Week 6 Hoofdstuk 5 Flashcards

1
Q

Synchrone communicatie
Asynchrone communicatie

A

vindt plaats op hetzelfde moment (een belletje)

vindt niet plaats op hetzelfde moment, denk aan het sturen van een e-mail

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voordelen intranet

A

efficiëntie, effectiviteit door real time acces. Productiviteit, info delen. Employee self service (pensioen regelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

enterprise search

A

verhoogt de productiviteit bij werknemers. Dit maakt het mogelijk om bestanden en informatie te vinden binnen de databases van het intranet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mash ups

A

websites die data van meerdere aanbieders gebruiken, denk aan uber dat paypall en google maps gebruikt (meerdere API’s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

sematische web

A

ligt in de toekomst, waarbij de inhoud van een zoekterm echt wordt begrepen door de zoekmachine in plaats van dat je sites krijgt die woorden uit je zoekterm bevatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Instant messaging

A

directe berichten je kan real-time gesprekken hebben ook met meerdere mensen (whatsapp)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

manieren waarop sociale media platformen gebruik maken van netwerkeffecten
1. media sharing
2. tagging (METADATA)
3. geotagging
4. social bookmarking
5. social cataloging

A
  1. het delen van media
  2. Met metadata sorteren van content, data van data is metadata.
  3. een ander type metadata, je kan locatie zien waar de post is genomen.
  4. je kan pagina’s delen die je interessant vindt
  5. categorisatie systemen delen, denk aan spotify waarbij je playlists kan delen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

samenwerken op cloudgebaseerd samenwerkingsmiddel of content management systemen

A
  1. cloudgebaseerd samenwerkingsmiddel: het gemakkelijk delen van documenten met anderen, waarbij veranderingen door de ene persoon ook bij de andere aangepast worden (google docs)
  2. Content management systemen: CMS maakt het mogelijk dat de gebruikers van bepaalde content het zelf aankunnen passen in plaats van dat webmaster dat voorheen deden.
  3. collectieve intelligentie: je kan sociale software intelligentie vergroten, door de intelligentie van een groep samen te voegen. Een manier waarop dat gedaan kan worden is PEER-productie. Wikipedia. (samenwerken om dienst product te maken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wikis

A

slaat alleen vorige versies van een site op. Gebruikers kunnen content toe voegen veranderen of verwijderen. (inhoud ten opzichte van open source software dat gaat om code van een software)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

learning management systems

A

zijn gelijk aan content management systems. Maar gericht op educatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

social search

A

verbeteren van relevantie zoekresultaten door content van sociale media eraan toe te voegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

nadelen van sociale media applicaties

A

online product beoordelingen (kunnen fakes tussen zitten),

microblogging (je hebt geen controle over de posts van je consumenten),

sociale netwerken kost veel werk om een sociale media pagina te beheren.

Consumenten delen hun klacht via sociale media.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Richard Levick tips voor de gevaren van sociale media

A
  1. stel een crisisteam op van zowel binnen de organi als buiten
  2. identificeer the worst case scenario en herken deze signalen
  3. monitor je sm platformen
  4. handel binnen de eerste 24 uur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly