alles Flashcards
Vragen ontstonden n.a.v. advies RvS 2007 waarin ze afvroeg: ‘In hoeverre is de herziening van dat verdrag een ‘constitutie’?
Gevolgvraag:
Gevolgvraag: in hoeverre zijn:
- Rechtstreekse werking
- Voorrang van Europees recht
- Duiding van verdrag als ‘constitutioneel handvest’
.. te verenigen met onze opvattingen over democratie?
Europees Hof zegt in het Les Verts arrest:
‘het gemeenschapsrecht is een constitutionalisering / het Rome verdrag (oprichting EG) is een soort constitutie’ WANT: (teleologische interpretatie)
- Van Gend & Loos: het oogmerk van EG-verdrag (gemeenschappelijke markt – die iedere burger raakt) leidt ertoe dat het méér is dan een louter een overeenkomst -> rechtstreekse werking. Dit vindt het Hof nodig voor een interne markt; anders werkt het niet; wordt het doel niet bereikt. De rechtstreekse werking staat eigenlijk HAAKS op wat een internationaal recht geldt: eigenlijk krijgen allen lidstaten rechten en plichten, maar nu ook burgers daarvan!
- Costa v. ENEL: het verdragsrecht dat uit autonome rechtsbron vloeit, kan niet door nationaal recht opzij worden gezet door zijn bijzondere karakter (gebeurt dat wel dan verliest het verdrag zijn bijzondere karakter en wordt het gemeenschapsrecht zelf aangetast) voorrang. (je kunt als natie niet jouw grondwet laten gelden ten overstaan van het gemeenschapsrecht).
GEVOLGEN voor rechtstreekse werking + voorrang (homogene uitleg = in elke lidstaat zelfde toepassing)
relatie tussen nationale rechtsordes en dit gemeenschapsrecht is dat je dit kunt vergelijken met een federale staat = bondsstaat en deelstaten! in die zin kun je spreken over het gemeenschapsrecht als nieuw (Gend & Loos) en eigen (Costa v ENEL): dus de EU is dan een AUTONOME RECHTSORDE. Hof vindt de EU dus een autonome rechtsorde.
Teleologisch want: een rechtsorde die in elke lidstaat hetzelfde wordt toegepast en uitgelegd, is dan een MIDDEL tot het bereiken van doelstellingen van die gemeenschap.
“Als we de doelen van het gemeenschapsrecht willen behalen, dan moeten we het gemeenschapsrecht allemaal homogeen toepassen en uitleggen.”
Europees Hof zegt dus in het Le Verts-arrest ook:
het EG verdrag is een ‘constitutioneel handvest’, en wij zijn zelf de constitutionele rechter die beslist over:
- Horizontale verdeling bevoegdheden (tussen EU instellingen onderling)
- Verticale verdeling bevoegdheden (tussen EU en de lidstaten)
STEL we nemen bovenstaande aan en zeggen oké het EU verdrag is een constitutioneel handvest hieruit ontstaat een fundamenteel probleem!:
Steve Boom
“Waar de US constitutie begint met ‘WE THE PEOPLE’, begint het Maastricht Verdrag (herziening EG verdrag) met: ‘ZIJNE MAJESTAAT BELGIE, HARE MAJESTEIT DENEMARKEN..’ et cetera. Dit laat geen ruimte voor twijfel dat de partijen van dit verdrag de soevereine staten zijn van Europa, en niet HET EUROPESE VOLK. Als het verdrag verder gaat spreken over de algemene doelen van de contracterende partijen, benadruk zij dit, en ze spreekt over among the peoples of Europe dit benadrukt dat de peoples of Europe allemaal individuele volken op zich zijn.
Het grote CONTRAST tussen de US grondwet en Europa maakt het heel duidelijk dat er grote verschillen zijn tussen de US grondwet en het Maastrichts Verdrag:
- Een echte constitutie roept basis principes en recht in het leven voor een natie of staat; TERWIJL,
- Een internationaal verdrag contractuele rechten en plichten voor individuele soevereine staten specificeert
De vraag die zich hierbij voordoet: Moeten we ons tevreden stellen met het feit dat EU een sui generis (one of a kind) gemeenschap is (BverfG wimpelt dit af!), OF moeten we onderzoeken of dit een POLITIEKE GEMEENSCHAP is?
In welke zin is de EU Europees?
We zijn opgegroeid met het idee dat de Oeral een grens is van Europa, maar een stuk van Rusland ligt nog vóór de Oeral maar hoort toch niet bij Europa. Topografische grenzen zijn in die zin dus conventioneel. Als Europa geen duidelijke grenzen heeft, wat zijn dan Europeanen?
Het Maastricht arrest van het BVerfG is een diepgaande beschouwing, het BVerfG stelt: “De constitutie (als verzameling van positiefrechtelijke rechtsnormen) is niet de grondslag van een democratische rechtsorde, WANT:
- In een democratie is deze grondslag HET VOLK (en geen verdrag/constitutie);
- Zonder zo’n VOLK als grondslag van een RECHTSORDE, kan er geen AUTONOME RECHTSORDE zijn;
- En dan is er ook geen bron van DEMOCRATISCHE LEGITIMITEIT
Dus wat is de EU volgens Maastricht arrest BverfG?
Gevolgen van die conclusie.
Dus: de EU is:
- Géén ‘Bondsstaat’ (DL) (geen ophef want iedereen ging van een politieke gemeenschap uit), maar
- Wél een ‘Statenverbond’ want het gemeenschapsrecht is afgeleid uit de lidstaten (niet uit een volk), waardoor het pas kan verbindend kan werken in de soevereine Duitse orde uit kracht van het Duitse Toepasselijkheidsgebod.
DUS: de EU is geen autonome rechtsorde. De gevolgen uit deze conclusie (gaan récht tegen EU-recht in maar goed):
- Er is slechts sprake van delegatie van bevoegdheden aan EU instellingen – géén overdracht;
- Deze delegatie is herroepelijk omdat elke lidstaat zijn lidmaatschap kan opzeggen;
- Het BVerfG reserveert zich de bevoegdheid een eigen rechtmatigheidscontrole op het gemeenschapsrecht uit te oefenen wanneer deze rechtsorde de constitutionele integriteit van Duitsland in gevaar zou brengen.
ONDERBOUWING BVERFG:
Er is pas een autonome rechtsorde als deze gedragen wordt door een voorafgaande politieke eenheid en politieke eenheid in democratie is het volk: “Het Unieverdrag grondvest een statenverbond ter verwezenlijking van een hechtere unie van in staten georganiseerde volken van Europa, NIET een Europees volk stoelende staat.”
Democratie - BverfG
BVerfG vindt dat iedere lidstaat op een volk berust, DUS, iedere nationale rechtsorde met grondwet is afgeleid van het betreffende volk = democratie als principe van volkssoevereiniteit. Het VOLK is de grondwetgevende macht en het volk roept dus een rechtsorde in het leven, pas dáárna zijn de geconstitueerde machten (trias politica) aan de orde.
Principiële vraag van BVerfG:
“Wat is een ‘volk’ als grondslag van een democratische rechtsorde?”
Zij vindt een volk fundamenteel voor een democratie. Ze is grondwetgever en wetgever (vertegenwoordigd door een parlement) en gaat als politieke eenheid VOORAF aan de juridische orde. Het volk is de ‘drager’ van die orde.
“De staten hebben eigen taakgebieden nodig om op die wijze – wat het volk relatief homogeen, geestelijk, sociaal en politiek samenbindt juridisch tot uitdrukking te brengen”
BverG - Relatieve homogeniteit
verzameling inhoudelijk overeenkomsten die individuen tot één volk maken – dit is een voorwaarde voor legitieme wetgeving. (Legaliteit gaat over de vorm van besluiten, legitimiteit is inhoudelijk). Om legitiem te zijn, moet wetgeving ‘de uitdrukking’ zijn van de relatieve homogeniteit van het volk!
Voor zover alle machten uit het volk voortvloeien is het volk de hoogste macht van een democratische politieke gemeenschap en in die zin dus soeverein.
Vindt het BverfG Europarlement een parlement?
Én, het BVerfG vindt het Europarlement geen parlement: want een parlement vertegenwoordigt het volk en nu er geen Europees volk is, is het Europarlement geen parlement. Oplossing: de nationale parlementen moeten meer betrokken worden bij Europese wetgeving (of bevoegdheden terugkrijgen). En zo dus: een uitbreiding van bevoegdheden van Europarlement lost het legitimatie tekort niet op, maar maakt het nijpender.
Is het Maastricht arrest gedateerd?
Het Maastricht arrest van het BVerfG dateert uit 1993 (n.a.v. herziening EG Verdrag: Maastrichts Verdrag), zou het achterhaald zijn? Nee, met enige nuances grijpt het BVerfG weer terug n.a.v. het Lissabon Verdrag. Ze zet in het nieuwe arrest de opvatting door dat de EU een statenverbond is. “Het verdrag verleent bevoegdheden om deel te nemen aan een Europese Unie en dat is ontworpen als vereniging van soevereine staten (Statenverbond). ‘Verbond’ heeft betrekking op een lange termijn associatie van staten die soeverein blijven, een vereniging die overheidsgezag uitoefent op basis van een verdrag, wiens fundamentele bestaan/orde echter alléén ter beschikking staat van de lidstaten en waarin de volken van de lidstaten; dat wil zeggen: de burgers van de staten blijven het onderwerp van democratische legitimering.
Koopmans probeert redenering van BverfG in het Maastricht arrest onderuit te halen/ontzenuwen. Dat doet hij met twee ontkoppelingen.
- Hoe noem je deze momenten?
- Welke twee ontkoppelingen?
- Weerleg de ontkoppelingen.
De ontkoppelingen zijn de destructieve momenten.
Constructief moment:
Koopmans probeert een eigen analyse te geven van wat een democratie betekent en wat een autonome rechtsorde betekent.
- Democratie is NIET gekoppeld aan volkssoevereiniteit -> (democratie/volkssoevereiniteit)
Koopmans komt op voor democratie, maar gaat tegen volkssoevereiniteit in.
a. Er bestaat ZELFS binnen de lidstaten geen ‘relatief homogeen’ volk, doordat het cultureel gedifferentieerde politieke gemeenschappen zijn (dit is de kern van zijn kritiek);
b. Soevereiniteit is een achterhaald begrip: als geen sprake is van een relatief homogeen volk, kan er ook geen sprake zijn van een ‘soeverein’ volk. Democratie moet je anders uitleggen. Hij ziet ‘democratie’ vanuit een processuele opvatting: democratie wordt gekenmerkt door een aantal minimumvereisten waaraan voldaan moet worden bij het tot stand brengen van wetten.
> weerlegging: Koopmans mag een processuele opvatting hebben,en die eenheid is in een democratie het volk. Want, in een processuele democratie is een minderheid/meerderheid nodig, en dat impliceert dat er iets is wat een ‘geheel’ is: een volk.
Nog een voorbeeld: algemene en geheime verkiezingen; maar wie mag stemmen en wie niet? In principe zijn dat alleen ‘burgers van bepaalde leeftijd van land’. Maar als je het hebt over dus ‘bepaalde mensen die mogen stemmen’ (voorwaarden: afkomst, leeftijd etc) dan heb je het dus over een gedeelte ‘van het volk’.
Een democratie vooronderstelt gewoon echt een gemeenschap! Geen ‘wij’ zonder een ‘zij’.
- Een autonome rechtsorde NIET gekoppeld te zijn aan een staatsorde -> (autonomie // staat)
Koopmans komt op voor de autonomie van de Europese rechtsorde, maar wil op geen enkele andere manier die autonomie afhankelijk laten zijn van de gedachte dat de EU iets is als een ‘staat’.
Er is een manier om de notie van federalisme te verdedigen dat niet samenvalt met ofwel ‘statenverbond’ ofwel ‘bondsstaat’ – het kernonderscheid van BverfG. En dat is wat hij noemt: multi level governance: verschillende centra van macht; we moeten ons ‘federalisme’ anders voorstellen! Niet in de zin van Amerika, of de Duitse bondsstaat, maar als verschillende centra van macht.
Hij bekritiseert het primaat dat het BVerfG aan de staat toekent. Het grote voorbeeld van autonome rechtsorde is volgens Koopmans de ‘natiestaat’. Erosie van de natiestaat betekent dat recht en staat niet meer aan elkaar gekoppeld hoeven worden! Opkomst van de EU is te begrijpen als een ontwikkeling naar ‘recht zonder staat’.
> weerlegging: de EU is geen natiestaat dat zijn we eens met hem, maar de vraag is ‘is een autonome rechtsorde mogelijk zonder ‘staat’ in de bredere zin van een politieke gemeenschap’? Immers, zijn beroep op federalisme vooronderstelt een politieke gemeenschap.
Neil MacCormick
Hij heeft een meer genuanceerdere analyse van de verhouding tussen de EG en haar lidstaten:
De EU is een ‘commonwealth’ = een groep mensen aan wie redelijkerwijs een of ander bewustzijn kan worden toegeschreven dat zij een gemeenschappelijk welzijn/rijkdom hebben, iets dat echt een algemeen goed is. (“Een groep mensen die besef hebben van een algemeen belang die bereid zijn om dat belang institutionele vorm te geven in zoiets als een Grondwet”)
Volgens MacCormick zijn zowel de EU als de lidstaten commonwealth’s. Hij zegt dus: EU is geen staat (maar een commonwealth), want we willen een gemeenschappelijke markt tot stand brengen. Staten hebben misschien ook wel een gemeenschappelijke ‘belang’ hebben, maar zij hebben daarnaast ook een gemeenschappelijke cultuur, geschiedenis, etc.)
Twee aspecten zijn van bijzonder belang voor onze problematiek:
- Hij laat zien dat je niet aan de gedachte van het volk als een politieke eenheid ontkomt, wil er sprake zijn van volkssoevereiniteit, dus van democratie;
- Alles draait om hoe je ‘imputed’ of ‘imputing’ (toerekenen) interpreteert in bovenstaand citaat:
o Expliciteren van wat er al is; een bestaand volk OF
o Het tot stand brengen van een volk door middel van toerekening zelf.
Probleem wordt prangender omdat ook het BVerfG over het volk spreekt als een ‘toerekeningsprincipe’.
Europese integratie heeft ook verliezers.
: sommigen kunnen zich niet vrij bewegen door EU; het is ook een proces van uitsluiting. Dat weet elke vluchteling. Door het weghalen van grenzen binnen de EU zijn we buiten de EU keiharde grenzen aan het trekken. Vandaar onze laatste stelling: integratie is naast ontgrenzen ook een begrenzing – ook binnen EU!
Beiden visies, Koopmans en BverfG problematisch.
BverfG:
o gelijk daar waar ze zegt dat geen autonome rechtsorde mogelijk is zonder politieke eenheid
o ongelijk in haar verhouding politieke en juridische eenheid; want ze is niet in staat de specifiteit van collectieve identiteitsvorming te verklaren.
Koopmans:
(hij weet niet wat democratie in de kern is, maar weet ook niet wat democratische vertegenwoordiging is)
o elke poging om democratie als procedure op te vatten gooit ons terug naar het probleem van volk en volkssoevereiniteit.
o kern van probleem: representatie. Want: hij zegt dat Europarlement een prima parlement is wanneer het een fatsoenlijke democratische procedure heeft. Maar WAT gaat het parlement dan vertegenwoordigen?
Joschka Fischer
Bovenstaande vooronderstellingen zie je terug in zijn rede.
Joshka Fischer: pleit voor tot stand brengen federale staat! Heldere meerderheidsregels voor regelgeving. Zijn standpunt komt op het volgende neer:
- We moeten gaan voor volledige integratie. Van een juridische en economische ook naar een POLITIEKE eenheid.
- We moeten het hebben van een Europees parlement in de volle zin van het woord. Kijk naar Amerika: chamber/house of representitives – zij worden gekozen door deelstaten. Zij worden geacht het volk al geheel te vertegenwoordigen. Per deelstaat heb je twee senators. Zij moeten opkomen voor het volk van hun eigen staten. Stelling van Fisher: dit moeten we ook hebben als grondslag voor ons Europarlement! Dit zou tot stand moeten komen door een constituant treaty: ‘grondwetgevende handeling’. Dat betekent dat EU volle soevereiniteit moet hebben binnen haar bevoegdheden. Dat betekent dat we formeel afzien van status als LIDSTATEN, en worden DEELSTATEN. En we zijn bereid het gezag van Hof te aanvaarden als rechter van ons ALLEN.
- Dan pas hebben we een echte Europese democratie.