Week 5 hoorcollege 7 Flashcards
3 strategieën van implementatie
rationeel-empirisch: mensen maken rationele besluiten zonder eigenbelang na te jagen: gericht op eductatie, communicatie en realistische verwachtingen
normatieve / re-educatieve mensen jagen eigenbelang na, dus je moet participatie stimuleren en attitudes beïnvloeden. Je moet eigenbelang in lijn brengen met organisatie
macht/dwang straf bij fouten, belang bij gehoorzaming
organisatiestructuur omvat
de functies, rollen, taken, afdelignen en de relatie binnen deze organisatie
5 karakteristieken volgens Mintzberg
- arbeidsverdeling: divisies, taakeenheden en mate van specialisatie
- lijn-en staff: mate van betrekking van staff in productie en service staff (IT, Finance)
- span van controle: aantal leidinggevende niveaus en aantal leiders per mensen
- cöordinatie & controle: verticale controle (hierarchie) versus horziontale coördinatie (samenwerken tussen afdelingen)
- centraal of decentraal: besluitvorming vanuit de top (centraal) of lager (decentraal)
6 generieke structuren
- simpele structuur
- machine bureaucratie
- divisievorm
- professionele bureaucratie
- adhocracy
- missionaire vorm
- zoals een lokale toko met een paar werknemers
- zoals simpele productiebedrijf, zoals een staalproducent
- zoals philips die in verschillende markten opereert
- zoals een groot advocaten kantoor
- een moderne jonge start-up
- dus een organisatie wordt opgezet voor één project/missie zoals een eenheid in eht leger.
volgens mintzberg is de keuze van een passende organisatiestructuur afhankelijk van
leeftijd en grootte
technologische systemen en coördinatie
bedrijfsomgeving stabiel of instabiel
verdeling van macht (centraal of decentraal)
ERP
is voor interne processen door het hele bedrijf te coördineren, met een centralisatie van informatie en standaardisatie van processen.
morton & HU
machine bureaucratie
professionele bureacratie
adhocracy
diviesievorm
- hoge fit met ES; hoge formalisatie, centrale besluitvorming en matige structurele differentiatie
- hoge fit met ESl; lage formalisatie en centralisatie
- lage fit met ES; geen formalisatie, decentralisatie en hoge structurele differentialetie
- lage fit met ES; matige formalisatie, decentralisatie en hoge structurele differentiatie
IS leidt tot
makkelijkere besluitvorming door snellere deling van informatie en beschikbaarheid. Verder leidt het tot verandering in besluitvorming en coördinatie. Ook leidt het tot centralisatie (controle) maar ook tot decentralisatie (empowerment; werken waar en wanneer je wilt) daarnaast is Is nodig voor besluitvorming en coordinaite; meer controle door ERP maar ook meer flexibilteit
malone 3 typen besluitvormingsstructuren
cowbowys: onafhankelijke decentralisatie. er is weinig communicatie en besluiten op basis van lokale informatie, boer of shopowner
commanders: centralisatie met hoge communicatie beslissingen op basis van meerdere informatiecbronnen maar centraal zoals leger multinational
cyber-cowboys: verbonden en decentraal. Hoge communicatie, maar besluiten autonoom gebaseerd op externe informatie consultants
hoge communicatie kosten, onafhankelijk decentraal
cowboys
lagere communicatiekosten, centrale besluitvorming
commanders
communicatie kosten erg laag, verbonden en decentraal
cyber cowboys
cultuur.
Bestaat uit: 3
omvat onbewust geleerde gedeelde normen, waarden en geloven en aangeleerde mores.
artefacten (zichtbare manifestaties), waarden (afgesproken gedrag), aannames (onzichtbare regels)
4 soorten bedrijfsculturen onderscheiden op basis van twee dimensies
schrift
3 soorten conflicten tussen IT en cultuur Leidner en Kayworth
systeemconflict: waarden van mensen en die in de specifieke IT botsen
contributie-conflict: waarden van leden en IT in het algemeen botsen
visie-conflict: waarden van IT in het algemeen en die van specifieke systeem botsen
organisatiecultuur kan… de informatiesystemen beïnvloeden, maar dit is…. …. zo …..
is is geen oplossing voor alles, want uiteindelijk bepalen mensen de…., maar IS kan de … can mensen verbeteren of verminderen
performance, contributie
systemen falen doordat?
managers de menselijke aspecten negeren. Mens-machine interactie is dus belangrijk. Dit bestaat uit toegankelijkheid, layout, gebruiksvriendelijkheid en consistentie
taakanalyse: welke info is nodig en wat zijn de goede en slechte features
volgens Nielsen zijn er 10 heuristieken van bruikbaarheid
- zichtbaarsysteemstatus (zoals batterijpercentage)
- overeenstemming met realiteit
- gebruikerscontrole en - vrijheid
- consistentie en standaarden (zoals dezelfde incoontjes voor een home-button
- foutpreventie (software moet geen erros uitlokken)
- efficiënt: in gebruik (je kunt snel navigeren door het apparaat, zoals hamburger menu rechtsboven in een app
- minimalistisch ontwerp (geen onlogische en afleidend ontwerp)
- fout hulpt (een printer zegt error, papier bijvullen)
- er is een helpdesk en documentatie
gebruikersbetrokkenheid bij prototyping in oplopende volgorde zetten:
- prototyping door testen
- gebruikersbegeleide prototyping
- prototyping door demonstratie
- coöperatieve prototyping
3,1,4,2
tam (tech acceptatie model)
gaat over de attitude van gebruikers ten opzichte van systemen. Bestaande uit.
1. perceived ease of use,
2. perceived usefulness beïnvloedt
beide hebben een positief verband met
3. gebruiksintentie wat leidt tot
4. daadwerkelijk systeemgebruik dit leidt weer tot systeemgebruik
UTAUT model is een aanvulling van het TAM model intentie bepaald door
- performance verwachting: verwachte opbrengst van het systeem
- verwachte effort (PEU) verwachte gebruiksgemak
- sociale invloed: vrienden zeggen bijvoorbeeld een iphone is beter dan huaweii
- faciliterende condities: trainingen, budgetten,
Socio-technisch systeem
een mix tussen technische en sociale systemen, waarbij mens-machine interacties gefaciliteerd en op elkaar afgestemd wordt voor een gezamenlijk doel