Week 11 - Politieke representatie en het democratisch tekort Flashcards

1
Q

Terugblik week 10:

Probleemstelling: hoe verhouden de EU en de lidstaten zich tot elkaar?
Een wezenlijk verschil tussen ‘wij het Duitse volk’ en ‘wij het volk van Europa’. Je zou kunnen zeggen: niet zo’n groot verschil tussen de EU en een federatie/een bondsstaat. Maar: degelijk verschil tussen de structuur van EU als politieke gemeenschap en de EU als bondsstaat.

  • Theoretisch probleem
  • Praktisch probleem
A

Theoretisch probleem:
Op grond waarvan krijgt het Europees recht zijn bindend karakter. Vanuit standpunt van EU recht, vooral het standpunt van de EU rechter/HvJ, heeft de EU een eigen bron van gelding. Maar niet vanuit het standpunt van lidstaten.

Praktisch probleem:
Wat wanneer je constitutionele conflicten krijgt tussen de EU en lidstaten?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Terugblik week 10:

Theoretisch probleem,
Twee interne perspectieven:

Leg uit.

A

EEN KANT:
Costa vs. ENEL:
- Europese rechtsorde niet afgeleid van nationale rechtsordes: eigen bron van gelding, volgens het HvJ
- Nationale rechtsordes niet afgeleid van Europees recht: eigen bron van gelding, volgens nationale rechters:
> Dit vloeit voort uit Costa vs. ENEL.

ANDERE KANT:
- Europees recht heeft een nationale bron van gelding, vanuit het perspectief van nationale rechters, of in ieder geval alleen gelding in de nationale rechtsordes ZO LANG het de nationale constituties niet aantast:
> We hebben het over lidstaten, geen deelstaten (zoals in een federatie). Dus vanuit perspectief van nationale rechters, heeft het Europees recht een nationale bron van gelding. Omdat lidstaten hebben ingestemd d.m.v. verdrag met het oprichten van EU, dat dat Europees recht bindend is in het kader van nationaal recht.
Of: je zou kunnen zeggen dat Europees recht bindend is in nationaal recht, zolang (denk aan Duitse constitutioneel rechter) het EU recht in overeenstemming is met nationale grondwetten, zo niet, dan wordt het ter zijde geschoven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Terugblik week 10:

Constitutional pluralism, Neil MacCormick

Leg uit.

A

‘There are two sets of constitutions, each of which is acknowledged valid, yet neither of which does, or has any compelling reason to, acknowledge the other as the source of its validity’.

Je hebt niet één grondwet, je hebt twee verschillende grondwetten, dat van EU en dat van lidstaten. Welke een eigen bron van gelding hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Terugblik week 10:

Dreigende constitutionele conflict tussen Iers recht en Europees recht uit het Grogan arrest.

Wat zei Phelan hieromtrent in zijn proefschrift?

A

Dreigende constitutionele conflict tussen Iers recht en Europees recht.

‘National constitutional law is at a breaking point. There is going to be either a revolution in law where consistent legitimation becomes impossible or a revolt of national constitutional authorities, the focal case being courts, to avoid a revolution’.

Ofwel: in geval zoals Grogan: als een ierse rechter toestaat dat abortus plaatsvindt in Ierland/Ierse grondwet ter zijde geschoven, dan zou de Ierse grondwet ter zijde worden geschoven door een rechter, terwijl zij de grondwet moeten gehoorzamen.

Alternatief: nationale rechters komen in opstand tegen Europees recht. Hoe ga je daarmee om?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Terugblik week 10:

in geval zoals Grogan: als een ierse rechter toestaat dat abortus plaatsvindt in Ierland/Ierse grondwet ter zijde geschoven, dan zou de Ierse grondwet ter zijde worden geschoven door een rechter, terwijl zij de grondwet moeten gehoorzamen.

Alternatief: nationale rechters komen in opstand tegen Europees recht.

Hoe ga je hiermee om?

Leg uit a.d.h.v. theorie van MacCormick

A

Mogelijke opties ter beheersing van constitutionele conflicten:

  • MacCormick:
    Radical pluralism: politieke oplossing, de weg van Grogan.
    Het is een politieke oplossing. Daarmee bedoelt hij dat er geen bij voorbaat vastgelegde regel is hoe je omgaat met het conflict. Je moet er als rechter zelf mee omgaan, als een soort dialoog. Zonder voorgeschreven regel.
  • Pluralism under international law: juridische oplossing. Internationale arbitrage.
    Hier heb je wel een regel, wanneer er een conflict is, leg je het voor aan internationaal tribunaal, arbitrage. Het constitutioneel geschil wordt door arbiter beslecht.

Volgens Lindahl: hij kon beter blijven bij radical pluralism.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Terugblik week 10:

M-C vraag m.b.t. HC10

In zijn analyse van het Grogan-arrest stelt D. Rossa Phelan dat ‘The [European] Court [of Justice] characterised the [Irish] argument that abortion was not a service under European Community law as simply ‘moral’ and therefore irrelevant’.

Wat bekritiseert Rossa Phelan met deze stelling?

a) Dat het morele karakter van het verbod op abortus wel degelijk relevant is voor Ierland.
b) Dat het EHvJ abortus als dienst in het kader van Europees recht heeft geduid.
c) Dat het EHvJ de legaliteit van het Europees recht de voorrang geeft over de moraliteit van het Ierse recht.
d) Dat het EHvJ de politieke relevantie van het verbod op abortus miskent i.v.m. Ierland.

A

a) Dat het morele karakter van het verbod op abortus wel degelijk relevant is voor Ierland.
x

b) Dat het EHvJ abortus als dienst in het kader van Europees recht heeft geduid.
x

c) Dat het EHvJ de legaliteit van het Europees recht de voorrang geeft over de moraliteit van het Ierse recht.
x

d) Dat het EHvJ de politieke relevantie van het verbod op abortus miskent i.v.m. Ierland.
> Waaraan dhr. Phelan aanstoot neemt, is dat in het arrest Grogan het HvJ stelt dat het vraagstuk over abortus een morele vraag is, terwijl het aan de rechter is om een juridisch te beslechten.
Elk land heeft zijn eigen moraliteit. Maar eerst en vooral is het een politiek vraagstuk. Het is namelijk opgenomen in onze grondwet. Het is iets dat de identiteit van Ierland aangaat. Europa dient de identiteit van lidstaten in bescherming te nemen.
Doordat het HvJ het behandeld als een moreel vraagstuk, worden echte vraagstukken van tafel geveegd. Zoals: moeten we het in Europa hebben over poen of over het beschermen van een mensenleven?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

We brengen de cursus terug naar twee vragen.

  1. In welke zin een Unie?
  2. In welke zin Europees?

Is Europa al dan niet een politieke gemeenschap? De Duitse rechter heeft grote twijfels, omdat er geen Europees volk zou bestaan.

Lindahl heeft laten zien dat dat quatsch is. Er is wel een Europees volk, als je een adequate analyse geeft van politieke representatie. Dus problematiek van democratie in Europees verband is georiënteerd aan de hand van wat politieke representatie in de kern is.

Dit is relevant voor wat voor de meeste mensen het echte probleem is in Europa: democratisch tekort.

Wat Lindahl deelt met de Duitse rechter: hoe ga je om met representatie in Europees verband?

Er zijn twee manieren om et democratisch tekort op te vatten.

  • Welke twee?
  • Leg eerste uit.
A

Twee opvattingen van democratisch tekort:

  1. Radicaal democratisch tekort:
    Hoe verhouden democratie en representatie zich?
    We zijn gewend om te spreken van onderscheid directe en indirecte democratie. Democratie van representatie EN democratie van burgerparticipatie. Eigenlijk is dat onderscheid bullshit. Enige vorm van democratie is representatie democratie. Want: ‘we the people’ dat ‘we’ dat grondwet tot stand brengt, moet sowieso vertegenwoordigt worden.
    ‘Wij’ kan niet ‘wij’ zeggen, iemand moet wij voor wij zeggen.
    Eenheid van het volk is altijd afwezig. Burgerparticipatie is een vorm van representatie. Dit is niet een pleidooi voor aanhouden van een parlement, maar je kunt je voorstellen dat er andere vormen zijn van representatie zijn, die niet parlementair van aard zijn. Wat je je niet kan voorstellen, is dat het niet representatie is in een democratie, en in welke politieke gemeenschap dan ook.

Representatie: een noodzakelijke maar niet voldoende voorwaarde voor de democratie.

Totalitarisme en democratie:
Delen representatie.
Hoe verschillen de heer Rutte en de heer Hitler?
Waarin zijn zij wezenlijk hetzelfde? Waarin de heer Rutte en de heer Hitler het roerend eens zijn, is dat je het volk moet vertegenwoordigen. EIN VOLK. De State-Generaal vertegenwoordigen het gehele NL volk (art. 1 grondwet).
Dus én een dictator én een minister-president worden geacht het volk als geheel te vertegenwoordigen.
Ook een totalitair regime kan zich dus niet anders voorstellen dan als een vertegenwoordigend stelsel. Vertegenwoordiger van het volk.

Het verschil tussen totalitaire staat en een democratie zit hem dus niet in representatie!

Wat eigen is aan de democratie is niet zozeer representatie, maar wat ik zou willen noemen:
Institutionalisering van wantrouwen omtrent politieke representatie, samen met institutionalisering van politieke representatie.

Je hebt dus representatie, maar institutionalisering van wantrouwen omtrent politieke representatie.
Wat bedoelt hij daarmee?
Om te zeggen dat politieke representatie de concretisering is van het algemeen belang, is te zeggen dat je keuzes moeten maken om wat algemeen belang is. Als je geen keuzes maakt van waarvoor het algemeen belang staat, is een partij die nog niet begonnen is aan politiek. Je moet dus zeggen het ‘algemeen belang is dit’ dan zeg je dus ‘algemeen belang is niet dat’.
Het is dus onmogelijk om het geheel te vertegenwoordigen, want je sluit in en je sluit uit.

Wat ik noem institutionalisering van wantrouwen omtrent politieke representatie:
We moeten opkomen voor het geheel, tegelijkertijd is het onmogelijk om op te komen voor het geheel. Er vindt uitsluiting en insluiting plaats. Degene die worden uitgesloten geef je een kans om bij de eerstvolgende verkiezingen of andere vormen van representatie om zijn belangen mee te laten tellen. DAT heb je in een totalitaire regime NIET.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

We brengen de cursus terug naar twee vragen.

  1. In welke zin een Unie?
  2. In welke zin Europees?

Is Europa al dan niet een politieke gemeenschap? De Duitse rechter heeft grote twijfels, omdat er geen Europees volk zou bestaan.

Lindahl heeft laten zien dat dat quatsch is. Er is wel een Europees volk, als je een adequate analyse geeft van politieke representatie. Dus problematiek van democratie in Europees verband is georiënteerd aan de hand van wat politieke representatie in de kern is.

Dit is relevant voor wat voor de meeste mensen het echte probleem is in Europa: democratisch tekort.

Wat Lindahl deelt met de Duitse rechter: hoe ga je om met representatie in Europees verband?

Er zijn twee manieren om et democratisch tekort op te vatten.

  • Welke twee?
  • Leg de tweede uit.
A
  1. Representatie als concretisering van het algemeen belang:
    Dat gepaard gaat met georganiseerde tegenspraak van het geheel. Dat treft de lidstaten, dat treft Europa.

‘Concretisering’ als in- en uitsluiting

‘Another Europe is possible’
Was de leuze in de European social forum, dat plaats vond in Zweden in 2009. Gedachte was: Europa die geconcretiseerd wordt door middel van de Europese Unie is niet Europa die we willen.

‘Another world is possible’
De EU zegt een concretisering te zijn van wat ons samen bindt, maar de EU sluit in en uit. Niet alleen dat, maar het sluit ook een zekere opvatting van de wereld in, namelijk wereld als globale markt, en sluit andere opties van de wereld uit.
Zie filmpje, protesten in GEnova tegen de G8 (één persoon gestorven door politiegeweld): http://www.youtube.com/watch?v=5h3AAOPzVXU
Geweld tegen Europese Unie en wereldbeeld van Europees Unie.
Europa biedt saamhorigheid aan, die niet mogelijk zou zijn zonder representatie. Maar representatie maakt het ook mogelijk dat er beelden zijn zoals dit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uiteindelijk: de foto’s en beelden die je hebt gezien van politiegeweld, denk eens na:

‘overwegende dat het oogmerk van het EEG verdrag, namelijk instelling van gemeenschappelijke markt, wier werkzaamheid de ingezetenen der Gemeenschap rechtstreeks betreft (…)’

Van Gend en Loos

De belangrijkste overweging van alle talloze arresten.

Wat zegt deze overweging?

A

Dat het totstandbrengen van een gemeenschappelijke markt, datgene is wat ons gemeenschappelijk is.

Wanneer de EU rechter dat zegt, geeft dat een beeld van wat Europa is. Maar er worden hiermee belangen ingesloten en uitgesloten.

Allerlei vormen van protesten tegen Europa, staan in deze overweging.

Wat hij probeert te zeggen: wat hier plaatsvindt is een geweldige in- en uitsluiting van belangen. Recht heeft dus sociale gevolgen. Mensen zijn aan het protesteren tegen de EU, mede in het licht van dit soort overwegingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een dubbele aanvechtbaarheid:

a) in hoeverre is de markt een GEMEENSCHAPPELIJKE markt?
b) in hoeverre is de MARKT wat ons gemeenschappelijk is?

A

Volgens Lindahl is de EU een politieke gemeenschap. Als het klopt dat het oogmerk van het EEG verdrag de instelling van een gemeenschappelijke markt is die ons allen treft, dan vindt hier een dubbele proces van concretisering van het algemeen belang plaats.

a) wat fascinerend is aan de notie van gemeenschappelijke markt, is dat met ‘gemeenschappelijk’ wordt verwezen naar een ‘geheel’. Dus de markt is ingericht op een manier dat deze de juiste mensen helpt om verder met hun leven te gaan. Dus de Unie is steeds meer bezig met een soort finetuning van wat de markt tot een gemeenschappelijke maakt.
Een markt waar we achter kunnen staan als geheel.

b) als je kijkt naar spanningen met polen, dan zie je dat daar duidelijk is dat voor Poolse regering, behalve dat we een markt zijn, er ook kwesties zijn als ‘de centrale rol van christendom’ die onvoldoende uit de verf komen bij het Europees verband. Voor Polen is in de kern Europa niet een economisch project, maar een religieus project. Als wij een gemeenschappelijke markt willen, is het om willen van het behoud van het christendom. Zo heb je ook Hongarije, president zij dat immigratiestroom uit Syrië een geweldige kans is voor Europa, niet vanwege feit om mensen te ontvangen, MAAR: om op te komen voor onze christelijke wortels. Dit zijn de twee politieke vragen waarmee Europa worstelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom het tekort radicaal is? Zelfs mensenrechten ontsnappen niet aan in en uitsluiting.

  • Geen insluiting zonder uitsluiting
  • Het tekort als het niet te overbruggen verschil tussen het algemeen belang en zijn vermeende concretiseringen
  • De kern van grondeloosheid van wie zegt: ‘Wij de Europese volkeren’.
  • ‘Juridische uitdrukking geven aan politieke eenheid’. Winst en verlies.
    Re-presentatie en de-presenatie van het volk
A
  • Geen insluiting zonder uitsluiting
    > Zelfs mensenrechten. Kijk naar het voorbeeld van het recht op leven. Je zou zeggen dat iedereen daar recht op heeft. Maar wat gebeurt er met abortus en euthanasie? Op het moment dat je gaat aangeven wat een mensenleven is, moet je keuzes maken tussen in- en uitsluiting.
  • Het tekort als het niet te overbruggen verschil tussen het algemeen belang en zijn vermeende concretiseringen
    > Het tekort is radicaal. Of de markt gemeenschappelijk is of niet, in feite regelgeving die al bestaat, staat altijd in een gespannen verhouding met de gemeenschappelijke markt. Het lukt nooit volledig om een gemeenschappelijke markt op de been te brengen. Maar het lukt ook nooit volledig om datgene wat Europa is, samen te vatten in de genotie van de markt. Dus er een niet te overbruggen verschil van datgene wat gerepresenteerd wordt en de representaties.
    Dat geldt ook voor een schilderij. Schilderij sterrennacht van Van Gogh, Gogan zou anderen dingen naar voren halen en anderen dingen achterwege laten. Die schilderijen zijn essentieel om iets naar voren te halen, wat we anders niet zouden zien. Dus essentieel verschil tussen volk als geheel, en zijn representaties.
  • De kern van grondeloosheid van wie zegt: ‘Wij de Europese volkeren’.
    > Elke keer dat je zegt wij, en aangeeft wat het inhoudt, verlies je een deel van wat het volk is in het proces.
    Dat wil zeggen: representatie is juridisch uitdrukking geven aan politieke eenheid.
  • ‘Juridische uitdrukking geven aan politieke eenheid’. Winst en verlies.
    > Representatie, het opnieuw aanwezig stellen van het volk, is tegelijkertijd zoiets als de-presentatie. Een verzwakking van het volk, en iets wat mensen tot een volk maakt.
    Re-presentatie en de-presenatie van het volk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het is iets heel eenvoudigs, maar iets dat van gigantisch belang is voor de politiek.
De gedachte is:
Het volk moet gerepresenteerd worden.
Representatie is de concretisering van het algemeen belang.
Concretisering betekent in- en uitsluiting van belangen. D.w.z. geen volk dat zich te kennen geeft zonder representatie. Tegelijkertijd leidt elke representatie op zekere hoogte onrecht doet aan het volk.
Dat is een niet op te heffen spanningsverhouding tussen de representatie, het recht het volk het gerepresenteerde.

A

Lezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Politieke representatie én geïnstitutionaliseerde wantrouwen omtrent politieke representatie.

  • Concretisering van het algemeen belang als aanvechtbare claim
  • De democratie heft dit tekort niet op. zij gaat ermee om door het zichtbaar te maken en elke concretisering van het algemeen belang min of meer voorlopig te maken.
  • De betekenis van ‘checks and balances’
  • Geïnstitutionaliseerde tegenspraak op claims van politieke representatie
A

Politieke representatie én geïnstitutionaliseerde wantrouwen omtrent politieke representatie:

  • Concretisering van het algemeen belang als aanvechtbare claim
    > Verschil tussen democratie en totalitairisme: essentieel voor democratie is de gedachte dat als je claimt namens het volk te spreken, (dat kan niet zonder in- en uitsluiten), blijft de claim altijd aanvechtbaar.
  • De democratie heft dit tekort niet op. zij gaat ermee om door het zichtbaar te maken en elke concretisering van het algemeen belang min of meer voorlopig te maken.
    > Er is een niet weg te werken verschil tussen het volk dat gerepresenteerd wordt en zijn representaties. Democratie probeert dat tekort zichtbaar te maken. En elke claim min of meer voorlopig te maken.
  • Bijv. verkiezingen: na 4 jaar hebben we opnieuw verkiezingen. Het is een manier om burgers een kans te geven om aan te geven of zij nog steeds met deze representatie kunnen leven. Dus je geeft bepaalde personen de kans om ons te vertegenwoordigen, maar slechts voor 4 jaar.
  • Bijv. behalve vrije verkiezingen, willen we ook meerdere partijen hebben. WANT verschillende belangen in 1 samenleving. Door meerdere partijen, laat je dit zo goed mogelijk tot zijn recht komen. Dus verliezers tellen op die manier ook een beetje.
  • De betekenis van ‘checks and balances’
    > de trias politica in een staatsbestel, vanuit gedachte dat wat machten onderling doen is aanspraak op representatie controleren en toetsen.
  • Geïnstitutionaliseerde tegenspraak op claims van politieke representatie
    > Wat een rechter doet: wacht even regering, u komt te prominent op voor de belangen van de meerderheid, ten koste van belangen minderheid. Maar minderheid is ook onderdeel van het geheel. Dus ik breek deze wet als ongrondwettelijk, want het druist in tegen bepaalde beschermingen voor de minderheid.
    !!Dit is de kern van democratie!! Dus georganiseerde tegenspraak is ook democratie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Afgeleid (institutioneel) tekort en nieuwe vormen van politieke representatie:

  • Van RADICAAL tekort naar een AFGELEID of institutioneel tekort
  • Onvoldoende representativiteit van Europese rechtsvorming
  • Roep om meer bevoegdheden voor het Europees Parlement (Koopmans)
  • Maar is het staatsmodel van politieke representatie geschikt voor de EU?
  • Geen sprake van een Trias Politica
A

Afgeleid (institutioneel) tekort en nieuwe vormen van politieke representatie:

  • Van RADICAAL tekort naar een AFGELEID of institutioneel tekort
    > hij heeft aantal instituties genoemd, verkiezingen, trias politica, checks and balances, mensenrechten, etc. instituties waarmee gestalte wordt gegeven aan democratie in de zin van representatie en georganiseerde tegenspraak op representatie. In Europees verband is net zoals in NL en elke politieke samenleving een radicaal niet op te heffen tekort tussen het gerepresenteerde en representatie.
  • Onvoldoende representativiteit van Europese rechtsvorming
    > hoe zit het met de instituties in EU verband die niet alleen representatie mogelijk maken, maar ook geïnstitutionaliseerde tegenspraak op representatie. Zit dat lekker of niet? HIER zit de grote uitdaging voor Europa. Het model van representatie voor lidstaten: verkiezingen, parlement, helpt
    alleen tot zekere hoogte om recht te doen aan de complexiteit van de EU als een politieke gemeenschap. We zijn op zoek naar nieuwe vormen van representatie die niet alleen het algemeen belang van EU concretiseren, maar ook goede vormen van tegenspraak bieden.
  • Roep om meer bevoegdheden voor het Europees Parlement (Koopmans)
    > Eigenlijk heeft het EU parlement al behoorlijk wat bevoegdheden erbij gekregen vanaf moment van ontstaan.
  • Maar is het staatsmodel van politieke representatie geschikt voor de EU?
    > is het staatsmodel van politieke representatie waarin het parlement centraal staat, denk aan een lidstaat, de beste manier om representatie gestalte te geven in de EU. Niet per se. Wie zegt dat bij voorbaat een Europarlement de oplossing is voor problemen van politieke representatie in Europees verband.
  • Geen sprake van een Trias Politica
    > Het is geen macro trias politica. De verhoudingen tussen EC en EP, zijn niet te vergelijken met regering en parlement. Hoe doe je recht aan Europa als institutie, tegelijkertijd vormen van politieke representatie teweeg brengen, die EN algemeen belang concretiseren EN tegenspraak bieden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Roep om meer bevoegdheden voor nationale parlementen (BVerfG)

Maar is politieke representatie in de lidstaten voldoende om problemen bij politieke representatie in de EU op te vangen?

De twee vragen:

  1. Is de markt GEMEENSCHAPPELIJK ingericht?
  2. Is de markt wat ons GEMEENSCHAPPELIJK is?
A

Roep om meer bevoegdheden voor nationale parlementen (BVerfG)
> nog geen politieke partijen voor Europa, daarom:
Je hebt in NL de PvdA, Groenlinks, CDA etc. Allemaal nationale partijen. In Duitsland heb je hetzelfde, Frankrijk ook. In het Europarlement zijn de partijen ongeveer in dezelfde lijnen verdeeld. Je hebt dus een soort spreiding die ongeveer overeen komt met nationaal niveau. Maar we hebben geen Europese politieke partij, geen GroenLinks Europa. Het lukt ons nog niets om partijenpolitiek te voeren op EU niveau. Is dat een zwaktepunt voor Europa?

Maar is politieke representatie in de lidstaten voldoende om problemen bij politieke representatie in de EU op te vangen?
> BverfG: als je meer bevoegdheden geeft aan nationale parlementen, is het de vraag of nationale parlementen voldoende oog hebben voor de EU als geheel. Omdat natuurlijk nationale partijen eerst het belang van NL hebben. Een van de problemen met immigratiebeleid is dat het ons niet lukt vanuit nationaal perspectief om tot een coherent Europees beleid te komen inzake immigratie. Dus wie zegt dat de problemen van politieke representatie worden verholpen door meer bevoegdheden aan nationaal parlement?

De twee vragen:

  1. Is de markt GEMEENSCHAPPELIJK ingericht?
  2. Is de markt wat ons GEMEENSCHAPPELIJK is?

Wat Europa volgens Lindahl nodig heeft, is structuren van representatie die deze twee vragen in het vizier hebben, en die niet per se afdoende zijn, maar die beiden vragen meenemen en zowel in termen van concretisering van algemeen belang, als georganiseerde tegenspraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ad 1) De gemeenschappelijkheid van de gemeenschappelijke markt

  • De ‘marktburger’
  • De prejudiciële procedure
  • Een vorm van politieke representatie
  • Procedurele beperkingen tot de vraag over de gemeenschappelijkheid van de markt (artikel Dehousse)
  • Vooral de grote firma’s (repeat players) profiteren van deze vorm van politieke representatie
A

Ad 1) De gemeenschappelijkheid van de gemeenschappelijke markt
> Welke vorm van representatie hebben we al? die anders zijn dan we gewend zijn, zie hieronder:

  • De ‘marktburger’
  • De prejudiciële procedure
  • Een vorm van politieke representatie
    > We zijn niet alleen marktagenten, we zijn marktburgers, we kunnen prejudiciële procedure instellen. Het is zelf een vorm van politieke representatie. We dwingen lidstaten om na te denken in hoever hun regelgeving overeen komt met belangen van Europa.
  • Procedurele beperkingen tot de vraag over de gemeenschappelijkheid van de markt (artikel Dehousse)
    > De opening die geboden wordt aan marktburgers, heeft alle nadelen van een juridische inkadering van representatie. In een juridisch kader, is een sterke afbakening van vragen die de rechter mag beantwoorden. Het is dus geen politieke representatie die plaatsvindt in een soort debat dat je hebt tussen burgers via kranten/politieke programma’s etc.
  • Vooral de grote firma’s (repeat players) profiteren van deze vorm van politieke representatie
    > Ander probleem: stel dat een van u aanstoot neemt aan het feit dat u naar Bulgarije gaat en daar wil studeren, de voorzieningen die je krijgt als student zijn minder dan voorzieningen hier in NL. Het is dan voor u veel moeilijker dan voor Philips, bij Philips is een juristenafdeling, waarvan de helft gespecialiseerd in de EU. Het zijn repeatplayers, grote bedrijven die in staat zijn op systematische wijze in te spelen op EU regelgeving. Zij zijn veel effectiever in belangen laten gelden dan jij en ik. Het zijn enorm machtige juridische repeatplayers.
17
Q
  • Representatie en comitologie
  • Belangrijke beslissingen van zowel politiek als technische aard
  • Tekort aan accountability en transparantie van besluitvorming
  • Sterk verzet van het Europarlement
  • Maar zijn de Europarlementariërs geschikt om het gemengde karakter van comité beslissingen op zich te nemen?
  • Initiatieven rondom burgerparticipatie in comités
A
  • Representatie en comitologie
  • Belangrijke beslissingen van zowel politiek als technische aard
    > Regelgeving door comités. Interessant hieraan: Heel veel van die regelgeving is een vervlechting van politieke als technische aard. Bijv.: welke ingrediënten mogen wel of niet in voedsel die op de markt komen.
    Ander voorbeeld: mag genetisch gemanipuleerd spul op de markt of niet? Dat is een technische vraag of een politieke vraag.
    Dit soort vraagstukken gaan vaak via comités, het is een gesloten sfeer.
  • Tekort aan accountability en transparantie van besluitvorming
    > deel onttrekt zich aan oog publiek.
  • Sterk verzet van het Europarlement
    > probeert steeds de comités onder toezicht van het Europarlement te brengen.
  • Maar zijn de Europarlementariërs geschikt om het gemengde karakter van comité beslissingen op zich te nemen?
    tel dat lukt? Zijn zij geschikt om dat adequaat te toetsen? Ik denk van niet. We zullen dus comités moeten ontwikkelen waar je politieke representatie van breder publiek weet in te vlechten om algemeen belang te concretiseren en op een adequate manier tegenspraak te organiseren.

Deze initiatieven bestaan dus reeds rondom burgerparticipatie in comités

18
Q

De verhouding tussen het Europarlement en de Europese Commissie

Niet te vergelijken met de verhouding tussen een nationaal parlement en een regering:

  • Commissarissen genoemd naar nationaliteit, niet op grond van politieke signatuur;
  • Controlerende functie van hybride karakter
A

De verhouding tussen het Europarlement en de Europese Commissie

Niet te vergelijken met de verhouding tussen een nationaal parlement en een regering:
(als overmorgen PvdA vindt dat het welletjes is geweest met een van de ministers, wordt er gestemd of er vertrouwen is vanuit het parlement, zo nee, dan moet hij aftreden, er is dus directe controle).

  • Commissarissen genoemd naar (oa. naar) nationaliteit, niet op grond van politieke signatuur;
  • Controlerende functie van hybride karakter

Op dit moment vvd en pvda, die regeren in NL dat is helder. Er is ook een meerderheid in de kamer, zolang die meerderheid de regering ondersteunt, kan de regering voort regeren.
Een Europarlement kan falicant tegen een commissaris staan, maar hij hoeft niet af te treden. De controlerende functie van een Europarlement heeft een hybride karakter, niet te vereenzelvigen met een lidstaat.

19
Q

Ad (2) is de markt wat ons gemeenschappelijke is?

  • De EU als interne markt
  • De wereld als markt:
  • De ESF en de WSF: ‘een andere wereld is mogelijk’
  • Het vraagstuk rondom het kapitalisme
  • Is er een markt mogelijk die niét kapitalistisch ingericht is?
    Thomoas Pikkety: Capital in the 21st Century:
A

Dat was wat betreft: ‘in hoeverre is de markt gemeenschappelijk.’

Nu de vraag:
Ad (2) in hoeverre is de markt wat ons gemeenschappelijke is?

  • De EU als interne markt
    > De EU is MEER dan een interne markt. Maar wanneer EU geen tot stand brengen van gemeenschappelijke markt ten doel had, was de EU er niet. Dit is de motor achter de EU.
  • De wereld als markt:
    > door zichzelf als gemeenschappelijke markt te zien, ziet de EU de rest van de wereld als externe markt. Daartegen verzetten mensen zich die opkomen voor religieuze aanduiding van de EU (Polen, Hongarije).
  • De ESF en de WSF: ‘een andere wereld is mogelijk’
    Europese Social Forum (verhuist van ene naar andere Europese staat landelijk), World Social Forum (in Porto Alegri, Brazilië). Een andere wereld, een ander Europa is mogelijk is de leuze. Wat hier ten principale aan de orde is, is de vraag rondom kapitalisme.
  • Het vraagstuk rondom het kapitalisme:
    Is er een markt mogelijk die niét kapitalistisch ingericht is?
    Kunnen we ons een Europa voorstellen waar de gemeenschappelijkheid van de gemeenschappelijke markt, niet opgevat is in de zin van een kapitalistische inrichting van de markt?

Thomoas Pikkety: Capital in the 21st Century:
Waarin hij laat zien wat kapitalisme aan het doen is: een gigantisch verschil teweeg brengen tussen mensen met veel geld en mensen die steeds armer worden.

Stelling van Pikkety: je moet rijken zwaar belasten wil je ontkomen aan een situatie waarin rijken steeds rijker worden, ook in Europa.
Dus de Europese Unie maakt onderdeel uit van proces van globalisering van Economische processen. Risico voor Europa: we moeten een instrumentarium ontwikkelen, waardoor dat proces van voltrekking van interne markt ons helpt om rijkdom die daardoor ontwikkeld wordt, eerlijk te verdelen over mensen in de Europese Unie. Dit is essentieel voor de democratie. We hebben een grote groep mensen tussen mensen die banen verliezen, etc. Voor hen heeft Europa niets te bieden. Dus als we niet oppassen, wordt het een proces van uiteen valling, waarbij het terugvalt op lidstaten, en zij Europa als project opgeven.

20
Q

De tien eerdere colleges zijn erop gericht een conceptuele misvatting over de Europese Gemeenschap uit de wereld te helpen: behalve een juridische en een economische gemeenschap te zijn, is de EG ook een politieke gemeenschap, al is zij als politieke gemeenschap onherleidbaar tot de organisatie van een staat. Dit betekent geenszins dat alle problemen over het zogenaamde ‘democratisch tekort’, waarover zoveel geschreven is, uit de wereld zijn geholpen. Wat de cursus ambieert is vooral een denkkader te ontwikkelen waarin de aard van het probleem omtrent het ‘democratisch tekort’ adequaat kan worden geformuleerd en daardoor een bijdrage te leveren aan de richting waarin mogelijke oplossingen voor dit probleem moeten worden gezocht.

A

Over de cursus.

21
Q

Nader inzicht in de structuur van politieke representatie suggereert dat een democratisch tekort zich op twee verschillende maar toch met elkaar verbonden manieren voordoet.

Welke twee manieren zijn dat?

  • Manier 1
  • Juist omdat er geen insluiting is zonder uitsluting, is de legitimiteit van (Europese) wetgeving principieel aanvechtbaar, en dit in tweeërlei opzicht, welke twee?
    1. Manier 2
A
  1. Radicaal democratisch tekort:
    De eerste verschijningsvorm van een democratisch tekort is radicaal, d.q.z. niet ophefbaar. Om deze eerste manifestatie te begrijpen, moet men zich realiseren dat democratie en de politieke representatie van het volk niet simpelweg samenvallen: óók een totalitaire staat beroept zich namelijk op representatie. Denk o.a.. aan de. bekende kreet ‘één volk, één rijk, één leider’. Wat onderscheidend is voor democratie, is dat, behalve mechanismen van politieke representatie van het volk te institutionaliseren, de democratie ook een zekere wantrouwen omtrent die vertegenwoordigende claims institutionaliseert.

Immers, als concretisering van het algemeen belang is representatie geen onschuldige daad: de notie van ‘concretisering’ impliceert dat representatie bepaalde belangen insluit en andere uitsluit. Geen concretisering van het algemeen belang is mogelijk zonder uitsluiting, zoals onder andere tot uitdrukking komt in de kreet ‘een ander Europa’, van degenen die zich niet in de huidige inrichting van de Europese Gemeenschap kunnen herkennen.

Juist omdat er geen insluiting is zonder uitsluiting, is de legitimiteit van (Europese) wetgeving principieel aanvechtbaar, en dit in Tweeërlei opzicht:
- In hoeverre is de huidige inrichting van de gemeenschappelijke markt werkelijk GEMEENSCHAPPELIJK?
- In hoeverre is verder een MARKT wat ons verbindt, d.w.z. wat ons gemeenschappelijk is?
In dit opzicht is het democratisch tekort radicaal: de concretisering van het algemeen belang in de vorm van een gemeenschappelijke markt is principieel aanvechtbaar. De democratie is dus niet de politieke samenlevingsvorm die dit tekort opheft maar die daarmee omgaat door het zichtbaar te maken en zover mogelijk elke concrete in- en uitsluiting voorlopig te houden.

Dit radicaal democratisch tekort doet zich zowel bij elke lidstaat als bij de EG voor. De vraag is echter op welke manier de EG én politieke representatie én wantrouwen daaromtrent wil en kan institutionaliseren, gegeven haar specifieke organisatievorm, die bestaat uit supranationale en intergouvernementele aspecten.

  1. Democratisch tekort in afgeleide zin:
    In de kern gaat het dus om de vraag hoe (wantrouwen omtrent) politieke representatie gestalte zou kunnen worden gegeven in het licht van het principe van specifieke competentieattributie. Het is in dit opzicht dat de tweede verschijningsvorm van een democratisch tekort zich voordoet in het kader van de EG. Men kan hier spreken van een democratisch tekort in afgeleide zin.11§
22
Q

Gangbare analyses neigen de EG een democratisch tekort toe te schrijven vanuit een vergelijking met de democratische rechtstaat zoals deze gestalte heeft gekregen in de lidstaten.

Waar wordt daarom veelvuldig voor gepleit?
Welke voorstellen zijn er om ‘omgekeerde weg te bewandelen’?

A

Er wordt met name veelvuldig gepleit voor het uitbreiden van de wetgevende bevoegdheden van het Europese parlement.

Alsmede de inperking van de bevoegdheden van de Raad en de Commissie.

De leidende gedachte is hier dat het Europese Parlement het enige democratisch (vertegenwoordigende) orgaan is of kan zijn in de EG.
Dezelfde vooronderstelling wordt ook gehanteerd door voorstellen die de omgekeerde weg behandelen, te weten, voorstellen om het democratisch tekort op te vangen door de nationale parlementen nauwer te betrekken bij Europese wetgeving. Denk aan het Maastricht-arrest. Dergelijke analyses en voorstellen verliezen echter uit het oog dat de uitdaging waarvoor de EG staat is nieuwe vormen van representatie te ontwikkelen die haar hybride statuut als én supranationale én intergouvernementele organisatie te respecteren.

23
Q

Waarom zijn de nieuwe vormen van representatie bijzonder nijpend als men bedenkt dat de deelname van burgers aan het proces van politieke representatie zich, als gevolg van het Van Gend & Loos arrest, vooral via procederen afspeelt?

A

Het is een bijzonder eenzijdige vorm van participatie aan het proces van concretisering van het algemeen belang, niet alleen vanwege de beperkingen van het procedurele format waarbinnen de beslechting van juridische geschillen plaatsvindt, maar ook omdat het vooral de grote firma’s zijn die van judiciële vormen van politieke representatie profiteren (zie het artikel van Dehousse). Met andere woorden, het zijn vooral de ‘repeat players’, die kapitaalkrachtig zijn, die de judiciële middelen gebruiken om doelgericht hun belangen te behartigen.

24
Q

Ook de tallozen comités die naar aanleiding van art. 202, 3e streepje (ex art. 145 3e streepje) EGV in het leven zijn geroepen werpen belangrijke vragen omtrent politieke representatie op, waarom?

A

‘Not least’ vanwege de onoverzichtelijkheid van hun activiteiten. Het Europese Parlement heeft zich met hand en tand tegen deze comités verzet, met de stelling dat zij zelfstandigheid van de Commissie ondergraven en daarmee ook het recht op controle van het EP op de Commissie. De vraag is echter of het EP geschikt is om controle uit te oefenen op organen die een sterke vervlechting tonen van én technische én politieke vraagstukken. Het lijkt erop dat één van die aspecten waarin politieke representatie een eigen gestalte moet krijgen in Europees verband is juist het zichtbaar maken van deze vervlechting, t.b.v. transparantie, accountability e.d.

25
Q

Een derde voorbeeld van nieuwe vormen van politieke representatie betreft de verhouding tussen het Europees parlement en de commissie. Men gaat er vaak vanuit dat deze verhouding analoog moet zijn aan de verhouding tussen een regering en een parlement in een lidstaat.

Wat is echter het probleem in deze?

A

Het probleem is echter opnieuw het hybride karakter van de EG: de leden van de commissie worden niet o.g..v hun politieke signatuur benoemd maar o.g.v. hun nationaliteit, waarbij (onder Nice) elke lidstaat recht heeft op één commissaris en de grote landen twee. Dit impliceert dat de controlerende functie van het Europees Parlement langs andere wegen en met een andere inzet gestalte moet worden gegeven.

In de woorden van Paul Magnette: ‘If the transformation of the EC into a fully-fledged parliamentary system remains impossible, as we beileve, European institutions still have to invent their own solutions to help citizens understand and accept the EC ‘constitution’ (‘Appointing and Censuring the European Commission’, in European Law Journal 7 (2001) 3, p. 309),