Week 13 | De balans: verleden, heden en toekomst van de rechtsstaat Flashcards
De digitale rechtsstaat - 3 vormen waarin ambtenaren betrokken zijn bij beslissingen en de rol die technologie speelt. Welke 3 zijn dit + definitie
- Street-level bureaucratie | traditioneel en mensgericht. Technologie dient enkel ter ondersteuning.
- Screen-level bureaucratie | beslissingen worden vaker genomen o.b.v. systemen en digitale formulieren technologie wordt dus dominanter.
- System-level bureaucratie | technologie is beslissend, soms zelfs zonder menselijke tussenkomst worden er beslissingen genomen.
-> Toenemende verschuiving naar de system-level bureaucratie.
Wat houdt de ‘global rechtsstaat’ in?
- Verschuiving van een puur nationale rechtsstaat naar een meer Europese en globale rechtsstaat.
o Nationale systemen raken meer vervlochten met internationale en supranationale rechtsordes. - Groeiende invloed van private actoren op de rechtsorde = privatisering van het recht.
o Enerzijds: kansen voor innovatie en efficiëntie.
o Anderzijds: risico dat waarborgen voor publieke belangen en rechten worden ondermijnd.
Wie zegt er iets over de Globalization trilemma?
Rodrik
Wat houdt het Globalization trilemma in?
Globalization trilemma: dit trilemma beschrijft de onmogelijkheid om tegelijkertijd 3 doelen te bereiken:
1. Hyperglobalisatie
2. Nationale soevereiniteit
3. Democratie
Rodrik stelt: landen kunnen slechts aan 2 van de 3 doelen voldoen en deze realiseren
-> Dit creëert een spanningsveld. Het spanningsveld zit vooral tussen de hyperglobalisatie en nationale soevereiniteit.
Wat houdt de ‘governance’ rechtsstaat in?
- Verschuiving van een traditionele bureaucratische structuur naar een meer complexere en gedecentraliseerde vorm van bestuur.
- ‘New public governance’: hierin staat netwerksturing centraal
o Dit model houdt ook rekening met ‘wicked problems’: of wel, complexe maatschappelijke vraagstukken die niet door één actor of overheid kunnen worden opgelost.
o Bijv. klimaatverandering. - ‘Multi-level governance’ speelt hierbij een grote rol; beleidsvorming en uitvoering vinden plaats op verschillende bestuurlijke niveaus (bijv. nationaal/regionaal)
-> Spanningsveld: wie is dan verantwoordelijk?
-> Mogelijk in strijd met rechtszekerheid -> raakt ook weer aan de rechtsstaat.
Verplichte literatuur: ‘M.L.M. Hertogh, L.T. Schudde & B.H. Winter (2013). Geen woorden maar daden: De invloed van legitimiteit en vertrouwen op het nalevingsgedrag van verkeersovertreders.’ Wat houdt dit in?
- Automobilisten volgen de verkeersregels door legitimiteit.
- Maar; dragen verkeersboetes werkelijk bij aan verkeersveiligheid, zoals het kabinet beweert, of is het een makkelijke manier om de staatskas te spekken?
- Legitimiteit: burgers voelen een morele verplichting om de wet na te leven.
o dit heeft dus een significant effect op normnaleving.
o Legitimiteit beïnvloedt dus het nalevingsgedrag.
-> Wanneer de overheid legitimiteit op een goede manier benut, kan er meer wantrouwen worden gewekt bij burgers dat heeft een positief effect op het nalevingsgedrag van verkeersovertreders.
Verplichte literatuur: ‘A. Wiener (2007). The dual quality of norms and governance beyond the state: Sociological and normative approaches to ‘Interaction’.’ Wat houdt dit in?
- Normen in de politiek:
1. Normen als feiten
2. Normen als betwiste feiten
3. De logica van betwisting
-> Normen zijn niet alleen stabiel, maar ook flexibel en veranderlijk afhankelijk van de omstandigheden