Week 2 Hoofdstuk 3b Flashcards
IS-infrastructuur
hier vertrouwen bedrijven op dat het hun besluitvorming, bedrijfsprocessen en competitieve strategie ondersteunt. vertrouwen op 3 capabilities: het verwerken opslaan en verplaatsen van data.
data
tegenwoordig de belangrijkste resource van een organisatie. Het is essentieel voor de uitvoering van bedrijfsprocessen en het vergaren van bedrijfskennis
applicatiesoftware
is software die helpt om de bedrijfsprocessen te automatiseren, wat ook van pas komt om niet uitvoerbare processen uitvoerbaar te maken
databases
zijn verzamelingen van inter-gerelateerde data die georganiseerd zijn op een manier, dat het helpt bij het zoeken naar gegevens. De databases slaan de data op en zorgen dat het beschikbaar is wanneer nodig. Databases vertrouwen op de onderliggende IS-infrastructuur
DBMS
database management systems gebruiken organisaties om optimaal te kunnen profiteren van data, dat is een type software die ervoor zorgt dat data makkelijk opgeslagen, opgehaald en geanalyseerd kan worden
waar bestaat IS-infrastructuur uit?
hardware, software, opslag, networking
hardware:
supercomputer
mainframe
server
workstation
personal computer
embedded systems
radio frequency identificiation (RFID)
lost grote wetenschappelijke problemen op
wordt gebruikt bij mission-critical applicaties
maakt de toegang to bestanden, printen en communicatie mogelijk
wordt gebruikt voor de visualisatie en reproductie van 3D modellen
wordt gebruikt voor persoonlijke doeleinden
geoptimalisserd voor het uitvoeren van een scala aan taken
is de vervanger voor standaard barcodes, er wordt gebruik gemaakt van een elektromagnetische strip die data tussen de ontvanger en de tag uitwisselt. Het kan gebruikt worden op kleding, huisdieren, auto’s en sleutelss
systeemsoftware
de verzameling programma’s waarmee je de basisoperaties van je computer kunt besturen.
- operating systeem: verbindt de interactie tussen hardware, peripherals (bv muis), applicatiesoftware en gebruikers.
- device drivers: zorgt voor het communiceren tussen verschillende hardware
opslag
voor operationele doelen, back-ups en het archiveren van data
networking
voor het verbinden van verschillende onderdelen:
zender en ontvanger die iets hebben te delen
pathway- of transmissiemedium
regels of protocollen die de communicatie tussen zenders en ontgvangers regelen
bandwidth
bandbreedte is de capaciteit van computers of communicatiekanalen om een hoeveelheid data in één keer over te zetten
3 rollen van computers
client: elke computer die gebruikmaakt van diensten die door de server aangeboden worden
peer: elke computer die zowel diensten vraagt als aanbiedt
server: elke computer die diensten verschaft
client-server networks en peer to peer networks (P2P)
hierin zijn rollen van de server en client duidelijk bepaald, in tegenstelling tot p2p waar alle peers dezelfde capaciteiten en verantwoordelijkheden hebben
3 typen netwerken
PAN personal area network, minder dan 10 meter
LAN local area network: binnen het gebouw
WAN wilde area network: over een heel groot gebied
world wide web
internet
web browser
een systeem van onderling verbonden documenten op het internet
is een globaal netwerk dat de onderlinge verbinding tussen gebruikers faciliteert
is een softwareapplicatie die wordt gebruikt om websites te lokaliseren, te bezoeken en weer te geven.