Week 2 - Het BVerFG: de EU als ''statenverbond'' Flashcards
Terugblik week 1
Eerste vraag was: in welke zin is de EU een (politieke) gemeenschap?
De vraag naar het gemeenschappelijke karakter doet zich juridisch voor naar wat men noemt de teleologische interpretatie van de verdragen door het EHvJ. Met rechtstreekse werking en de voorrang van het EU-recht ten opzichte van nationaal recht wil men de doelstelling halen van een gemeenschappelijke markt, dan moeten de middelen worden ingezet die daarvoor nodig zijn (wie A zegt, moet B zeggen). Dus die twee leerstukken van het Europees recht.
De implicatie van deze twee leerstukken (rechtstreekse werking en voorrang) is - in ieder geval juridisch - dat de EU iets weg heeft van een federatie; dat het EHvJ een soort constitutionele rechter is. In Les Verts heeft het EHvJ gesteld dat er legaliteitscontrole is waarbij het EHvJ in staat is horizontaal te toetsen wanneer er een conflict is over rechten en bevoegdheden, bij wie de bevoegdheden liggen. En ook verticaal tussen lidstaten en de EU. Dit is in wezen hetzelfde als wat het bundesverfassungsgericht (hierna: BVerfG) doet in Duitsland en de Supreme Court in Amerika. Vandaar dat in Les Vers wordt gesproken over het Verdrag als een constitutioneel handvest. De vraag is natuurlijk of het Verdrag tot stand is gebracht die in lijn is met hoe wij grondwetten tot stand brengen. Het antwoord op die vraag is nee. Dus vandaar dat we de vraag stellen: het lijkt op dat sprake is van een gemeenschap, niet alleen in juridische zin, economische zin, maar ook in politieke zin. Maar kunnen we wel spreken van de EU als een politieke gemeenschap? Gelet op het feit dat er niet zoiets is als een Europees volk?
Terugblik week 1
Tweede vraag: in welke zin is de EU ‘‘Europees’’?
De grenzen van Europa zijn betwistbaar. De vraag doet zich dan voor: waarom leg je de grenzen hier en niet daar. Het is niet onverschillig waar men de grenzen laat vallen. Wat maakt ons tot Europeanen? ?Wie hoort er wel en niet bij? Dit heeft natuurlijk ook te maken met democratie. De vraag is als democratie ‘‘volkssoevereiniteit’’ is, wie maakt dan deel uit van het Europese volk en wie niet.
In Van Gend&Loos en Costa vs ENEL wordt gesproken van een eigen rechtsorde.
Leg uit waarom het BVerfG een symbolische functie heeft?
Wat heeft het BVerfG gedaan in het beroemde Maastricht-arrest?
Na de WOII en de opkomst van het bondsrepubliek Duitsland, had Duitsland de trias politica, maar er werd tevens een speciaal gewicht gegeven aan de hoogste rechter: het BVerfG. De gedachte was dat het de Duitse rechter was die garant stond voor de rechten van de mens en de menselijke waardigheid, wanneer de andere twee machten zouden falen in hun democratische gehalte.
Het BVerfG heeft een symbolische functie. Wanneer zij zegt dat het Europese verdrag niet deugt, dan liggen de Duitsers hier wakker van. Dat is in feite wat het BVerfG heeft gedaan in het beroemde Maastricht-arrest. Kort samengevat zegt dit arrest: democratie is volkssoevereiniteit. Maar volkssoevereiniteit veronderstelt dat het volk ten grondslag ligt aan een staatsbestel (lees: de trias politica). Dat deze alle hun macht en verantwoordelijkheid ontlenen aan hen die hen in het leven heeft geroepen. Voorzover sprake is van een volk dat soeverein is, regeert dit volk zichzelf door middel van de diverse machten.
Democratie is ook te begrijpen als collectiefe zelf grondwet c.q. wetgeving. Het BVerfG zegt dat als dat democratie is in de kern, dan doet de vraag zich voor of we kunnen spreken van een democratisch Europa, er is immers geen Europees volk, alleen Europese volkeren. En als we zeggen dat er geen Europees volk is, is er niets dat ons samenbind als Europeanen en kan niet gezegd worden dat er een Europese gemeenschap is. Op grond van een heldere definitie van democratie komt men noodzakelijk uit op de conclusie dat de EU geen democratie is. Er is namelijk geen Europees volk.
Het BverfG geeft dus antwoord op de vraag in hoeverre is de EU een gemeenschap en in welke zin is deze Europees.
In het Les Verts-arrest stelt het Europese Hof van Justitie dat het EEG-Verdrag een
‘constitutioneel handvest’ is. Hiermee wordt bedoeld dat:
a. Het Hof een volledige legaliteits- én legitimiteits-controle kan uitoefenen op
rechtshandelingen van de EU en haar Lid-Staten.
b. De EU een volwaardig democratische gemeenschap is.
c. Het Hof een volledige legaliteitscontrole kan uitoefenen op rechtshandelingen van de
EU en haar Lid-Staten.
d. Het EEG-Verdrag een grondwet is in formele én materiële zin.
C
De autonomie van het gemeenschapsrecht
- Hoe oordeelt het BVerfG wat Europa is?
Het Unieverdrag grondvest - zoals aangevoerd - is een statenverbond ter verwezenlijking van een voortdurend hechtere unie van - in staten georganiseerde - volken van Europa (art. A VEU), niet een op Europees volk stoelende staat. Wat het EHvJ hier doet is een sterk onderscheid maken tussen een statenverbond en een bondstaat. Het BVerfG zegt dat de lidstaten niet alleen onderworpen zijn aan Europees recht, zij brengen het ook tot stand. Dat wil zeggen dat, willen we via een verdragsverandering nieuwe rechten en plichten voor de lidstaten, dan moet iedere lidstaat hiermee akkoord gaan. Voorgenoemde is de structuur van een statenbond. Dit is in feite een doodgewoon internationaal verdrag met wat toetertjes en bellen. Dit is volgens het BVerfG wat Europa is; zegt daarbij dat een statenverbond iets anders is dan een bondstaat.
De autonomie van het gemeenschapsrecht
- Wat is een bondstaat, verschil met statenbond?
In een bondstaat heeft men een centraal niveau die bestaat uit de trias politica en deelstaten. Dit lijkt erg op een statenverbond. Het verschil zit hem erin dat in een bondstaat het volk boven het centrale niveau staat en bij de EU - als statenverbond - de democratie zich bevindt in iedere lidstaat afzonderlijk. In een later arrest na het Lissabonverdrag wijkt het BVerfG niet af van haar stelling dat de EU een statenverbond is.
De autonomie van het gemeenschapsrecht
- Wat zijn de implicaties van de kwalificatie van de EU als statenverbond?
- Het eerste wat het BVerfG noemt is dat de lidstaten heren van het verdrag blijven. De Bondsrepubliek Duitsland is bijgevolg ook na de inwerkingtreding van het Unieverdrag lid van een statenverbond, waarvan het gemeenschapsrecht is afgeleid van de lidstaten en welke in Duitse Soevereine orde enkel uit kracht van het Duitse toepasselijkheidsgebod verbindend kan werken. Duitsland is een van de ‘‘heren van het verdrag’’, etc. In andere woorden: de gedachte is dat wij als lidstaten de bazen blijven van de EU en niet andersom.
- De tweede implicatie is, omdat Duitsland een van de ‘‘heren van het verdrag’’ is, die hun gebondenheid aan het voor onbepaalde tijd aangegane Unieverdrag met de wil tot langdurige lidmaatschap gemotiveerd hebben, echter is deze saamhorigheid in laatste instantie door een omgekeerde gerichte daad ook weer op te heffen. Uit Van Gend&Loos, Costa vs ENEL en Les Verts volgt de stelling dat lidstaten hun soevereiniteit hebben overgedragen aan de EU. Hiermee zeggen we eigenlijk dat de EU dus nu dienst uitmaakt ten aanzien van die rechten; dat het uiteindelijk het EHvJ is die bepaalt wie de bevoegdheden heeft en wie niet. Het BVerfG zegt dat het zo niet werkt, en stelt dat slechts sprake is van delegatie en dat deze te allen tijde kan worden ingetrokken.
De autonomie van het gemeenschapsrecht
- Is het EU-recht vanzelf bindend in Duitsland volgens BverfG? (en dus een autonome rechtsorde?)
Het BVerfG zegt: juist omdat wij heren van het verdrag zijn, is het aan elke lidstaat om te bepalen of hij of zij verder wil met de EU als project of zich daarvan terug wil trekken.
Daarnaast heeft iedere rechter in een lidstaat een eigen rechtmatigheidscontrole van EU-recht. Ook zegt het BVerfG dat EU-recht niet van zichzelf bindend is in Duitsland. In die zin is het dus geen autonome rechtsorde. EU-recht is in Duitsland slechts bindend wanneer dit geratificeerd is door de regering en een toets door het BVerfG aan die grondwet heeft doorstaan. Kan zij hier niet aan voldoen dan heeft het EU-recht geen werking in Duitsland. Eigenlijk zegt men hier dus dat iedere rechter van een lidstaat baas is over zijn eigen recht.
De autonomie van het gemeenschapsrecht
- Wat zegt het BVerfG met betrekking tot prejudiciële vragen?
Ten slotte nog de impact op prejudiciele beslissingen. Het BVerfG zegt: ga niet een verzoek tot prejudiciele beslissingen indienen in die gevallen waarbij aantasting mogelijk is van de Duitse grondwet. Het EHvJ kan namelijk slechts beslissen wanneer zij een case krijgt voorgelegd. Als een nationale rechter geen case voorgelegd, kan het EHvJ in principe niets doen.
Van staatssoevereiniteit naar volkssoevereinigteit
Het democratieprincipe: al het staatsgezag wordt uitgeoefend door het volk door middel van verkiezingen en door de bijzondere organen van wetgeving van het bestuur en de rechtspraak.
Behalve dat men in een democratie het volk heeft die de hoogste macht is, heeft men de trias politica en hebben burgers via verkiezingen die fungeren - zoals de Fransen het noemen - als ‘‘pouvoir constitué’’. Dat wil zeggen machten die hun bevoegdheden ontlenen aan de constitutie en uiteindelijk aan het volk. Het BVerfG zegt dat al deze instituten zinvol zijn voorzover zij aspecten zijn van volkssoevereiniteit. Het zijn manieren om het volk zichzelf te laten regeren. De vraag die het BVerfG zichzelf stelt is: in hoeverre is het volk soeverein als hoogste macht? Wanneer men dit zegt, zegt men dat sprake is van een politieke eenheid en pas een afgeleide eenheid van een juridische eenheid. Eerst moet er een volk zijn wil sprake zijn van een grondwet die tot stand is gebracht door dat volk en die grondwet kan vervolgens bepalen welke machten er zijn en welke bevoegdheden ze hebben. Het BVerfG stelt dat wanneer men kijkt naar de EU en je jezelf de vraag stelt wat voor gemeenschap of unie het is, is helder dat het een rechtsgemeenschap is, het is ook helder dat het een economische gemeenschap is, maar zijn we een politieke eenheid? Nee, wij zijn niet bereid om zoiets als de Verenigde Staten van Europa te worden, omdat de politieke schotten dan tussen de lidstaten verwijderd worden.
Representatie van het volk
- Wat zegt het Les Verts verdrag over legaliteitscontrole in het Europese verdrag?
- Waar zwijgt het over?
Legaliteitscontrole:
In Les Verts vindt men de stelling: het Europese verdrag heeft een volwaardige legaliteitscontrole. Dat wil zeggen dat het EHvJ als hoogste macht bepaalt waar bevoegdheden liggen op horizontaal niveau en op verticaal niveau.
Zwijgt:
Het EHvJ zwijgt echter over legitimiteit, in het bijzonder over democratische legitimiteit. Dit kan men toespitsen op de grondwet. Wanneer het Les Verts arrest stelt dat sprake is van een volwaardige legaliteitscontrole dan heeft men in juridisch opzicht een opvatting over de constitutie van de grondwet. Het BVerfG zegt echter dat naast deze juridische opvatting veronderstelt wordt dat sprake is van een politieke opvatting. Een politieke opvatting veronderstelt een volk die deze grondwet tot stand brengt. In het verdrag van Rome zeggen een aantal lidstaten dat zij slechts willen samenwerken in een steeds hechter verbond van Europese volkeren, in het meervoud, geen Europees volk.
Representatie van het volk
- Onderscheid tussen volk als ‘‘formele’’ en ‘‘materiële’’ toerekeningsbeginsel van (grond)wetgeving.
Het BVerfG zegt dus dat we een onderscheid moeten maken tussen het volk als een ‘‘formele’’ en ‘‘materiële’’ toerekeningsbeginsel van (grond)wetgeving. Het volstaat niet om te zeggen: je hebt lidstaten op basis van een Verdrag. Er moet ook een materiele toerekening zijn. Dat wil zeggen je hebt een volk die zich begrijpen als een volk en dat er kenmerken zijn die hen verbind. Het Maastricht arrest zegt hierover: ‘‘de staten hebben eigen taakgebieden van voldoende betekenis nodig, waarop de politieke wilsuiting van het huidige volk zich in een door zichzelf gelegitimeerd en gestuurd proces ontvouwen en uitspraken kan, om op die wijze datgeen wat het - relatief homogeen - geestelijk, sociaal en politiek samenbindt, juridisch tot uitdrukking te brengen.
Het komt er volgens het BVerfG op neer dat, wil er sprake zijn van een volk, dit volk relatief homogeen moet zijn.
Wat betekent dit?
Waarom heeft het EHvJ het fout wanneer zij spreekt van constitutioneel handvest?
Dit betekent dat er sprake moet zijn van een zekere gehechtheid. Je moet je kunnen herkennen in een aantal attributen, voorwerpen, taal, waarde etc. In die zin bestaat een volk als die zichzelf als een volk begrijpt en een grondwet uitbrengt, waarbij dat laatste een handeling is van politieke zelfbeschikking.
Eigenlijk heeft het EHvJ het dus fout in conceptueel en in politiek opzicht wanneer zij spreekt over het constitutioneel handvest, omdat een constitutie een handeling veronderstelt van politieke zelfbeschikking van het volk; dat volk is er niet.
Implicaties voor het gemeeschapsrecht
De implicatie van het niet hebben van een Europees volk is dat het democratisch tekort, een fundamentele is. Het probleem bevindt zich niet in het feit dat het Europese Parlement (hierna: EP) te weinig bevoegdheden heeft, maar volgens het BVerfG, is precies het omgekeerde het geval. Hoe meer bevoegdheden je aan het EP geeft - dus hoe meer bevoegdheden je wegneemt bij de lidstaten - hoe groter het democratisch tekort wordt. Elke stap die je neemt om het EP meer bevoegdheden te geven, maakt de zaak alleen maar erger. Hierbij i s het verschil tussen een statenverbond en een bondstaat van belang in een bondstaat heeft men een parlement waarboven het volk staat. Een orgaan in democratisch opzicht is een orgaan die het volk vertegenwoordigd. In het geval van de EU heb je het EP, maar wie moet het EP vertegenwoordigen? Als het een democratisch orgaan is zou het een volk moeten vertegenwoordigen. De stelling van het BVerfG is dat het EP geen parlement is, omdat een parlement veronderstelt dat een volk wordt vertegenwoordigd.