Week 12 - De EU tussen integratie en desintegratie Flashcards

1
Q

Integratie van enorme snelheid. Bankenunie, fiscale unie, tegelijkertijd desintegratie: denk aan moeilijkheden van lidstaten om met gemeenschappelijk beleid voor immigratie op de proppen te komen.

In week 1: fundamentele onderwerpen ‘in welke zin Europees’ ‘In welke zin een unie’ dat waren de thema’s van financiele crisis, Poolse loodgieters, Turkije, Immigratie.

Deze onderwerpen vandaag ook weer aan bod.

A

Dit is het thema van vandaag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Terugblik week 11

De herijking van politieke representatie helpt een pseudoprobleem uit de wereld:

  • het al dan niet politieke karakter van de EU
  • de alternatieve visie op politieke representatie ruimt namelijk een aantal hardnekkige vooronderstellingen op die bepalend zijn voor het debat over Europese integratie.
A

De herijking van politieke representatie helpt een pseudoprobleem uit de wereld:

  • het al dan niet politieke karakter van de EU
    > De kern naar het Europese karakter en de vraag naar het Unie karakter hebben te maken met representatie. Dat werd duidelijk in het Maastricht arrest van het BverfG. In de kern is het bezwaar van het BverfG, dat AL is de EU rechtsgemeenschap AL is de EU een economische gemeenschap, zij is ONMOGELIJK politiek, want geen EU volk.
    Welke rol speelt politieke representatie bij een autonome rechtsorde zoals de EU zegt te zijn.
  • de alternatieve visie op politieke representatie ruimt namelijk een aantal hardnekkige vooronderstellingen op die bepalend zijn voor het debat over Europese integratie.
    > standaardopvatting wordt herijkt. Om de standaardopvatting te herijken, wordt een pseudoprobleem uit de wereld geholpen. Stelling Lindahl: vraag naar al dan niet politiek probleem is een pseudoprobleem: een non-problem. Om dit inzichtelijk te maken, legt hij een aantal tamelijk hardnekkige vooronderstellingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Her-orientatie van het probleemveld:

Het probleem blijft politieke representatie!
Maar dan wel op twee niveaus:
- Een radicaal tekort
- Een institutioneel tekort

A

Her-orientatie van het probleemveld:

Het probleem blijft politieke representatie!
> BverfG heeft van begin tot eind gelijk in die zin. Maar wat betekent het om een volk te vertegenwoordigen? Er is een standaardopvatting (afbeeldingstheorie) en een alternatieve visie (visie waarin representatie wordt gezien als een logica met twee pijlers, representatie geeft weer wat er al is, tegelijkertijd brengt het een volk tot stand).
Als je uitgaat van alternatieve visie, heb je twee tekorten in Europees verband, zie hieronder.
Veel mensen maken zich zorgen over ontwikkelingen in de EU, door democratisch tekort. Denk aan nationaal parlement, een debat nationaal niveau, verkiezingen. Als je dat vergelijkt met Europa, is er een gigantisch tekort. Er is geen debat op Europees niveau. Europa schiet te kort in democratisch gehalte. Als je afstand neemt van het debat, heeft hij aannemelijk gemaakt dat er twee soorten van tekort zijn die we voor ogen moeten houden (in algemeen, en voor Europa). Zie hieronder.

Maar dan wel op twee niveaus:
- Een radicaal tekort
- Een institutioneel tekort
Deze tekorten treffen de EU, maar ook de lidstaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het radicaal tekort:

  • Representatie als concretisering van het algemeen belang
  • Geen concretisering zonder in- en uitsluiting van belangen
  • Een niet op te heffen spanning tussen het algemeen belang en zijn concretiseringen
  • In het geval van de EU:
  1. De markt als gemeenschappelijke markt
  2. De markt als wat ons gemeenschappelijk is
A

Het radicaal tekort:

  • Representatie als concretisering van het algemeen belang
  • Geen concretisering zonder in- en uitsluiting van belangen
    > Concretisering gaat niet zonder in- en uitsluiting belangen. Stel je hebt partij ‘algemeen belang Nederland’ Dan heb je een politiek programma van 1 zin: ‘we komen op voor het algemeen belang’. Dan heb je nog geen politieke partij, daarvoor moet je keuzes maken. Dus wil de ABN serieus genomen worden, moet het keuzes maken, invulling geven aan wat het algemeen belang betekent.
  • Een niet op te heffen spanning tussen het algemeen belang en zijn concretiseringen
    > niet op te heffen spanning tussen volk als geheel en de representaties van dat volk als geheel. Elke representatie pakt bepaalde delen eruit, bepaalde sluit het uit. Dat zie je ook in de schilderijen, Sterrenacht van Van Gogh. Hij neemt landschap, pakt bepaalde aspecten eruit, laat andere achterwege. Representeren, concretiseren. Er is een niet op te heffen spanning tussen algemeen belang en zijn concretisering. Hoe zit dat in de EU:
  • In het geval van de EU:
    1. De markt als GEMEENSCHAPPELIJKE markt
    > veel van de arresten van HvJ, zoveel secundair recht, is gericht op de vraag: hoe moeten we een soort finetuning van de gemeenschappelijke markt doen, opdat die markt daadwerkelijk gemeenschappelijk is voor alle lidstaten. Er is dus een spanning tussen het volk en de juridische invullingen/concretiseringen die het krijgt via arresten. Dat is het eerste niveau. Er is een tweede niveau. Zie hieronder.
  1. De MARKT als wat ons gemeenschappelijk is
    > is de markt überhaupt iets wat ons als Europeanen maakt, of zou moeten maken.

Dit zijn beiden vormen van het spanningsveld dat bestaat tussen het algemeen belang en concretiseringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Radicaal tekort (II)

  • De spanning is ook in de democratie onvermijdelijk
  • Democratie als thematisering van die spanningsverhouding en van tegenspraak op claims van politieke representatie
  • Democratie als de institutionalisering van én politieke representatie én wantrouwen rondom politieke representatie
A

Radicaal tekort (II)

  • De spanning is ook in de democratie onvermijdelijk
    > in die zin is er juist een radicale spanning. Je zou kunnen dat democratie onderscheidt van andere politieke samenlevingsvormen, doordat de democratie bewust is van het spanningsveld: zie tweede puntje.
  • Democratie als thematisering van die spanningsverhouding en van tegenspraak op claims van poltiieke representatie
    > iemand moet ‘wij’ namens ‘wij’ zeggen. Staten-Generaal vertegenwoordigen het gehele Nederlandse volk. Wat democratie tot democratie maakt, is het besef dat op een bepaalde manier opgekomen moet worden voor het belang van volk als geheel. Maar dit laatste is onmogelijk. Dus sluit je in en uit. Mogelijkheid van tegenspraak moet worden geïnstitutionaliseerd.
  • Democratie als de institutionalisering van én politieke representatie én wantrouwen rondom politieke representatie
    > Verkiezingen, mensenrechten, constitutionele toetsing. Allemaal vormen van institutionalisering van tegenspraak van politieke representatie.

Dus als hij ons een definitie wil geven van democratie, beredeneerd vanuit de problematiek van politieke representatie:
‘Democratie is de institutionalisering van en politieke representatie EN wantrouwen rondom politieke representatie.

  • Dit is wat hij wou zeggen over het RADICAAL TEKORT.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Institutioneel tekort:

Uitvinding van nieuwe vormen van politieke representatie voor de EU die de twee vragen kunnen thematiseren:

Ad 1) een GEMEENSCHAPPELIJKE markt

  • De prejudiciële procedure
  • Comitologie
  • De verhouding tussen Europarlement en Europese Commissie
Ad 2) Een gemeenschappelijke markt
'Een ander Europa is niet mogelijk'
De wereld als markt
'Een andere wereld is mogelijk'
Kapitalisme en markteconomie

Beschrijf Ad 1.

A

EU is een sui geralis: politieke gemeenschap met lidstaten ipv deelstaten. Noch een federatie, noch confederatie. Hoe kan je politieke representatie institutionaliseren vanuit zo’n specifieke vorm van politieke gemeenschappelijkheid?

Institutioneel tekort:

Uitvinding van nieuwe vormen van politieke representatie voor de EU die de twee vragen kunnen thematiseren:

Ad 1) een GEMEENSCHAPPELIJKE markt
- De prejudiciële procedure
> nieuwe vorm van politieke representatie, burgers mogen meedenken aan gemeenschappelijke markt. Tegelijkertijd is dat ook het probleem: want het is een smal, gestructureerd proces. De politieke representatie is tamelijk beperkt vergeleken met lidstaten.

  • Comitologie
    > veel EU regelgeving komt tot stand door comités, die comités hebben een specifieke functie. Specifieke manier gaan zijn thema’s van specifieke aard bekijken, expert of kennis problematiek. Zij doen het op een manier waarop het verleidelijk is om alleen experts aan het woord te laten. In politieke zin is het niet heel transparant. Hoe kan het geinstitutionaliseerd worden zodat het ook inzichtelijk is voor burgers welke besluiten er worden genomen.
  • De verhouding tussen Europarlement en Europese Commissie
    > Zoals je weet in een lidstaat heeft het nationaal parlement een duidelijke functie met betrekking tot een regering, als er een parlement is die geen vertrouwen krijgt, valt de regering. Bij Europarlement en EU commissie zit dat anders. De leden worden benoemd door lidstaten, zijn niet afkomstig van politieke partijen die vertegenwoordigd zijn in het Europarlement. Dit is weer een verschil tussen lidstaat en EU.
    Hoe geef je gestalte aan politieke representatie in het kader van de EU gelet op de specifiteit van het Europarlement en de commissie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Institutioneel tekort:

Uitvinding van nieuwe vormen van politieke representatie voor de EU die de twee vragen kunnen thematiseren:

Ad 1) een GEMEENSCHAPPELIJKE markt

  • De prejudiciële procedure
  • Comitologie
  • De verhouding tussen Europarlement en Europese Commissie
Ad 2) Een gemeenschappelijke markt
'Een ander Europa is niet mogelijk'
De wereld als markt
'Een andere wereld is mogelijk'
Kapitalisme en markteconomie

Beschrijf Ad 2.

A

Institutioneel tekort:

Uitvinding van nieuwe vormen van politieke representatie voor de EU die de twee vragen kunnen thematiseren:

Ad 2) Een gemeenschappelijke markt
'Een ander Europa is niet mogelijk'
De wereld als markt
'Een andere wereld is mogelijk'
Kapitalisme en markteconomie

Er is heel veel verzet ontstaan tussen Europa en de Europese Unie. Onder de noemer: een ander Europa is mogelijk. Is wat ons gemeenschappelijk maakt, de markt? Het is niet alleen een interne markt, maar voor de rest van de wereld is het ook een markt. World social form: ‘een andere wereld is mogelijk’.

Meest fundamentele uitdaging voor de problematiek van politieke representatie voor de EU: in hoeverre is het kapitalisme en de markteconomie bepalend voor wat ons Europeanen maakt?
Voor zover het Europa lukt om tegenspraak tegen die claim mogelijk te maken, inzichtelijk maken voor mensen dat tegenspraak mogelijk is, DAN versterk je politieke representatie in Europees verband.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

MC vraag i.v.m. HC 11

In welk opzicht onderscheiden zich de democratie en het totalitarisme?

a) In de democratie dient het volk als geheel vertegenwoordigd te worden, in het totalitarisme slechts een deel van het volk.
b) In de democratie vindt geen uitsluiting plaats, wél in het totalitarisme
c) In de democratie gaat uitsluiting gepaard met de mogelijkheid tot insluiting, niet zo in het totalitarisme
d) in de democratie pareert representatie de negatieve effecten van geïnstitutionaliseerde wantrouwen in representatie, niet zo in het totalitarisme

A

a) In de democratie dient het volk als geheel vertegenwoordigd te worden, in het totalitarisme slechts een deel van het volk.
> we hebben gezien dat ook in een totalitaire staat, het volk als geheel wordt vertegenwoordigd. Hitler en Rutte zijn niet verschillend hierin. Representatie van het geheel, altans de claim dat je dat doet.

b) In de democratie vindt geen uitsluiting plaats, wél in het totalitarisme
> in een democratie vindt ook in- en uitsluiting plaats, kijk naar concretisering van algemeen belang, altijd gepaard met in- en uitsluitingen. Alleen in een democratie is het besef, en bestaat er ruimte voor tegenspraak.

c) In de democratie gaat uitsluiting gepaard met de mogelijkheid tot insluiting, niet zo in het totalitarisme
> andere manier om datgene te formuleren als definitie van democratie.

d) in de democratie pareert representatie de negatieve effecten van geïnstitutionaliseerde wantrouwen in representatie, niet zo in het totalitarisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Woord vooraf

De twee hoofdvragen van de cursus:
Een politieke unie?
Ja, collectieve zelfwetgeving (primair) gericht op de voltooiing van een gemeenschappelijke markt.

Europees?
De verwijzing naar een afgrenzing in het verleden die Europa begrenst m.b.t. de rest van de wereld als een normatieve gemeenschap.

A

Woord vooraf

De twee hoofdvragen van de cursus:
Een politieke unie?
> Ja, collectieve zelfwetgeving (primair) gericht op de voltooiing van een gemeenschappelijke markt. Er is een vorm van collectieve zelfwetgeving, die gericht is op de gemeenschappelijke markt. De loyaliteit van mensen aan interes van de EU is niet sterk, maar er is in zekere zin een Unie/gemeenschap.

Europees?
> De verwijzing naar een afgrenzing in het verleden die Europa begrenst m.b.t. de rest van de wereld als een normatieve gemeenschap.
Een soort slibt dat wordt gemaakt tussen EUropa en de rest van de wereld. Europa is een normatieve gemeenschap, een ‘wij’ dat zich onderscheidt van een ‘zij’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Twee kanten van dezelfde medaille: waar is het ons om te doen als gemeenschap?

Dit is de centrale politieke vraag waarmee de EU geconfronteerd wordt door iedere van de voorbeelden van HC1, en waarop we nu kort op terugkomen:
- De ‘Poolse loodgieter’
- De financiële crisis
- Immigratie
- Turkije
Niet deze vraagstukken ‘oplossen’ maar laten zien waarom deze vraagstukken in verband staan met representatie.

A

Twee kanten van dezelfde medaille: waar is het ons om te doen als gemeenschap?

Dit is de centrale politieke vraag waarmee de EU geconfronteerd wordt door iedere van de voorbeelden van HC1, en waarop we nu kort op terugkomen:
- De ‘Poolse loodgieter’
- De financiële crisis
- Immigratie
- Turkije
Niet deze vraagstukken ‘oplossen’ maar laten zien waarom deze vraagstukken in verband staan met representatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De Poolse Loodgieter

A

Dat is de noemer waarmee dhr. Wilders zich bekent heeft gemaakt. De link naar wat toen een website was, die pvv had gecreëerd. Hier konden mensen hun onvrede over Polen deponeren. Vrij snel moest Wilders deze website verwijderen, n.a.v. Europese commissie?

Waarom waren er zo’n 40K meldingen?
Vrijheid van goederen, verkeer van goederen, verkeer van goederen, verkeer van kapitaal. Wat is de grondslag? Het mogelijk maken van een gemeenschappelijke markt. Zelfs Duitsland is een betrekkelijke markt, vergeleken markten van grotere markten. Als je alle landen samenvoegt in EU, heb je 600 miljoen mensen, dan ben je een competitieve speler tegenover markten buiten Europa, die EU in staat stelt om welvaart te creëren voor consumenten en een interne markt te beschermen tegen mededinging etc. van anderen markten. Je kan dan lagere prijzen aan consument aanbieden, daarmee meer welvaart binnen Europa.
Dat betekent dat Mededingingsrecht de kern is van het Europees recht. Mensen die zich hiermee bezig houden, raken de kern van het Europese project.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vrijheid van beweging van personen

  • Mededinging tussen arbeiders van lidstaten met hoge en lage salarissen
  • Mogelijk verlies van bepaalde soorten banen in lidstaten met hoge salarissen
  • Maar worden degenen die hun banen verliezen beter af doordat producten goedkoper worden voor hen als consumenten?
  • Winnaars: arbeiders van lidstaten met lage salarissen en sociale voorzieningen plus consumenten die niet kwetsbaar zijn voor verlies van hun banen
A

Vrijheid van beweging van personen

  • Mededinging tussen arbeiders van lidstaten met hoge en lage salarissen
    > je creert situatie van mededinging tussen arbeiders van lidstaten. Dus arbeiders in lidstaten met laag salaris, hebben belang om te werken in landen met hoge salarissen. Door concurrentie houding, moeten mensen met hoge salarissen concurreren met mensen met lage salarissen. Denk aan Poolse loodgieter. Hij kan werk van NL loodgieter, voor veel minder geld doen. NL loodgieters moeten dan voor minder gaan werken.
  • Mogelijk verlies van bepaalde soorten banen in lidstaten met hoge salarissen
    > met name banen zoals loodgieterij, dan is het makkelijk om van land naar land te gaan. Door concurrentie verliezen NL loodgieters werkzaamheden, of moeten voor minder werken.
  • Maar worden degenen die hun banen verliezen beter af doordat producten goedkoper worden voor hen als consumenten?
    > maar zijn mensen die hun baan verliezen, door de lagere prijzen? De loodgieter is een consument, maar om te kunnen consumeren moet je geld hebben. Voor die mensen wordt het problematisch. Zij hebben geen boodschap aan het feit dat zij beter af zouden zijn.
  • Winnaars: arbeiders van lidstaten met lage salarissen en sociale voorzieningen plus consumenten die niet kwetsbaar zijn voor verlies van hun banen
    > winnaars van proces van Europese integratie, rest is verliezer.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het afschaffen van verschillen tussen personen uit verschillende lidstaten (insluiting) gaat gepaard met nieuwe vormen van uitsluiting die onder de radar blijven van de huidige regulering van de markt.

De gemeenschappelijke markt als (her)verdelingsmechanisme, maar is het een mechanisme voor verdelende rechtvaardigheid?

De ‘Poolse loodgieter’: het politieke debat over de gemeenschappelijkheid van de gemeenschappelijke markt versterken of een beroep op nationalistische politiek als uitweg?

In welke zin zijn ‘Europees’? In welke zin een ‘Unie’?

A

Het afschaffen van verschillen tussen personen uit verschillende lidstaten (insluiting) gaat gepaard met nieuwe vormen van uitsluiting die onder de radar blijven van de huidige regulering van de markt.
> Europese loodgieter DAT IS insluiting. Maar onder de radar blijft dat degenen die baan verliezen gemarginaliseerd raken op de markt. Voor dat soort situaties heeft Europa weinig te bieden. Dus gemeenschappelijke markt is herverdelingsmechanisme.

De gemeenschappelijke markt als (her)verdelingsmechanisme, maar is het een mechanisme voor verdelende rechtvaardigheid?
> niet voor verdelende rechtvaardigheid. Er is geen compensatie voor het verlies, terwijl dat er wel is in een verzorgingsstaat. Degene die zwak zijn worden geholpen. Dat is in EU niet. Geen fiscale unie. Daar zit een fundamentele weeffout in het Europese project.

De ‘Poolse loodgieter’: het politieke debat over de gemeenschappelijkheid van de gemeenschappelijke markt versterken of een beroep op nationalistische politiek als uitweg?
> nationalistische politiek is de weg van het populisme. Dat heb je in lidstaten, mensen zoals Wilders. ‘Laat ons terug naar nationale politiek’. Andere optie: moeten we niet gaan denken aan vormen van een fiscale unie. Dus compensatie aan mensen die verliezen. Beiden gevallen vraag centraal: wat is ons gemeenschappelijk als Europeanen?

In welke zin zijn ‘Europees’? In welke zin een ‘Unie’?
Zie artikel op blackboard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De financiële crisis
Erosie van democratie op nationaal en Europees niveau\Wolfgang, Streeck, ‘the crisis of democratic capitalism’, in New Left Review 71, 5-29.

Stelling: de verschillende economische crisis na 1945 zijn het resultaat van een fundamentele en niet opgeloste spanning tussen kapitalisme en democratie

A

De financiële crisis
Erosie van democratie op nationaal en Europees niveau\Wolfgang, Streeck, ‘the crisis of democratic capitalism’, in New Left Review 71, 5-29.
> hij heeft het over een vergaande vorm van erosie van democratie op nationaal en Europees niveau. Wat interessant is dat de international monetairy fonds recent een rapport heeft uitgebracht, waarin het IMF zich grote zorgen maakt over de tanende commitment en loyaliteit van burgers aan nationale democratieën. Dat leidt af van populisme in deze landen. Dhr. Wolfsgang maakt een diagnose van de oorzaken van die erosie van democratie die tamelijk treffend is. Waarmee we nog worstelen om een oplossing te vinden.
Zie artikel.

Stelling: de verschillende economische crisis na 1945 zijn het resultaat van een fundamentele en niet opgeloste spanning tussen kapitalisme en democratie
> hij stelt dat de verschillende economische crississen die we hebben gehad, het resultaat zijn van fundamentele, en alsnog fundamentele spanning tussen kapitalisme en democratie. Voor ons is het vanzelfsprekend geworden in het westen, met name in Europa, dat de notie van een marktdemocratie onproblematsich is. Sterker: na de val van het IJzere gordijn in 1989, en de teloorgang van communisme, althans in gestalte in Sovjet Unie, hebben we de conclusie getrokken dat de samenhang tussen kapitalisme in de vorm van markteconomie en democratie, een soort historische noodzakelijkheid is, in die zin dat het einde van de geschiedenis aangetreden is.
Volgens Streek, is dat juist een veronderstelling die in toenemende mate in discussie wordt gesteld door de financiële crisis en verdere ontwikkelingen. Hij ziet het probleem als volgt, zie volgende.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Democratische kapitalisme (de verzorgingsstaat) als poging om het conflict tussen arbeid en kapitaal te neutraliseren door:

  • Aanvaarding van kapitalistische markten en eigendomsrechten door arbeid in ruil voor:
  • Sociale zekerheidsstelsel en een verhoging van de levensstandaard

Twee conflicterende beginselen van ‘resource allocation’ in het democratische kapitalisme:

  • Het ‘vrije spel van marktkrachten’
  • Sociale behoeftes en rechten tegemoet komen door democratische belsuitvorming
A

Democratische kapitalisme (de verzorgingsstaat) als poging om het conflict tussen arbeid en kapitaal te neutraliseren door:
- Aanvaarding van kapitalistische markten en eigendomsrechten door arbeid in ruil voor:
- Sociale zekerheidsstelsel en een verhoging van de levensstandaard
> verzorgingsstaat is het verzoek aan arbeiders, en de aanvaarding van arbeiders, dat de economie gestalte krijgt in de vorm van een kapitalistische markt. Waarin je niet alleen goederen maar ook diensten ruilt voor geld. We zijn daarnaast bereid om eigendomsrechten, privaateigendom, als centraal voor kapitalistische markt te handhaven. Het privaatrecht krijgt een nieuwe elan via de verzorgingsstaat omdat het een van de pilaren is voor zoiets als een kapitalitische marktWat krijgen arbeiders terug voor de verzorigngsstaat?
-> Sociale zekerheidsstelsel en een verhoging van je levensstandaard. Voor ons is het nog steeds relatief vanzelfsprekend dat we met Ryan Air op vakantie gaan. Dat is pas sinds verzorgingsstaat is ontstaan. Het is dus een poging om het conflict tussen arbeid en kapitaal te neutraliseren, dmv deze uitruil. Probleem: je hebt twee conflicterende beginselen. Zie onder.

Twee conflicterende beginselen van ‘resource allocation’ in het democratische kapitalisme:
- Het ‘vrije spel van marktkrachten’
> de prijs is een zeer anonieme zaak, als iets te duur is voor jou, heb je pech. De prijs is hetgene dat bepaald: wie krijgt wat. Het is niet vanzelfsprekend gerechtvaardigd. Aan de andere kant:
- Sociale behoeftes en rechten tegemoet komen door democratische besluitvorming
> rechtvaardigheid dat niet wordt opgelost door markt en zijn prijzen, wordt opgelost door sociale behoeften. Gratis onderwijs, gratis voorzieningen voor mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

1e crisis: inflatie en werkloosheid

  • Inflatie als manier om salarisverhogingen van vakbonden te dempen met behoud van hoog niveau van werkgelegenheid
  • Hoge inflatie ten koste van crediteurs, die niet meer investeren
  • Resultaat: hoge werkloosheid
A

Volgens Streeck: niet op te lossen spanningsverhouding tussen de gedachte van de markt en prijzen en de gedachte van rechtvaardigheid.

1e crisis: inflatie en werkloosheid (jaren 60).
> Toen probeerde je via fiscale mechanisme geld weg te halen van de rijken. Je kreeg salarisverhogingen voor arbeiders, vakbonden wisten met CAO’s goed te onderhandelen. Gevolg: kosten voor industriele firma’s gingen omhoog. Ze werden minder competatief naar buitenwereld toe. Er werd gepoogd inflatie te creeeren. De reeele waarde van salarisverhoging ging omlaag, dan demp je problemen van salarisverhoging, toch krijg je dan op die manier hoog niveau van werkgelegenheid.

  • Inflatie als manier om salarisverhogingen van vakbonden te dempen met behoud van hoog niveau van werkgelegenheid
  • Hoge inflatie ten koste van crediteurs, die niet meer investeren
    > met 10 miljoen vandaag, is het veel minder waar dan over 2 jaar. Dat betekent dat crediteurs niet snel gaan investeren, want waarde van geld verdampt. Als er niet wordt geinvesteerd, groeit de werkloosheid. Je krijgt dus een situatie die aan beiden kanten problematisch is. Je hebt inflatie en werkloosheid.
  • Resultaat: hoge werkloosheid
17
Q

2e crisis: Hoge staatsschulden

  • Staatsschulden als alternatief voor sociale vrede wanneer inflatie niet meer werkt
  • Steeds hogere gedeelte van staatsinkomsten nodig om schulden fa te betalen
  • ‘Tipping point’ bereikt wanneer crediteurs staatsobligaties niet meer opkopen, of alleen tegen hoge rente, vanwege vrees voor de onbetaalbaarheid van overheidsschulden, wat het nog duurder maakt voor staten om geld te lenen.
A

2e crisis: Hoge staatsschulden
- Staatsschulden als alternatief voor sociale vrede wanneer inflatie niet meer werkt
> staten lenen geld van kapitaalmarkten, om zelf te investeren in allerlei activiteiten, waar privéondernemers dat niet meer wilde doen. Staten hebben steeds meer inkomsten gebruikt om schulden af te betalen. Er was steeds minder beschikbaar om aan uitgaven van verzekeringsstaat te voldoen.

  • Steeds hogere gedeelte van staatsinkomsten nodig om schulden fa te betalen
  • ‘Tipping point’ bereikt wanneer crediteurs staatsobligaties niet meer opkopen, of alleen tegen hoge rente, vanwege vrees voor de onbetaalbaarheid van overheidsschulden, wat het nog duurder maakt voor staten om geld te lenen.
    > Wanneer de rente op staatsobligaties omhoog gaat, wordt het moeilijker voor de staat om verzorgingsstaat te blijven financieren.
18
Q

3e crisis: Deregulering en privéschulden

  • Bezuinigingsmaatregelen om overheidsschulden te saneren
  • Deregulering van de financiële sector
  • Nieuwe mogelijkheden voor privéschulden ter compensatie van afnemende publieke uitgaven
  • De financiele crisis van 2008, toen duidelijk werd dat de privéschulden, in het bijzonder de ‘subprime’ hypotheekschulden, niet betaald konden worden.
A

3e crisis: Deregulering en privéschulden
- Bezuinigingsmaatregelen om overheidsschulden te saneren
> staten realiseerde zich dat zij niet meer schulden konden maken. Zij gingen dus sparen. Hoe kondenz ij dan dingen blijven financieren>?

  • Deregulering van de financiële sector
    > deel van die regels afgebouwd om hen te stimuleren in de economie als investeerders. Daardoor werden mogelijkheden gecreeerd voor privéschulden. Wanneer overheid niet meer uitgeeft, stel je de bank voor nieuwe mogelijkheden om geld te lenen aan publiek, zo hou je de economie op een hoog tempo draaiende. Financiele crisis van toen 2008.
  • Nieuwe mogelijkheden voor privéschulden ter compensatie van afnemende publieke uitgaven
  • De financiele crisis van 2008, toen duidelijk werd dat de privéschulden, in het bijzonder de ‘subprime’ hypotheekschulden, niet betaald konden worden.

In Amerika: enorm veel schulden door privépersonen voor huizen die zij niet konden betalen. Op bepaald moment werd duidelijk dat bank enorme portfolio’s van privéschulden had, die nooit terugbetaald zouden worden. Banken gingen failliet. Hele wereldstelsel van financiële banken ging bijna in de afgrond. Allemaal door deregulering.

19
Q

4e crisis: ‘Sovereign debt’

  • Nationalisering van failliete banken en hun schulden, met als gevolg dramatische verhoging van begrotingstekorten en staatschulden
  • Vermoeden van banken dat de staten die hen hadden gered (!) niet in staat zijn om hun staatsschulden te betalen
  • Enerzijds eisen de financiële markten dat zij gered worden, anderzijds eisen die markten dat de staten hun begrotingen in orde krijgen en hun schulden verminderen.
  • Getouwtrek tussen markten en staten
A

We zitten nog steeds in de 4e van de crisis om 3e crisis het hoofd te bieden. Schulden van staten.

4e crisis: ‘Sovereign debt’ = schulden van staten.
- Nationalisering van failliete banken en hun schulden, met als gevolg dramatische verhoging van begrotingstekorten en staatschulden
> miljarden euro’s van publieke fondsen, in deze banken, om te voorkomen dat zij omvielen. Dat betekent dan dat wij als belastingbetalers/burgers, uit onze eigen broekzak de failliete banken aan het redden zijn. Waarom? nationale overheden moesten schulden overnemen van banken om te voorkomen dat zij vielen. Door schulden over te nemen, wordt het een schuld van de samenleving als geheel, van iedereen en van alle landen ter wereld.
Resultaat: door schulden aan te nemen, enorm begrotingstekort. Grote staatsschulden. In een klap: begrotingstekort met 70 miljard euro verhoogd. Banken zijn gered, wat gebeurd er dan?

  • Vermoeden van banken dat de staten die hen hadden gered (!) niet in staat zijn om hun staatsschulden te betalen
    > staatsschulden zijn te hoog, we moesten geld uitbetalen om banken te nationaliseren. Nu zeggen banken: uw schuld is te hoog, anders komt u in problemen op financiële markten.
  • Enerzijds eisen de financiële markten dat zij gered worden, anderzijds eisen die markten dat de staten hun begrotingen in orde krijgen en hun schulden verminderen.
    > Te gek voor woorden.
  • Getouwtrek tussen markten en staten

Wat je nu ziet, gebeurde met Griekenland, maar alle staten van Europa hebben meer of minder deze situatie.

20
Q

Algemene stelling van Streeck:
Het conflict tussen arbeid en kapitaal wordt steeds uitgesteld door een beroep te doen op toekomstige inkomstenbronnen. Met als gevolg:

  • Een steeds groter systemisch risico voor het globale kapitalisme
  • Een steeds groter politiek risico voor de democratie

‘In welke zin Europees? In welke zin een Unie?’

A

Algemene stelling van Streeck:
Het conflict tussen arbeid en kapitaal wordt steeds uitgesteld door een beroep te doen op toekomstige inkomstenbronnen. Met als gevolg, 2 gevolgen:

  • Een steeds groter systemisch risico voor het globale kapitalisme
    > financiele markten, hele economische stelsel ter wereld, wordt broser met de dag. De IMF (world bank), zegt economie groeit niet, heel veel risico’s die de economie bijzonder kwetsbaar maakt voor een nieuwe crisis.
  • Een steeds groter politiek risico voor de democratie
    > Verzorgingsstaat is uiteindelijk een uitruil van belangen, geef kapitalisme een kans, dan krijg je een riant sociaal zekerheidsstelsel, met resultaat ontmanteling verzorginggstaat is er steeds minder wat je krijgt als individu. Dus: waarom zou ik loyaal zijn aan deze staat ookal zegt het democratisch te zijn, wanneer ik er zo weinig voor terug krijg? IMF maakt zich grote zorgen over de tamende loyaliteit van burgers in democratische samenleving, groei in verre linkse scala’s. Middenveld wordt spaarzamer.

In feite is de stelling van Streeck: er komt een moment dat we moeten kiezen:
Of democratie, of kapitalisme, maar die twee gaan niet samen.
Misschien heeft hij gelijk, misschien niet, maar we moeten in ieder geval kijken naar deze vragen:

‘In welke zin Europees? In welke zin een Unie?’

21
Q

De EU en immigratie

  • Geen samenleving is mogelijk zonder een ruimtelijke begrenzing; maar hoe dienen die grenzen getrokken te worden?
  • De grens tussen een interne markt en de rest van de wereld als externe markt.
  • Immigratiebeleid als ‘flankerende’ maatregelen ter bescherming en bevordering van de interne markt
  • Het onderscheid tussen asielzoekers en economische migranten
A

De EU en immigratie

  • Geen samenleving is mogelijk zonder een ruimtelijke begrenzing; maar hoe dienen die grenzen getrokken te worden?
  • De grens tussen een interne markt en de rest van de wereld als externe markt.
    > zo is het in Europa. In het kader van EU, is een soort beleidsdomein dat als flankerend wordt beschouwd ter bescherming en bevordering interne markt.
  • Immigratiebeleid als ‘flankerende’ maatregelen ter bescherming en bevordering van de interne markt
  • Het onderscheid tussen asielzoekers en economische migranten
    > in de hele discussie dit onderscheid. Gedachte: echte vluchtelingen worden toegelaten, mensen die vluchten voor hun leven. Economische worden buitengelaten.
22
Q

Plegen misschien de ‘economische migranten’ een vorm van politiek verzet tegen de EU, namelijk tegen de vormen van economische dominantie en onderdrukking die gepaard gaan met het handhaven van buitengrenzen van de EU omwille van de interne markt?

Zijn ‘economische migranten’ mogelijkerwijze politieke asielzoekers?

Welke verantwoordelijkheid draagt de EU voro het bevorderen van een rechtvaardigere wereldmarkt als onderdeel van zijn welbegrepen algemeen belang?

In welke zin een Unie In welke zin Europees?

A

Plegen misschien de ‘economische migranten’ een vorm van politiek verzet tegen de EU, namelijk tegen de vormen van economische dominantie en onderdrukking die gepaard gaan met het handhaven van buitengrenzen van de EU omwille van de interne markt?
> wanneer je onderscheid maakt tussen interne en externe markt, is het niet te zeggen dat die twee gelijk zijn. Je bevorderd interne markt, ten koste van externe markt. Wil de rest van de wereld hebben als een afzetmarkt. Wanneer het de VS of China betreft, is dat moeilijk, maar Afrika bijv. is veel zwakker. De vraag is: is die grens tussen interne en externe markt alleen een economische? Nee, ook politiek.

Zijn ‘economische migranten’ mogelijkerwijze politieke asielzoekers?
> vluchten zij naar ons, van de implicaties van de manier waarvan wij politieke grens van Europa en rest van de wereld trekken. Op moment dat je aanvaard dat economische migranten poiltiek verzet plegen, wordt Europa getroffen met de vraag: wat haar verantwoordelijkheid is voor het bevorderen van een rechtvaaridge wereldmarkt, als onderdeel van algemeen belang.

Welke verantwoordelijkheid draagt de EU voro het bevorderen van een rechtvaardigere wereldmarkt als onderdeel van zijn welbegrepen algemeen belang?
> Hoe kan Europa interne markt bevorderen, zodat zij markten in Latijns Amerika, Afrika, niet kapotmaakt, en hen daardoor niet dwingt hiernaar toe te komen.

In welke zin een Unie In welke zin Europees?

23
Q

Turkije en de uitbreiding van de EU

  • Terug naar de Preambule van het Verdrag: ‘een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa…’
  • Een grenstrekking in het verleden die Europa van de rest van de wereld afgrenst.
  • Een verleden die nooit een heden was komt terug in de vorm van een toekomst die nooit een heden wordt, een heden waarin de EU alle en alleen de Europese landen zou hebben ingesloten
A

Turkije en de uitbreiding van de EU
- Terug naar de Preambule van het Verdrag: ‘een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa…’
> in feite is wat hier wordt gezegd: in een verleden, waartoe we geen toegang hebben, is een soort grens getrokken, die Europa onderscheidt van de rest van de wereld.

  • Een grenstrekking in het verleden die Europa van de rest van de wereld afgrenst.
  • Een verleden die nooit een heden was komt terug in de vorm van een toekomst die nooit een heden wordt, een heden waarin de EU alle en alleen de Europese landen zou hebben ingesloten
    > precies omdat we niet weten waar toen de grenzen zijn getrokken, weten we niet welke landen uiteindelijk in Europa horen en welke niet. We hebben geen afdoende antwoord op de vraag: welke landen maken onderdeel uit van Europa, en welke niet. We weten niet welke landen ingesloten moeten worden in Europa.

Is Turkije een Europees land? Als we zeggen van niet, om A of B redenen, zijn we zeker dat diezelfde redenen ook niet van toepassing zijn op Europese landen??

Welke landen toegelaten zouden moeten worden, vereist een zelfbeeld van wie we zijn als Europeanen.

Maar omgekeerd ook: wie we zijn als Europeanen, is mede afhankelijk van anderen.
> er is geen kant- en klaar atnwoord wat ons als Europeanen maakt, noch wat wij als unie zijn. Elk antwoord op die vraag is representatie van Europa, concretisering daarvan.

Geen kant en klaar antwoord op de vraag wat ons tot Europeanen maakt, noch wat we als unie zijn: elk antwoord is een representatie van Europa. In welke zin een unie? In welke zin Europees?
U begrijpt waarom ik u gevraagd heb deze vragen te bestuderen tijdens de colleges. Er zijn geen kant- en klare antwoorden. Maar alle colleges over Europa gaan over deze vragen.

De EU: tussen integratie en desintegratie.

24
Q

Doel van dit afsluitende college is om terug te gaan naar de voorbeelden waarmee het thema van de cursus ingeleid werd in hc 1 om te zien hoe het parcours dat we afgelegd hebben in de vorige 11 colleges beter zicht geeft op die voorbeelden, al betekent dit niet dat de problemen daarmee gemoeid zijn nu opgelost zouden zijn.

De voorbeelden waarmee de cursus begon:

1) De Poolse loodgieter
2) Financiele crisis
3) Immigratiebeleid
4) Uitbreiding van de EU n.a.v. het toelatingsverzoek van Turkije

Welke twee fundamentele vragen spelen bij elk van deze vragen?

Wat is de leidraad van deze twee vragen?

A
  1. In welke zin is de EU een unie?
  2. In welke zin is de EU Europees?

De stelling van de cursus is dat de inhoud van het Europees recht bepaald wordt door hoe op deze twee vragen gereageerd wordt.

Leidraad van deze twee vragen is het probleem van politieke representatie, omdat politieke representatie de juridische concretisering is van het algemeen belang, wat impliceert dat belangen worden ingesloten en andere uitgesloten.

25
Q

Leg de spanningsverhouding die onvermijdelijk ontstaat tussen Europa en de rechtsorde die Europa gestalte geeft in de vorm van de EU uit.

A

In het geval van de Poolse loodgieter, is de vraag aan de orde of het volstaat om van de gemeenschappelijke markt een herverdelingsmechanisme ten behoeve van welvaart te maken; zou de gemeenschappelijkheid van de gemeenschappelijke markt er niet ook op gericht moeten zijn om de neveneffecten van de vier vrijheden op te vangen via een vorm van herverdelende rechtvaardigheid? Hierover gaat het artikel van Somek.

26
Q

In geval van zware bezuinigingsmaatregelen om de financiële crisis het hoofd te bieden doemt de vraag op n.a.v. artikel van W. Streeck.

Leg uit.

A

In hoeverre is het democratische kapitalisme een stabiele politieke samenlevingsvorm, gezien de verschillende crises die deze samenlevingsvorm heeft moeten doorsteaan in de naoorlogse periode. Deze vraag raakt direct aan de kern van het Europese integratieproject dat gericht is op de voltooiing van een gemeenschappelijke markt: in hoeverre is een niet-kapitalistische vorm van een gemeenschappelijke markt mogelijk en zelfs noodzakelijk?

27
Q

In het geval van immigratie naar de EU, en met name vanuit armere delen van de wereld, welke vraag roept dit op?

A

Is het de vraag of het gangbare onderscheid tussen ‘politieke asielzoekers’ en ;’economische vluchtelingen’ recht doet aan het POLITIEKE karakter van de illegale grensoverschrijdingen van ‘economische vluchtelingen’. Het vraagstuk rondom immigratie is namelijk een door en door politiek vraagstuk: in hoeverre is de manier waarop de EU de buitengrenzen van de interne markt trekt en handhaaft t.o.v. de rest van de wereld een vorm van economische dominantie en onderdrukking die mede debet is aan de komst van wat ‘economische vluchtelingen’ heet?

28
Q

In geval van uitbreiding van de EU, waarbij toetredingshandelingen met Turkije voor grote spanningen hebben gezorgd, is de hamvraag:

A

Waar liggen buitengrenzen van EU? Immers, de preambule van het Verdrag van Rome verwijst naar een grens tussen Europa en de rest van de wereld die ooit getrokken is in een ver verleden, maar een grens waarvan men niet weet WAAR die loopt, met als gevolg, dat men niet weet wanneer de EU COMPLEET is.

29
Q

Al deze voorbeelden confronteren de EU met vragen of zij een Unie is en in welke zin Europees, en wel op die manier die GEEN definitief antwoord op geen van beide vragen toelaat. Er zit er niets anders op dan steeds deze vragen te blijven stellen en te beantwoorden, al is het op voorlopige wijze, in een representatieproces waar integratie gepaard gaat met desintegratie.

A

Slotwoordje