Week 6 | De bestuurswetenschappelijke hoofdkleur van de rechtsstaat Flashcards

1
Q

welke 2 dingen vatten het bestuurswetenschappelijk perspectief samen?

A
  • de rechtsstaat is een mode of government
  • dit perspectief vertrekt vanuit het uitgangspunt dat de rechtsstaat een specifieke vorm van (openbaar) bestuur is die eveneens onderworpen is aan de ‘wetten’ en mechanismen die aan het (openbaar) bestuur ten grondslag liggen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is mode of government en waarom is dit essentieel?

A

Mode of goverment: de overheid moet niet alleen als rechtsstaat opereren, maar ook leiderschap tonen
- essentieel voor het waarborgen van een onpartijdige en algemene benadering van het openbaar bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie plaatst het beleid in het midden van rationaliteiten?

A

Snellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aan welke 4 sets criteria moet het beleid altijd voldoen volgens Snellen?

A
  1. Politieke rationaliteit
  2. Juridische rationaliteit
  3. Economische rationaliteit
  4. Technisch-wetenschappelijke rationaliteit

Soms proberen de rationaliteiten elkaar uit te sluiten of te verdringen = spanningsveld -> Domeinconflicten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt beleid opgesteld in rechtsstatelijk bestuur (Snellen)?

A

Beleid in rechtsstatelijk bestuur komt tot stand als er tegelijkertijd aan verschillende rationaliteiten worden voldaan:
1. Politieke rationaliteit | beleid moet strekken tot de aanpak van collectieve problemen in de samenleving.

  1. Juridische rationaliteit | het beleid moet rechtsstatelijk juist zijn: rechtsgelijkheid en rechtszekerheid.
  2. Economische rationaliteit | het beleid moet effectief omgaan met schaarse middelen
  3. Technisch-wetenschappelijke rationaliteit | het beleid moet effectief zijn - het moet een doel treffen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie zeggen er iets mbt het openbaar bestuur?

A

Rosenbloom en Kravchuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de 3 rivaliserende beandering tav openbaar bestuur (Rosenbloom en Kravchuk)

A
  1. openbaar bestuur als management | effectiviteit en efficiëntie binnen het bestuur
  2. openbaar bestuur als politiek | politieke logica als representativiteit en verantwoording
  3. openbaar bestuur als rechtsvorming- en toepassing | openbaar bestuur wordt beschouwd als een proces van het toepassen en handhaven van het recht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar zijn de 3 rivaliserende benaderingen tav openbaar bestuur nodig voor?

A

Deze 3 vormen zijn noodzakelijk om een volledig begrip van het openbaar bestuur te krijgen, ondanks ze redelijk rivaliserend kunnen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie zegt er iets over de uitvoering?

A

Kagan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar bestaat een aanzienlijke kloof tussen volgens Kagan?

A
  • law on the books | de wetgeving zoals vastgelegd op papier, en;
  • law in action | de wijze waarop deze in de praktijk worden toegepast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe worden keuzes gemaakt in situaties van schaarste volgens Kagan

A

organisaties moeten keuzes maken in situaties van schaarste -> dergelijke keuzes worden niet als individu gemaakt, maar in een cultuur van regeltoepassing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn 4 verschillende modaliteiten/subculturen van regeltoepassing, Kagan?

A
  1. Judiciële modaliteit: besluitvormers identificeren toepasselijke regels
  2. Legalisme: naleving van geschreven regels wordt een doel op zich
  3. Ongeautoriseerde discretie: besluitvormers negeren regels.
  4. Retreatism: besluitvormers manipuleren regels voor persoonlijk gewin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verplichte literatuur: ‘W. Wieringa (2023). De rolinvulling van overheidsjuristen: een empirische studie naar de manier waarop overheidsjuristen hun professionele rol invullen.’ Wieringa onderscheidt 4 ideaaltypische rolinvullingen bij overheidsjuristen. Welke zijn dit?

A
  1. bijdragen aan bredere opgave
  2. beïnvloeden van beleids- en besluitvorming
  3. laveren tussen rechter en bestuur
  4. maximeren van de juridische kwaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verplichte literatuur: ‘W. Wieringa (2023). De rolinvulling van overheidsjuristen: een empirische studie naar de manier waarop overheidsjuristen hun professionele rol invullen.’ 3 benaderingen om de invulling van de rol van overheidsjuristen te beschrijven.

A
  1. Professionele identiteitsbenadering van overheidsjuristen
  2. Rechtstoepassingsbenadering
  3. Belangenbenadering
  • zowel 1 als 2 zijn niet geschikt om de rolinvulling te beschrijven; ze bieden geen diepgaand ethisch debat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verplichte literatuur: ‘W. Wieringa (2023). De rolinvulling van overheidsjuristen: een empirische studie naar de manier waarop overheidsjuristen hun professionele rol invullen.’ wat zijn 3 dynamische verbindingen tussen de kernbegrippen?

A
  1. relatie tussen gedefinieerde werksituatie en professioneel handelen.
  2. relatie tussen gedefinieerde werksituatie en gekozen beroepsopvatting.
  3. relatie tussen gekozen beroepsopvatting en professioneel handelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verplichte literatuur: ‘W. Wieringa (2023). De rolinvulling van overheidsjuristen: een empirische studie naar de manier waarop overheidsjuristen hun professionele rol invullen.’ het proces van rechtsvinding door overheidsjuristen kent 3 fasen welke zijn dit?
En wat hoort bij rechtsvinding?

A

rechtsvinding fasen:
1. Vaststellen van feiten binnen een bepaald geschil
2. Identificeren van juridisch kader
3. Toetsen van de feiten aan relevante normen
= zoekend proces

Bij rechtsvinding hoort ambtelijk handelen

17
Q

Verplichte literatuur: ‘A Mein (2021). Gemeentelijke juridische professionals in verandering. Recht der Werkelijkheid’ Wat wordt hier in gezegd?

A

Juridische professionals in gemeentelijke praktijken werden voorheen gezien als ‘juridische poortwachters’ -> van hen wordt een responsieve houding verwacht.

Knelpunt: responsiviteit brengt het risico op rolvervaging en onduidelijkheid met zich mee -> dit kan spanning veroorzaken tussen juridische professionals, beleidsmakers en bestuurders.