugwerkende kracht: wanneer het verdragsrecht geen voorrang heeft over nationaal recht, vloeit het niet uit een autonome bron voort. Daar is wat de Duitse rechter zegt: helemaal niet, er is geen Europees volk. U veronderstelt, wat u had moeten bewijzen, dus alweer een cirkelredenering.
  2. Wanneer het verdragsrecht geen voorrang heeft over nationaal recht, vloeit het niet uit een autonome bron voort.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Toepassing en schepping

  • Toepassing: rechtstreekse werking en voorrang zijn ‘‘afgeleid’’ van het Verdrag
  • Schepping: Een nieuwe betekenis verlenen waarvan gezegd wordt dat die er al was.
  • Scholten: ‘‘Het recht is er doch het moet gevonden worden; in de vondst zit het nieuwe.
A

-Toepassing: rechtstreekse werking en voorrang zijn ‘‘afgeleid’’ van het Verdrag
Cruciale uitspraken van de rechter zijn aan de ene kant uitspraken waarvan de rechter zelf zegt: ze zijn afgeleid van het verdrag. De rechter zegt: ‘‘ik ben geen politiek orgaan, ik laat alleen zien wat er al is’’. Maar natuurlijk weten we nu beter.

  • Schepping: Een nieuwe betekenis verlenen waarvan gezegd wordt dat die er al was.
  • Scholten: ‘‘Het recht is er doch het moet gevonden worden; in de vondst zit het nieuwe.
    Er is niet alleen sprake van toepassing, want er wordt ook een nieuwe betekenis gegeven aan het verdrag. Schepping. Een toepassing die er nog niet was = schepping. ‘In de vondst zit het nieuwe’.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Van Gogh heeft iets nieuws verzonnen over het schilderij Sterrenacht? Of niets nieuws?

A

Het landschap is er, doch het moet worden gevonden. In het schilderij zit het nieuwe. Dat schilderij is een poging te articuleren wat er al is, maar zonder dat schilderij, kunnen we dat landschap niet op die manier zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Newton kon zeggen ‘de natuur is er, doch hij moet gevonden worden’

A

In de theorie over de natuur, zit het nieuwe.

17
Q

Scholten: ‘‘De concrete rechtsverhouding (…) hangt niet alleen van regels af, ook van beslissingen. En die beslissingen worden op hun beurt niet alleenfoor subsumptie onder regels gevonden’’.

Een waagstuk van het HvJ

Het HvJ werpt zich op als vertegenwoordiger van een gemeenschap, zonder daartoe bevoegd te zijn: pouvoir constituant

De lidstaten gaan akkoord (opname in de acquis communautaire) en daardoor lijkt het HvJ niets meer te zijn geweest dan een pouvoir constitué.

A
  • Scholten: ‘‘De concrete rechtsverhouding (…) hangt niet alleen van regels af, ook van beslissingen. En die beslissingen worden op hun beurt niet alleenfoor subsumptie onder regels gevonden’’.
  • Een waagstuk van het HvJ
    Het was zeer gewaagde rechtspraak, want..
  • Het HvJ werpt zich op als vertegenwoordiger van een gemeenschap, zonder daartoe bevoegd te zijn: pouvoir constituant
    Het HvJ ging articuleren wat Europa is, een gemeenschappelijke markt. De EU rechter werpt zich op als vertegenwoordiger van de marktburger van ons allen. Het geeft een nieuwe betekenis van wat de gemeenschappelijkheid is van de gemeenschappelijke markt.
    Dankzij de uitspraken over voorrang en rechtstreekse werking, hebben we een grondwet .. Zie hieronder.
  • De lidstaten gaan akkoord (opname in de acquis communautaire) en daardoor lijkt het HvJ niets meer te zijn geweest dan een pouvoir constitué.
    Als rechter wordt er niet gezegd dat wij pouvoir constitué zijn. Maar het werpt zich wel op die manier op.
    Lidstaten zijn akkoord gegaan met de pouvoir constitué. Voor zover lidstaten dat hebben gedaan, blijkt dat zij eigenlijk niets anders waren dan rechters.
18
Q

De paradox van pouvoir constituant:
Een macht kan alleen succesvol als pouvoir constituant optreden wanneer achteraf blijkt dat het niets anders was dan een pouvoir constitué.

De paradox van politieke representatie:
Het totstandbrenging van een nieuw volk lukt alleen wanneer achteraf blijkt dat men slechts de vertegenwoordiger van een al bestaand volk was.

A
  • De paradox van pouvoir constituant:
    Een macht kan alleen succesvol als pouvoir constituant optreden wanneer achteraf blijkt dat het (de rechter) niets anders was dan een pouvoir constitué.
    In feite trad de rechter geheel buiten zijn bevoegdheden door rechtstreekse werking en voorrang in te voeren.
  • De paradox van politieke representatie:
    Het totstandbrenging van een nieuw volk (door een rechter) lukt alleen wanneer achteraf blijkt dat men slechts de vertegenwoordiger van een al bestaand volk was.
    Het volk is er, doch het moet worden gevonden. Scholten.

Stel dat ik nu roep: ‘‘we zijn de republiek van Batavia’’ Stel ik probeer u zover te krijgen om dit te doen, dan faal ik gigantisch. Enerzijds moet ik kijken dat er iets interessant is voor ons, alleen wanneer je zelf bereid bent om onderdeel te worden van volk van Batavia, komen we verder. Je zit altijd tussen twee dingen in. Niet elke roep van onafhankelijkheid heeft kans van slagen. Je moet als vertegenwoordiger dus goed zicht hebben van wat de context is waarbinnen je wil opereren. Zonder zo’n oproep, heb je ook nog geen volk. Wij kan niet ‘‘wij’’ zeggen.
Dus, de paradox: je kan zeggen dat het er al was, maar het kan ook net zogoed niet zo zijn. Want ‘wij’ kan niet ‘wij’ zeggen.
De rechter heeft ons dus uitgenodigd om onszelf als Europees volk te beschouwen, maar dat we nie echt zeker weten of er zoiets is als een volk.

19
Q
  • Constitutieve onzekerheid over het bestaan van een politieke gemeenschap
  • Het protest van het BVerfG
  • De Franse en Nederlandse referenda
  • De euro-crisis
  • Het Oekraine-referendum in Nederland
A
  • Constitutieve onzekerheid over het bestaan van een politieke gemeenschap
    De rechter heeft ons dus uitgenodigd om onszelf als Europees volk te beschouwen, maar dat we nie echt zeker weten of er zoiets is als een volk.
  • Het protest van het BVerfG
    Het BVerfG zegt: nee, ik kan me hier niet vinden.
  • De Franse en Nederlandse referenda
    FR en NL: nee, ik wil geen onderdeel worden van een politieke unie zoals wordt voorgesteld in grondwetgevende vergadering.
  • De euro-crisis
    Zijn we bereid in het Noorden van Europa om op financieel op te komen voor mensen in het Zuiden. Zijn we bereid om de offers op te brengen voor Europa, mensen in Griekenland zijn in de kliko’s aan het zoeken naar eten, het lijkt een derdewereldland. Zijn wij bereid om offers te brengen voor een hopelijk betere toekomst? Zijn we een volk? Dat valt te bezien.
  • Het Oekraine-referendum in Nederland
    Grote teleurstelling, maar volgens EU fractieleiders bewijst de uitkomst dat de EU te kort schiet en dichter bij de burger moet komen te staan.
20
Q

Een Europees volk
De vier marktvrijheden en economische agenten

  • De situatie voorafgaand aan Van Gend & Loos
  • De bewerkstelliging van de vier marktvrijheden in handen van lidstaten
  • De bepaling van de gemeenschappelijkheid van de gemeenschappelijke markt in handen van lidstaten.
A
  • De situatie voorafgaand aan Van Gend & Loos
    Voorheen waren burgers niets meer dan economische agenten. Ze konden gebruik maken van de vier marktvrijheden, maar that’s it. Ze konden er niets mee doen. Het was zaak voor lidstaten om het mogelijk te maken gebruik te maken van vrijheden. Lidstaten waren de heren van het verdrag.

Dus:

  • De bewerkstelliging van de vier marktvrijheden in handen van lidstaten
  • De bepaling van de gemeenschappelijkheid van de gemeenschappelijke markt in handen van lidstaten.
21
Q

De ‘marktburger’ als politieke actor

  • Economische actor maakt gebruik van de markt zoals hij ingericht is
  • Prejudiciële procedure
  • Marktburger: economische agenten kunnen voortaan medebepalend wat de markt tot een gemeenschappelijke maakt gebruik van de markt zoals hij ingericht is
  • Prejudiciële procedure
  • Marktburger: economische agenten kunnen voortaan medebepalend wat de markt tot een gemeenschappelijke maakt
  • Een politieke houding, niet meer alleen een economische
A
  • Economische actor maakt gebruik van de markt zoals hij ingericht is
  • Prejudiciële procedure
    Hier te landen, als een van u een deel van studie in FR wil doen, Franse studenten hadden bepaalde rechten, onder bepaalde voorwaarden kan ook NL student aanspraak maken op dat onderwijs. In eerste instantie konden alleen lidstaten gebruik maken van prejudiciële procedure, nu ook burgers. Je neemt dan zelf deel aan bepalen wat gemeenschappelijke markt is. Je krijgt politieke inspraak. Je vraagt dan aan de rechter wat de gemeenschappelijkheid is van de gemeenschappelijke markt.

Dus:
- Marktburger: economische agenten kunnen voortaan medebepalend wat de markt tot een gemeenschappelijke maakt gebruik van de markt zoals hij ingericht is

  • Een politieke houding, niet meer alleen een economische
    Dus vanaf Van Gend & Loos zijn we niet alleen economische, maar ook politieke actoren.
22
Q

Reflexiviteit en politieke gemeenschap

  • Collectieve zelf(grond)wetgeving
  • Een groep geeft zichzelf de (grond)wet
  • Een veelheid van individuen (eerste betekenis van het begrip volk) die zich als één groep begrijpen (tweede betekenis van het begrip volk) en die tezamen rechtsnormen in hun gemeenschappelijk belang stellen.

'’Wij Europeanen’’ vormen een commonwealth: de bewerkstelliging van een common market

A
  • Collectieve zelf(grond)wetgeving
  • Een groep geeft zichzelf de (grond)wet
    Dat wil zeggen: articuleren wat voor ons gemeenschappelijk is. Dus wat is het dat wij denken dat voor ons gemeenschappelijk is. Dit maakt rechtstreekse werking en voorrang mogelijk. Een veelheid van individuen die zich als een groep begrijpen. Dus ieder van ons vanuit verschillende opvattingen, kan deelnemen aan het proces van wat belangrijk is voor Europa, wij Europeanen is dus gelegitimeerd.

Dus:
- Een veelheid van individuen (eerste betekenis van het begrip volk) die zich als één groep begrijpen (tweede betekenis van het begrip volk) en die tezamen rechtsnormen in hun gemeenschappelijk belang stellen.

  • '’Wij Europeanen’’ vormen een commonwealth: de bewerkstelliging van een common market
    Het is niet een soort zware vorm van betrokkenheid bij elkaar. Het is een opvatting van volk, in de zin van politieke eenheid.
23
Q

De rechter schept mede het Europees volk in de vorm van marktburgers.

A

De rechter is dus de pouvoir constituant geweest van het volk, later bleek het een pouvoir constitue toen mensen akkoord zijn gegaan met de uitspraken.

24
Q

Vandaag

A

Na de structuur van representatie te hebben geïllustreerd aan de hand van jurisprudentie ontwikkeling van art. 28 EG verdrag, kunnen we die structuur inzetten om de mogelijkheid van grondwetgeving in Europees verband begrijpelijk te maken. Wordt namelijk de constitutionalisering van het EG verdrag mogelijk gemaakt door de wederzijdse afhankelijkheid relatie die gesignaleerd werd bij rechtsvinding?

25
Q

Een analyse van Van Gend & Loos arrest, het arrest waarmee de constitutionalisering van het verdrag begint, laat juist de twee aspecten van rechtsvorming zien die eerder zijn genoemd.

Welke twee aspecten?

A

Enerzijds wordt het EG-verdrag toegepast. Verwijzend naar onder andere artikel 12 en 177 (a) van het EG-verdrag, stelt het Hof dat ‘uit deze omstandigheden moet worden afgeleid, dat de Gemeenschap in het volkenrecht een nieuwe rechtsorde vormt ten bate waarvan de Staten, zij het op een beperkt terrein, hun soevereiniteit hebben be-grensd en waarbinnen niet slechts deze Lidstaten, maar ook hun on-derdanen gerechtigd zijn’. De ‘rechtstreekse werking’ van het ge-meenschapsrecht wordt aldus het Europese Hof uit het verdrag ‘afge-leid’ en is er een toepassing van.

Anderzijds is het creatieve of scheppende moment van de rechtsvor-ming ook duidelijk aanwezig in het arrest en juist bij de cruciale overweging van het Hof: ‘het oogmerk van het E.E.G.-Verdrag, na-melijk de instelling van een gemeenschappelijk markt wier werk-zaamheden de ingezetenen der Gemeenschap rechtstreeks betreft, meebrengt dat dit Verdrag meer is dan een overeenkomst welke slechts wederzijdse verplichtingen tussen de verdragsluitende mo-gendheden schept’. Het Hof doet deze interpretatie van het Verdrag voorkomen alsof zij noodzakelijk was, maar in feite is zij slechts een van de mogelijke manieren om het Verdrag uit te leggen. Tot dit ar-rest had het Hof namelijk een veel minder vergaande interpretatie van het Verdrag gebruikt, waarbij het Verdrag juist min of meer als een gewoon internationaal verdrag werd opgevat. Het Hof geeft een nieuwe interpretatie van het Verdrag, stelt dus zijn betekenis bij. Van Gend & Loos past het Verdrag toe én schept zijn betekenis.

26
Q

Het scheppende moment van dit arrest wordt nog duidelijker als men bedenkt dat deze overweging een cirkelredenering bevat.

Leg uit.

A

’s Hofs stelling dat het Verdrag meer is dan alleen een gewoon in-ternationaal verdrag snijdt alleen hout als men vooronderstelt dat de functionering van de gemeenschappelijke markt niet alleen de Lid-Staten maar ook de marktburgers betreft, d.w.z. alleen als men vooronderstelt dat het Verdrag meer is dan alleen een gewoon inter-nationaal verdrag! Een vergelijkbare cirkelredenering is te vinden in Costa v. ENEL, en met name in de overweging die het sluitstuk vormt van ’s Hofs redenering!

27
Q

Met de invoering van rechtstreekse werking heeft het Hof een fundamentele ommekeer in de verhouding tussen burger en gemeenschappelijke markt teweeg gebracht.

Leg uit.

A

Vóór Van Gend & Loos kon de burger slechts als economische speler handelen: hij maakte gebruik van de vier marktvrijheden om zijn economische belangen te bevorderen. Van Gend & Loos introduceer-de daarentegen een reflexieve houding van de burger tot de markt. Rechtstreekse werking maakt het de burger mogelijk om zich tot de markt te verhouden vanuit het perspectief van de gemeenschappe-lijkheid van de markt. Hier treedt hij niet alleen als economische spe-ler maar ook als politieke burger op, met name als ‘markt burger’.

28
Q

Een reflexieve houding van de burger ten aanzien van een rechtsorde, vanuit het perspectief van gemeenschappelijkheid, is juist wat een politieke gemeenschap typeert.

Leg uit.

A

Het gaat er in politieke reflexiviteit om dat ‘markt burgers’ zich als een groep mensen begrijpen die tezamen rechtsnormen in hun ge-meenschappelijk belang stellen. Deelname aan het stellen van rechtsnormen geschiedt via hun deelname aan o.a. de prejudiciële procedure. De mogelijkheid wordt dus geschapen waardoor een ‘wij’ zich als een Europees volk kan identificeren in het kader van de Eu-ropese Gemeenschap, en met name vanuit het perspectief van de vol-tooiing van een gemeenschappelijke markt.

29
Q

Nu kunnen we eindelijk terug naar de kritiek van het Maastricht arrest, om het BVerfG gelijk en ongelijk te geven.

Leg uit.

A

Het artikel van Dieter Grimm, één van de rechters bij het Bundesver-fassungsgericht, legt op heldere wijze het standpunt van het Duitse Hof uit: ‘it is inherent in a constitution in the full sense of the term that it goes back to an act taken by or at least attributed to the peo-ple, in which they attribute political capacity to themselves. There is no such source for primary Community law. It goes back not to a Eu-ropean people but to the individual Member States… While nations give themselves a constitution, the European Union is given a consti-tution by third parties’.

Deze visie kan in een eenvoudige sequentie worden samengevat: eerst een volk, dán een constitutie. Met andere woorden, eerst een volk als politieke eenheid, dán een autonome rechtsorde. Ten grondslag aan deze stelling ligt de gedachte dat het recht de politieke eenheid van het volk representeert in de vorm van een ‘afbeelding’.

30
Q

De opvatting van een wederzijdse afhankelijkheid tussen het gerepresenteerde en de representatie impliceert echter dat deze eenvoudige sequentie slechts een halve waarheid is.

Leg uit.

A

Niet alleen vooronderstelt het tot stand brengen van een constitutie de politieke eenheid van een volk maar wordt die eenheid door grondwetgeving ook geschapen. Behalve bovengenoemde sequentie geldt dus ook de omgekeerde sequentie: eerst een constitutie, dán een volk als politieke eenheid