Week 2 Hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

Input technologieén

A

worden gebruikt om data in te voeren op een technologisch apparaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

invoeren van batch data , - wat is batch data,
- hoe ingevoerd?
- waar wordt gebruik van gemaakt?
- andere manier
- hoe groot
- wanneer contactloos

(input technologieën)

A

Batch data zijn grote hoeveelheden data, deze worden vaak ingevoerd met behulp van scanners, om handgeschreven teksten of plaatjes om te zetten naar digitaal. Er wordt hierbij gebruikgemaakt van tekstherkenningssoftware, die optische karakter herkenning gebruikt om geschreven tekst om te zetten naar digitale karakters.

Een andere manier is smart cards: dit zijn kaartjes ten grootte van een credit-card en bevatten een chip of magnetische strip. Deze kaartjes kunnen transacties doen. Sommige kaarten die gebruik maken van RFID technologie kunnen ook contactloos data overzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij het invoeren van audio en video (input technologieën)

  • stem input
  • video input
A

de data moet eerst gedigitaliseerd worden voordat het bewerkt, opgeslagen of afgespeeld kan worden.

stem input: met behulp van een microfoon kan er met stemherkenning door een computer of smartphone de spreaak begrepen worden

bij voice to text software wordt een microfoon gebruikt om de spraak naar tekst om te vormen

video input: als er gebruik wordt gemaakt van digitale camera’s met verwijderbare geheugenkaartjes kunnen deze vervolgens in een computer worden gestopt. Bij camera’s die zijn geïntegreerd in mobiele apparaten wordt de data continu overgeplaatst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Processing

A

het transformeren van inputs naar output gaat met behulp van processing technologies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

proces van processing

A

zie foto 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verschillende soorten opslag van een computer

A

primaire opslag, secundaire opslag, verwijderbare opslag media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

primaire opslag

A

de primaire opslag is gelokaliseerd op het moederbord en wordt gebruikt om data en programma’s die op het moment worden gebruikt op te slaan. er worden geheugenchips gebruikt omodat de data die wordt opgeslagen verloren gaat wanneer de computer uit wordt gezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

primaire opslag cache en read only memory

A

cache: wordt gebruikt om de instructies die recent en vaak worden gebruikt, deze is gelokaliseerd in de CPU

read-only memory: wordt gebruikt om programma’s en instructies op te slaan die automatisch laden wanneer de computer aangezet wordt zoals de input en de output systemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

secundaire opslag

A

hierin worden grotere hoeveelheden data voor langere tijd opgeslagen zoals bijvoorbeeld een harde schrijf. De meeste software die op een computer draait worden hierop opgeslagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

verwijderbare opslag media: flash memory, optical discs, tapes

A

flash memory: is een geheugenchip wat gebruikt wordt in USB flash drives, solid state harde schrijven en geheugen kaarten zoals SD kaartjes

optical discs: hier staat vaak foto’s, video’s of games op en zijn bijvoorbeeld CDROM’s

tapes: zijn bijvoorbeeld casettebandjes die in een tapereader moeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

outputtechnologiën

A

zijn computerschermen en printers. De meeste computerschermen hebben een LCD scherm, deze zijn lichter en dunner dan de CRT schermen in oude computers. Nieuwere OLED schermen hebben minder stroom nodig en zijn nog dunner dan een LCD scherm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is software zijn (3)

A

operationele systeem van de hardware, device driver dat zorgt dat de computer kan communiceren met andere hardware apparaten en een derde mogelijkheid is dat software een utilitiy is en de resources en bestanden van een computer managet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

compiler

A

vertaalt een hele source code naar executable, een programma dat volledig kan worden begrepen door de computer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

source code

A

het geschreven programma, dat moet vertaald worden naar objectcode zodat de hardware het kan begrijpen. dit wordt gedaan met behulp van compilers en interpreters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de interpreter

A

is een type programma dat ook de source code vertaald, maar doet dit 1 regel per keer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verschillende soorten programmeer talen

A

web development languages: is de taal die wordt gebruikt om websites te bouwen. Er wordt gebruik gemaakt van HTML tags; om de browser te vertellen hoe de documents gepresenteerd moeten worden

object-oriented languages
worden veel gebru8ikt door app makers. Er worden overeenkomende objecten gebruikt die eigenschappen en gedrag combineren om relevante systeemcomponenten te vinden

visual programming language: is het gebruiken van grafische iconen met programmeren in plaats van iconen pixel voor pixel programmeren

AI development
maakt gebruik van programmeer talen als Phyton, R, dit zijn open source languages. Programmeurs gebriuken computer-aided software engineering (case) wat betekent dat ze gebruikmaken van geautomatiseerde software tools om IS te ontwerpen en implementeren

17
Q

de ontwikkeling van computers

A

centralized, distributed, collaborative (allemaal computing), network services

18
Q

type netwerken

A

private branch exchange: dit is een telefoonsysteem dat een particuliere locatie dient. Het verbindt telefoon extensies vanuit het systeem met telefoonnetwerken buiten de locatie

local area network: is een netwerk dat spant over een redelijk klein gebied, alle computers binnen het gebied kunnen dan data met elkaar delen

wilde area network: dit spant over een redelijk groot geografisch gebied

personal area network: de verbinding tussen kleine afstand zoals bluetooth.

19
Q

protocolllen

A

het osi model: dit model verdeeld de communicatie in 7 verbonden lagen

transmission control protocol / internet protocol (tcp/ip) tcp is verantwoordelijk voor het opdelen van een bericht in stuikjes en verbinden maken met een andere computer. Ip is verantworodelijk voor het adresseren en goed opsturen van de pakketjes van berichten

ethernet: is een set van LAN protocollen en kan draadloos bedraad zijn.

20
Q

netwerktopologie is vorm van een netwerk:

ster
ring
bus
mesh

A

ster: verschillende werkstations zijn verbonden met een centrale hub

ring: het netwerk heeft een cirkelvorm en elk werkstation is verbonden met een ander werkstation

bus; het netwerk heeft een rechte lijn met werkstations die aan die lijn zijn verbonden, elk werkstation krijgt het bericht op hetzelfde moment

mesh: in dit netwerk zijn alle werkstations met elkaar verbonden

21
Q

media acces control

A

regels die ervoor zorgen hoe een werkstation toegang krijgt tot het netwerk

22
Q

3 soorten draadloze media

A

infrared line of sight, high-frequency radio, microwave transmission