Week 2 Hoofdstuk 3b Flashcards

1
Q

IS-infrastructuur

A

hier vertrouwen bedrijven op dat het hun besluitvorming, bedrijfsprocessen en competitieve strategie ondersteunt. vertrouwen op 3 capabilities: het verwerken opslaan en verplaatsen van data.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

data

A

tegenwoordig de belangrijkste resource van een organisatie. Het is essentieel voor de uitvoering van bedrijfsprocessen en het vergaren van bedrijfskennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

applicatiesoftware

A

is software die helpt om de bedrijfsprocessen te automatiseren, wat ook van pas komt om niet uitvoerbare processen uitvoerbaar te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

databases

A

zijn verzamelingen van inter-gerelateerde data die georganiseerd zijn op een manier, dat het helpt bij het zoeken naar gegevens. De databases slaan de data op en zorgen dat het beschikbaar is wanneer nodig. Databases vertrouwen op de onderliggende IS-infrastructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

DBMS

A

database management systems gebruiken organisaties om optimaal te kunnen profiteren van data, dat is een type software die ervoor zorgt dat data makkelijk opgeslagen, opgehaald en geanalyseerd kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar bestaat IS-infrastructuur uit?

A

hardware, software, opslag, networking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hardware:
supercomputer
mainframe
server
workstation
personal computer
embedded systems
radio frequency identificiation (RFID)

A

lost grote wetenschappelijke problemen op

wordt gebruikt bij mission-critical applicaties

maakt de toegang to bestanden, printen en communicatie mogelijk

wordt gebruikt voor de visualisatie en reproductie van 3D modellen

wordt gebruikt voor persoonlijke doeleinden

geoptimalisserd voor het uitvoeren van een scala aan taken

is de vervanger voor standaard barcodes, er wordt gebruik gemaakt van een elektromagnetische strip die data tussen de ontvanger en de tag uitwisselt. Het kan gebruikt worden op kleding, huisdieren, auto’s en sleutelss

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

systeemsoftware

A

de verzameling programma’s waarmee je de basisoperaties van je computer kunt besturen.

  • operating systeem: verbindt de interactie tussen hardware, peripherals (bv muis), applicatiesoftware en gebruikers.
  • device drivers: zorgt voor het communiceren tussen verschillende hardware
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

opslag

A

voor operationele doelen, back-ups en het archiveren van data

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

networking

A

voor het verbinden van verschillende onderdelen:

zender en ontvanger die iets hebben te delen

pathway- of transmissiemedium

regels of protocollen die de communicatie tussen zenders en ontgvangers regelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bandwidth

A

bandbreedte is de capaciteit van computers of communicatiekanalen om een hoeveelheid data in één keer over te zetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3 rollen van computers

A

client: elke computer die gebruikmaakt van diensten die door de server aangeboden worden

peer: elke computer die zowel diensten vraagt als aanbiedt

server: elke computer die diensten verschaft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

client-server networks en peer to peer networks (P2P)

A

hierin zijn rollen van de server en client duidelijk bepaald, in tegenstelling tot p2p waar alle peers dezelfde capaciteiten en verantwoordelijkheden hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

3 typen netwerken

A

PAN personal area network, minder dan 10 meter

LAN local area network: binnen het gebouw

WAN wilde area network: over een heel groot gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

world wide web
internet
web browser

A

een systeem van onderling verbonden documenten op het internet

is een globaal netwerk dat de onderlinge verbinding tussen gebruikers faciliteert

is een softwareapplicatie die wordt gebruikt om websites te lokaliseren, te bezoeken en weer te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

www.vu.nl

hostname, domeinnaam, top level domain name

A

hostname = www.
domeinnaam = vu
top-level domain name = .nl

17
Q

ip adres

A

zorgt ervoor dat alle computers en apparaten geïdentificieerd zijn

18
Q

transmission control protocol

A

faciliteert de transmissie van webpagina’s. Wanneer er een URL wordt ingevoerd stuurt TCP/IP de aanvraag in kleine strukjes over het internet naar de webserver waar de opgevraagde pagina wordt opgeslagen

19
Q

deep web

A

is het gedeelte van het web waar je met reguliere zoekmachines niet kan komen

20
Q

intranet

A

werkt hetzelfde als het internet maar zit achter een firewall en organisatie kan dit gebruiken om data te bewaren binnen het netwerk van het bedrijf en kan dan alleen door geautoriseerde gebruikers bekeken worden. Door VPN’s kan je buiten het lokale netwerk van het bedrijf bij deze data

21
Q

7 problemen waar organisaties mee te maken hebben

A

snelle afschrijving

kortere it -cycli

software obsolescence

toenmende hoeveelheid
beschikbare en benodigde opslag

vraagfunctuaties

toenemende energiebehoeften

lean start-ups en de vraag naar wendbaarheid

22
Q

planned obsolescence

A

is dat een product ontworpen is om slechts voor een beperkte levensduur te functioneren. Hierdoor moeten klanten na de levensduur een nieuwe kopen

23
Q

kenmerken cloud computing

A
  • op aanvraag geleverde zelfbediening
  • hoge elasticiteit: de capaciteit kan vrijwel direct omhoog of omlaag geschaald worden
  • brede netwerktoegang
  • aaneengesloten middelen: klanten kunnen de benodigde middelen huren bij Cloud providers
  • service op maat
24
Q

2 type clouds: publieke en private cloud

A

kunnen gebruikt worden door iedereen op een pay-per-use basis. wanneer er te weinig kapitaal is en applicaties snel scalable moet zijn

geeft een organisatie flexibiliteit en controle over zijn data.

25
Q

(applicaties voor cloud computing) service georiënteerde architectuur

A

bedrijfsprocessen die zijn opgebroken in individuele componenten. Om de voordelen hieruit te halen moet er voldaan worden aan drie principes. Herbruikbaarheid (veel verschillende manieren gebruikt kunnen worden) , uitwisselbaarheid (werken met andere services), componentization (simpel en aanpasbaar)

26
Q

(applicaties voor cloud computing) grid computing

A

het combineren van kracht van computers naar een samenhangend systeem zodat de problemen die normaliter alleen supercomputers kunnen oplossen, toch worden opgelost.

27
Q

(applicaties voor cloud computing) content delivery networks

A

een netwerk van servers op verschillende locaties die kopieën van websites opslaan, zodat de opgevraagde content vanuit de dichtsbijzijnde locatie kan worden verstuurd

28
Q

IP convergence

A

het gebruiken van IP om stem, video en data te kunnen transporteren.

29
Q

2 soorten IP-communicatie

A

voice over Ip; duidt op het gebruik van internet gvoor belletjes

videoconferencing over IP het verzenden van een video

30
Q

green computing

A

is een verzamelnaam voor alles wat bijdraagt aan het efficiënter gebruik van computers.