Week 12 - De EU tussen integratie en desintegratie Flashcards
Integratie van enorme snelheid. Bankenunie, fiscale unie, tegelijkertijd desintegratie: denk aan moeilijkheden van lidstaten om met gemeenschappelijk beleid voor immigratie op de proppen te komen.
In week 1: fundamentele onderwerpen ‘in welke zin Europees’ ‘In welke zin een unie’ dat waren de thema’s van financiele crisis, Poolse loodgieters, Turkije, Immigratie.
Deze onderwerpen vandaag ook weer aan bod.
Dit is het thema van vandaag.
Terugblik week 11
De herijking van politieke representatie helpt een pseudoprobleem uit de wereld:
- het al dan niet politieke karakter van de EU
- de alternatieve visie op politieke representatie ruimt namelijk een aantal hardnekkige vooronderstellingen op die bepalend zijn voor het debat over Europese integratie.
De herijking van politieke representatie helpt een pseudoprobleem uit de wereld:
- het al dan niet politieke karakter van de EU
> De kern naar het Europese karakter en de vraag naar het Unie karakter hebben te maken met representatie. Dat werd duidelijk in het Maastricht arrest van het BverfG. In de kern is het bezwaar van het BverfG, dat AL is de EU rechtsgemeenschap AL is de EU een economische gemeenschap, zij is ONMOGELIJK politiek, want geen EU volk.
Welke rol speelt politieke representatie bij een autonome rechtsorde zoals de EU zegt te zijn. - de alternatieve visie op politieke representatie ruimt namelijk een aantal hardnekkige vooronderstellingen op die bepalend zijn voor het debat over Europese integratie.
> standaardopvatting wordt herijkt. Om de standaardopvatting te herijken, wordt een pseudoprobleem uit de wereld geholpen. Stelling Lindahl: vraag naar al dan niet politiek probleem is een pseudoprobleem: een non-problem. Om dit inzichtelijk te maken, legt hij een aantal tamelijk hardnekkige vooronderstellingen.
Her-orientatie van het probleemveld:
Het probleem blijft politieke representatie!
Maar dan wel op twee niveaus:
- Een radicaal tekort
- Een institutioneel tekort
Her-orientatie van het probleemveld:
Het probleem blijft politieke representatie!
> BverfG heeft van begin tot eind gelijk in die zin. Maar wat betekent het om een volk te vertegenwoordigen? Er is een standaardopvatting (afbeeldingstheorie) en een alternatieve visie (visie waarin representatie wordt gezien als een logica met twee pijlers, representatie geeft weer wat er al is, tegelijkertijd brengt het een volk tot stand).
Als je uitgaat van alternatieve visie, heb je twee tekorten in Europees verband, zie hieronder.
Veel mensen maken zich zorgen over ontwikkelingen in de EU, door democratisch tekort. Denk aan nationaal parlement, een debat nationaal niveau, verkiezingen. Als je dat vergelijkt met Europa, is er een gigantisch tekort. Er is geen debat op Europees niveau. Europa schiet te kort in democratisch gehalte. Als je afstand neemt van het debat, heeft hij aannemelijk gemaakt dat er twee soorten van tekort zijn die we voor ogen moeten houden (in algemeen, en voor Europa). Zie hieronder.
Maar dan wel op twee niveaus:
- Een radicaal tekort
- Een institutioneel tekort
Deze tekorten treffen de EU, maar ook de lidstaten.
Het radicaal tekort:
- Representatie als concretisering van het algemeen belang
- Geen concretisering zonder in- en uitsluiting van belangen
- Een niet op te heffen spanning tussen het algemeen belang en zijn concretiseringen
- In het geval van de EU:
- De markt als gemeenschappelijke markt
- De markt als wat ons gemeenschappelijk is
Het radicaal tekort:
- Representatie als concretisering van het algemeen belang
- Geen concretisering zonder in- en uitsluiting van belangen
> Concretisering gaat niet zonder in- en uitsluiting belangen. Stel je hebt partij ‘algemeen belang Nederland’ Dan heb je een politiek programma van 1 zin: ‘we komen op voor het algemeen belang’. Dan heb je nog geen politieke partij, daarvoor moet je keuzes maken. Dus wil de ABN serieus genomen worden, moet het keuzes maken, invulling geven aan wat het algemeen belang betekent. - Een niet op te heffen spanning tussen het algemeen belang en zijn concretiseringen
> niet op te heffen spanning tussen volk als geheel en de representaties van dat volk als geheel. Elke representatie pakt bepaalde delen eruit, bepaalde sluit het uit. Dat zie je ook in de schilderijen, Sterrenacht van Van Gogh. Hij neemt landschap, pakt bepaalde aspecten eruit, laat andere achterwege. Representeren, concretiseren. Er is een niet op te heffen spanning tussen algemeen belang en zijn concretisering. Hoe zit dat in de EU: - In het geval van de EU:
1. De markt als GEMEENSCHAPPELIJKE markt
> veel van de arresten van HvJ, zoveel secundair recht, is gericht op de vraag: hoe moeten we een soort finetuning van de gemeenschappelijke markt doen, opdat die markt daadwerkelijk gemeenschappelijk is voor alle lidstaten. Er is dus een spanning tussen het volk en de juridische invullingen/concretiseringen die het krijgt via arresten. Dat is het eerste niveau. Er is een tweede niveau. Zie hieronder.
- De MARKT als wat ons gemeenschappelijk is
> is de markt überhaupt iets wat ons als Europeanen maakt, of zou moeten maken.
Dit zijn beiden vormen van het spanningsveld dat bestaat tussen het algemeen belang en concretiseringen.
Radicaal tekort (II)
- De spanning is ook in de democratie onvermijdelijk
- Democratie als thematisering van die spanningsverhouding en van tegenspraak op claims van politieke representatie
- Democratie als de institutionalisering van én politieke representatie én wantrouwen rondom politieke representatie
Radicaal tekort (II)
- De spanning is ook in de democratie onvermijdelijk
> in die zin is er juist een radicale spanning. Je zou kunnen dat democratie onderscheidt van andere politieke samenlevingsvormen, doordat de democratie bewust is van het spanningsveld: zie tweede puntje. - Democratie als thematisering van die spanningsverhouding en van tegenspraak op claims van poltiieke representatie
> iemand moet ‘wij’ namens ‘wij’ zeggen. Staten-Generaal vertegenwoordigen het gehele Nederlandse volk. Wat democratie tot democratie maakt, is het besef dat op een bepaalde manier opgekomen moet worden voor het belang van volk als geheel. Maar dit laatste is onmogelijk. Dus sluit je in en uit. Mogelijkheid van tegenspraak moet worden geïnstitutionaliseerd. - Democratie als de institutionalisering van én politieke representatie én wantrouwen rondom politieke representatie
> Verkiezingen, mensenrechten, constitutionele toetsing. Allemaal vormen van institutionalisering van tegenspraak van politieke representatie.
Dus als hij ons een definitie wil geven van democratie, beredeneerd vanuit de problematiek van politieke representatie:
‘Democratie is de institutionalisering van en politieke representatie EN wantrouwen rondom politieke representatie.
- Dit is wat hij wou zeggen over het RADICAAL TEKORT.
Institutioneel tekort:
Uitvinding van nieuwe vormen van politieke representatie voor de EU die de twee vragen kunnen thematiseren:
Ad 1) een GEMEENSCHAPPELIJKE markt
- De prejudiciële procedure
- Comitologie
- De verhouding tussen Europarlement en Europese Commissie
Ad 2) Een gemeenschappelijke markt 'Een ander Europa is niet mogelijk' De wereld als markt 'Een andere wereld is mogelijk' Kapitalisme en markteconomie
Beschrijf Ad 1.
EU is een sui geralis: politieke gemeenschap met lidstaten ipv deelstaten. Noch een federatie, noch confederatie. Hoe kan je politieke representatie institutionaliseren vanuit zo’n specifieke vorm van politieke gemeenschappelijkheid?
Institutioneel tekort:
Uitvinding van nieuwe vormen van politieke representatie voor de EU die de twee vragen kunnen thematiseren:
Ad 1) een GEMEENSCHAPPELIJKE markt
- De prejudiciële procedure
> nieuwe vorm van politieke representatie, burgers mogen meedenken aan gemeenschappelijke markt. Tegelijkertijd is dat ook het probleem: want het is een smal, gestructureerd proces. De politieke representatie is tamelijk beperkt vergeleken met lidstaten.
- Comitologie
> veel EU regelgeving komt tot stand door comités, die comités hebben een specifieke functie. Specifieke manier gaan zijn thema’s van specifieke aard bekijken, expert of kennis problematiek. Zij doen het op een manier waarop het verleidelijk is om alleen experts aan het woord te laten. In politieke zin is het niet heel transparant. Hoe kan het geinstitutionaliseerd worden zodat het ook inzichtelijk is voor burgers welke besluiten er worden genomen. - De verhouding tussen Europarlement en Europese Commissie
> Zoals je weet in een lidstaat heeft het nationaal parlement een duidelijke functie met betrekking tot een regering, als er een parlement is die geen vertrouwen krijgt, valt de regering. Bij Europarlement en EU commissie zit dat anders. De leden worden benoemd door lidstaten, zijn niet afkomstig van politieke partijen die vertegenwoordigd zijn in het Europarlement. Dit is weer een verschil tussen lidstaat en EU.
Hoe geef je gestalte aan politieke representatie in het kader van de EU gelet op de specifiteit van het Europarlement en de commissie.
Institutioneel tekort:
Uitvinding van nieuwe vormen van politieke representatie voor de EU die de twee vragen kunnen thematiseren:
Ad 1) een GEMEENSCHAPPELIJKE markt
- De prejudiciële procedure
- Comitologie
- De verhouding tussen Europarlement en Europese Commissie
Ad 2) Een gemeenschappelijke markt 'Een ander Europa is niet mogelijk' De wereld als markt 'Een andere wereld is mogelijk' Kapitalisme en markteconomie
Beschrijf Ad 2.
Institutioneel tekort:
Uitvinding van nieuwe vormen van politieke representatie voor de EU die de twee vragen kunnen thematiseren:
Ad 2) Een gemeenschappelijke markt 'Een ander Europa is niet mogelijk' De wereld als markt 'Een andere wereld is mogelijk' Kapitalisme en markteconomie
Er is heel veel verzet ontstaan tussen Europa en de Europese Unie. Onder de noemer: een ander Europa is mogelijk. Is wat ons gemeenschappelijk maakt, de markt? Het is niet alleen een interne markt, maar voor de rest van de wereld is het ook een markt. World social form: ‘een andere wereld is mogelijk’.
Meest fundamentele uitdaging voor de problematiek van politieke representatie voor de EU: in hoeverre is het kapitalisme en de markteconomie bepalend voor wat ons Europeanen maakt?
Voor zover het Europa lukt om tegenspraak tegen die claim mogelijk te maken, inzichtelijk maken voor mensen dat tegenspraak mogelijk is, DAN versterk je politieke representatie in Europees verband.
MC vraag i.v.m. HC 11
In welk opzicht onderscheiden zich de democratie en het totalitarisme?
a) In de democratie dient het volk als geheel vertegenwoordigd te worden, in het totalitarisme slechts een deel van het volk.
b) In de democratie vindt geen uitsluiting plaats, wél in het totalitarisme
c) In de democratie gaat uitsluiting gepaard met de mogelijkheid tot insluiting, niet zo in het totalitarisme
d) in de democratie pareert representatie de negatieve effecten van geïnstitutionaliseerde wantrouwen in representatie, niet zo in het totalitarisme
a) In de democratie dient het volk als geheel vertegenwoordigd te worden, in het totalitarisme slechts een deel van het volk.
> we hebben gezien dat ook in een totalitaire staat, het volk als geheel wordt vertegenwoordigd. Hitler en Rutte zijn niet verschillend hierin. Representatie van het geheel, altans de claim dat je dat doet.
b) In de democratie vindt geen uitsluiting plaats, wél in het totalitarisme
> in een democratie vindt ook in- en uitsluiting plaats, kijk naar concretisering van algemeen belang, altijd gepaard met in- en uitsluitingen. Alleen in een democratie is het besef, en bestaat er ruimte voor tegenspraak.
c) In de democratie gaat uitsluiting gepaard met de mogelijkheid tot insluiting, niet zo in het totalitarisme
> andere manier om datgene te formuleren als definitie van democratie.
d) in de democratie pareert representatie de negatieve effecten van geïnstitutionaliseerde wantrouwen in representatie, niet zo in het totalitarisme
Woord vooraf
De twee hoofdvragen van de cursus:
Een politieke unie?
Ja, collectieve zelfwetgeving (primair) gericht op de voltooiing van een gemeenschappelijke markt.
Europees?
De verwijzing naar een afgrenzing in het verleden die Europa begrenst m.b.t. de rest van de wereld als een normatieve gemeenschap.
Woord vooraf
De twee hoofdvragen van de cursus:
Een politieke unie?
> Ja, collectieve zelfwetgeving (primair) gericht op de voltooiing van een gemeenschappelijke markt. Er is een vorm van collectieve zelfwetgeving, die gericht is op de gemeenschappelijke markt. De loyaliteit van mensen aan interes van de EU is niet sterk, maar er is in zekere zin een Unie/gemeenschap.
Europees?
> De verwijzing naar een afgrenzing in het verleden die Europa begrenst m.b.t. de rest van de wereld als een normatieve gemeenschap.
Een soort slibt dat wordt gemaakt tussen EUropa en de rest van de wereld. Europa is een normatieve gemeenschap, een ‘wij’ dat zich onderscheidt van een ‘zij’.
Twee kanten van dezelfde medaille: waar is het ons om te doen als gemeenschap?
Dit is de centrale politieke vraag waarmee de EU geconfronteerd wordt door iedere van de voorbeelden van HC1, en waarop we nu kort op terugkomen:
- De ‘Poolse loodgieter’
- De financiële crisis
- Immigratie
- Turkije
Niet deze vraagstukken ‘oplossen’ maar laten zien waarom deze vraagstukken in verband staan met representatie.
Twee kanten van dezelfde medaille: waar is het ons om te doen als gemeenschap?
Dit is de centrale politieke vraag waarmee de EU geconfronteerd wordt door iedere van de voorbeelden van HC1, en waarop we nu kort op terugkomen:
- De ‘Poolse loodgieter’
- De financiële crisis
- Immigratie
- Turkije
Niet deze vraagstukken ‘oplossen’ maar laten zien waarom deze vraagstukken in verband staan met representatie.
De Poolse Loodgieter
Dat is de noemer waarmee dhr. Wilders zich bekent heeft gemaakt. De link naar wat toen een website was, die pvv had gecreëerd. Hier konden mensen hun onvrede over Polen deponeren. Vrij snel moest Wilders deze website verwijderen, n.a.v. Europese commissie?
Waarom waren er zo’n 40K meldingen?
Vrijheid van goederen, verkeer van goederen, verkeer van goederen, verkeer van kapitaal. Wat is de grondslag? Het mogelijk maken van een gemeenschappelijke markt. Zelfs Duitsland is een betrekkelijke markt, vergeleken markten van grotere markten. Als je alle landen samenvoegt in EU, heb je 600 miljoen mensen, dan ben je een competitieve speler tegenover markten buiten Europa, die EU in staat stelt om welvaart te creëren voor consumenten en een interne markt te beschermen tegen mededinging etc. van anderen markten. Je kan dan lagere prijzen aan consument aanbieden, daarmee meer welvaart binnen Europa.
Dat betekent dat Mededingingsrecht de kern is van het Europees recht. Mensen die zich hiermee bezig houden, raken de kern van het Europese project.
Vrijheid van beweging van personen
- Mededinging tussen arbeiders van lidstaten met hoge en lage salarissen
- Mogelijk verlies van bepaalde soorten banen in lidstaten met hoge salarissen
- Maar worden degenen die hun banen verliezen beter af doordat producten goedkoper worden voor hen als consumenten?
- Winnaars: arbeiders van lidstaten met lage salarissen en sociale voorzieningen plus consumenten die niet kwetsbaar zijn voor verlies van hun banen
Vrijheid van beweging van personen
- Mededinging tussen arbeiders van lidstaten met hoge en lage salarissen
> je creert situatie van mededinging tussen arbeiders van lidstaten. Dus arbeiders in lidstaten met laag salaris, hebben belang om te werken in landen met hoge salarissen. Door concurrentie houding, moeten mensen met hoge salarissen concurreren met mensen met lage salarissen. Denk aan Poolse loodgieter. Hij kan werk van NL loodgieter, voor veel minder geld doen. NL loodgieters moeten dan voor minder gaan werken. - Mogelijk verlies van bepaalde soorten banen in lidstaten met hoge salarissen
> met name banen zoals loodgieterij, dan is het makkelijk om van land naar land te gaan. Door concurrentie verliezen NL loodgieters werkzaamheden, of moeten voor minder werken. - Maar worden degenen die hun banen verliezen beter af doordat producten goedkoper worden voor hen als consumenten?
> maar zijn mensen die hun baan verliezen, door de lagere prijzen? De loodgieter is een consument, maar om te kunnen consumeren moet je geld hebben. Voor die mensen wordt het problematisch. Zij hebben geen boodschap aan het feit dat zij beter af zouden zijn. - Winnaars: arbeiders van lidstaten met lage salarissen en sociale voorzieningen plus consumenten die niet kwetsbaar zijn voor verlies van hun banen
> winnaars van proces van Europese integratie, rest is verliezer.
Het afschaffen van verschillen tussen personen uit verschillende lidstaten (insluiting) gaat gepaard met nieuwe vormen van uitsluiting die onder de radar blijven van de huidige regulering van de markt.
De gemeenschappelijke markt als (her)verdelingsmechanisme, maar is het een mechanisme voor verdelende rechtvaardigheid?
De ‘Poolse loodgieter’: het politieke debat over de gemeenschappelijkheid van de gemeenschappelijke markt versterken of een beroep op nationalistische politiek als uitweg?
In welke zin zijn ‘Europees’? In welke zin een ‘Unie’?
Het afschaffen van verschillen tussen personen uit verschillende lidstaten (insluiting) gaat gepaard met nieuwe vormen van uitsluiting die onder de radar blijven van de huidige regulering van de markt.
> Europese loodgieter DAT IS insluiting. Maar onder de radar blijft dat degenen die baan verliezen gemarginaliseerd raken op de markt. Voor dat soort situaties heeft Europa weinig te bieden. Dus gemeenschappelijke markt is herverdelingsmechanisme.
De gemeenschappelijke markt als (her)verdelingsmechanisme, maar is het een mechanisme voor verdelende rechtvaardigheid?
> niet voor verdelende rechtvaardigheid. Er is geen compensatie voor het verlies, terwijl dat er wel is in een verzorgingsstaat. Degene die zwak zijn worden geholpen. Dat is in EU niet. Geen fiscale unie. Daar zit een fundamentele weeffout in het Europese project.
De ‘Poolse loodgieter’: het politieke debat over de gemeenschappelijkheid van de gemeenschappelijke markt versterken of een beroep op nationalistische politiek als uitweg?
> nationalistische politiek is de weg van het populisme. Dat heb je in lidstaten, mensen zoals Wilders. ‘Laat ons terug naar nationale politiek’. Andere optie: moeten we niet gaan denken aan vormen van een fiscale unie. Dus compensatie aan mensen die verliezen. Beiden gevallen vraag centraal: wat is ons gemeenschappelijk als Europeanen?
In welke zin zijn ‘Europees’? In welke zin een ‘Unie’?
Zie artikel op blackboard.
De financiële crisis
Erosie van democratie op nationaal en Europees niveau\Wolfgang, Streeck, ‘the crisis of democratic capitalism’, in New Left Review 71, 5-29.
Stelling: de verschillende economische crisis na 1945 zijn het resultaat van een fundamentele en niet opgeloste spanning tussen kapitalisme en democratie
De financiële crisis
Erosie van democratie op nationaal en Europees niveau\Wolfgang, Streeck, ‘the crisis of democratic capitalism’, in New Left Review 71, 5-29.
> hij heeft het over een vergaande vorm van erosie van democratie op nationaal en Europees niveau. Wat interessant is dat de international monetairy fonds recent een rapport heeft uitgebracht, waarin het IMF zich grote zorgen maakt over de tanende commitment en loyaliteit van burgers aan nationale democratieën. Dat leidt af van populisme in deze landen. Dhr. Wolfsgang maakt een diagnose van de oorzaken van die erosie van democratie die tamelijk treffend is. Waarmee we nog worstelen om een oplossing te vinden.
Zie artikel.
Stelling: de verschillende economische crisis na 1945 zijn het resultaat van een fundamentele en niet opgeloste spanning tussen kapitalisme en democratie
> hij stelt dat de verschillende economische crississen die we hebben gehad, het resultaat zijn van fundamentele, en alsnog fundamentele spanning tussen kapitalisme en democratie. Voor ons is het vanzelfsprekend geworden in het westen, met name in Europa, dat de notie van een marktdemocratie onproblematsich is. Sterker: na de val van het IJzere gordijn in 1989, en de teloorgang van communisme, althans in gestalte in Sovjet Unie, hebben we de conclusie getrokken dat de samenhang tussen kapitalisme in de vorm van markteconomie en democratie, een soort historische noodzakelijkheid is, in die zin dat het einde van de geschiedenis aangetreden is.
Volgens Streek, is dat juist een veronderstelling die in toenemende mate in discussie wordt gesteld door de financiële crisis en verdere ontwikkelingen. Hij ziet het probleem als volgt, zie volgende.
Democratische kapitalisme (de verzorgingsstaat) als poging om het conflict tussen arbeid en kapitaal te neutraliseren door:
- Aanvaarding van kapitalistische markten en eigendomsrechten door arbeid in ruil voor:
- Sociale zekerheidsstelsel en een verhoging van de levensstandaard
Twee conflicterende beginselen van ‘resource allocation’ in het democratische kapitalisme:
- Het ‘vrije spel van marktkrachten’
- Sociale behoeftes en rechten tegemoet komen door democratische belsuitvorming
Democratische kapitalisme (de verzorgingsstaat) als poging om het conflict tussen arbeid en kapitaal te neutraliseren door:
- Aanvaarding van kapitalistische markten en eigendomsrechten door arbeid in ruil voor:
- Sociale zekerheidsstelsel en een verhoging van de levensstandaard
> verzorgingsstaat is het verzoek aan arbeiders, en de aanvaarding van arbeiders, dat de economie gestalte krijgt in de vorm van een kapitalistische markt. Waarin je niet alleen goederen maar ook diensten ruilt voor geld. We zijn daarnaast bereid om eigendomsrechten, privaateigendom, als centraal voor kapitalistische markt te handhaven. Het privaatrecht krijgt een nieuwe elan via de verzorgingsstaat omdat het een van de pilaren is voor zoiets als een kapitalitische marktWat krijgen arbeiders terug voor de verzorigngsstaat?
-> Sociale zekerheidsstelsel en een verhoging van je levensstandaard. Voor ons is het nog steeds relatief vanzelfsprekend dat we met Ryan Air op vakantie gaan. Dat is pas sinds verzorgingsstaat is ontstaan. Het is dus een poging om het conflict tussen arbeid en kapitaal te neutraliseren, dmv deze uitruil. Probleem: je hebt twee conflicterende beginselen. Zie onder.
Twee conflicterende beginselen van ‘resource allocation’ in het democratische kapitalisme:
- Het ‘vrije spel van marktkrachten’
> de prijs is een zeer anonieme zaak, als iets te duur is voor jou, heb je pech. De prijs is hetgene dat bepaald: wie krijgt wat. Het is niet vanzelfsprekend gerechtvaardigd. Aan de andere kant:
- Sociale behoeftes en rechten tegemoet komen door democratische besluitvorming
> rechtvaardigheid dat niet wordt opgelost door markt en zijn prijzen, wordt opgelost door sociale behoeften. Gratis onderwijs, gratis voorzieningen voor mensen.