Week 4 | De sociaalwetenschappelijke hoofdkleur van de rechtsstaat Flashcards

1
Q

Wat is de rechtsstaat in sociaal wetenschappelijk perspectief?

A

Normatieve institutionele orde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de normatieve institutionele orde?

A

Een uitdrukking van sociale conventies of een patroon in het collectieve gedrag in een samenleving
- die patronen kunnen worden geformaliseerd door ze vast te leggen in regels of normen (codificerend recht)
- sociologisch perspectief: de rechtsstaat bestaat dus niet enkel uit geformaliseerde regels en normen, maar ook uit een maatschappelijke institutionele orde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe krijgt de normatieve institutionele orde vorm in de samenleving?

A

de rechtsstaat moet de normatieve institutionele orde in de samenleving zijn en op die manier een patroon vormen waarnaar het maatschappelijk verkeer verloopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe vat MacCormik de sociologische hoofdkleur van de rechtsstaat samen?

A
  • de rechtsstaat moet niet alleen op papier bestaan, maar ook in sociale conventies
  • hoe een samenleving in het maatschappelijk verkeer ‘behoort’ te verlopen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie is Émile Durkheim?

A

grondlegger van de sociologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Om welke 3 dingen staat Émile Durkheim bekend?

A
  • Verklaringssociologie: het verklaren van maatschappelijke processen a.d.h.v. objectieve factoren.
  • zelfmoord: 3 soorten: egoïstische, altruïstische en anomische suïcide
  • organische solidariteit: patroon van solidariteit is door de jaren heen veranderd. Van hechte binding in kleine gemeenschappen naar een systeem van arbeidsdeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar staat Max Weber bekend om?

A

interpretatieve traditie: observeren en vervolgens de betekenis van het gedrag duiden.
- dus niet enkel adhv objectieve factoren (zoals Durkheim doet = tegenstelling)
- maken van kruisteken voor het eten -> niet alleen objectief maar ook religieuze betekenis
–> dit noemt weber ideaaltypen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn voorbeelden van instituties?

A

politie, belastingdienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Door welke 2 dingen wordt institutioneel gedrag gekenmerkt?

A
  1. Logic of appropriateness: acties worden gedreven door wat als gepast wordt beschouwd in bepaalde situaties.
  2. Logic of consequences: richt zich op verwachtingen rondom gedrag (bv. anderen helpen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Scott (2014) geeft aan dat instituties op 3 manieren invloed uitoefenen op gedrag. Welke 3 manieren zijn dit?

A
  1. Regulatief: gericht op beslissingen
  2. Normatief: gebaseerd op een geschreven of ongeschreven gedragsregel
  3. Cognitief: gebaseerd op intelligentie, concentratie, taal etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe ontstaat een normatieve institutionele orde?

A

wisselwerking tussen individuen, groepen en de samenleving in het geheel: in deze wisselwerking bestaat een patroon over wat hoort en wat dus de institutionele orde is
- individuen verwachten op een gelijkwaardige en voorspelbare manier behandeld te worden door de overheid en instituties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke (kern)waarden zien we terug in ons gedrag indien de rechtsstaat als normatieve institutionele orde fungeert/wat is dan het patroon van ons handelen?

A
  • algemeenheid: regels gelden voor iedereen op dezelfde manier
  • gelijkheid: regels worden op gelijke wijze toegepast
  • autonomie: toepassing van de regel is onafhankelijk van de persoon

De rechtsstaat is de normatieve institutionele orde in moderne samenlevingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn 3 verklaringen van andere theorieën hoe de rechtsstaat ‘werkt’ als normatieve institutionele orde?

A
  • macroverklaringen
  • mesoverklaringen
  • microverklaringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt de macroverklaring in?

A

de rechtsstaat als normatieve institutionele orde op hoog abstractieniveau
- kijkend naar de samenleving als geheel
- kijkend naar groepen binnen de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar staat Giddens in de macroverklaring bekend om?

A

Structuratietheorie - duality of structures
- de rechtsstaat als normatieve institutionele orde komt terug in het handelen van rationele individuen (knowledgable agents)
- duale structuur: rationele individuen construeren met hun gedrag de rechtsstaat als NIO, die vervolgens als replicateur het gedrag structureert, welk gedrag vervolgens weer de rechtsstaat als NIO bijstuurt/bevestigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar staat Luhmann in de macroverklaring bekend om?

A

systeembenadering
- de rechtsstaat bestaat als NIO door de communicatie tussen het recht als systeem en de maatschappij als systeem
- de rechtsstaat als NIO is een sociaal systeem dat dmv communicatie tussen systemen wordt gecreëerd

17
Q

Waar staat Etzioni in de macroverklaring bekend om?

A

individu als vertrekpunt; individueel gedrag staat niet los van de gemeenschap
I & We paradigma: gedrag van individu wordt deels gestuurd door hetgeen rationeel is, en deels gestuurd van wat de gemeenschap van ons vraagt (NIO)

18
Q

Hoe komt de NIO tot stand volgens Etzioni?

A

door waardencommunicatie / waardenoverdracht. de waardengemeenschap stuurt dus ook deels het individu.
- waarden worden geuit in gedrag van individuen + in collectieve structuren van de gemeenschap

19
Q

Wat zijn de 4 soorten culturen hoe bepaalde mensen kijken naar de overheid?

A
  1. Fatalisten: zij geloven dat zij weinig controle hebben over hun situatie en berusten zich in wat het lot hun toebedeeld
  2. Hierarchisten: zij zien een samenleving met goed gedefinieerde rollen. Ze hechten waarde aan een duidelijk systeem van regels
  3. Individualisten: zij beschouwen hun keuzes als onbelemmerd door de samenleving en zij hebben weinig hechte banden met anderen
  4. Egalitaristen: zij ervaren een hoge groepsbinding
20
Q

Wat volgt uit de verplichte literatuur van het artikel ‘Tamanaha (2011), The primacy of society and the failures of law and development of International Law Journal’

A

Centrale boodschap van Tamanaha: het simpelweg overbrengen van Westerse juridische modellen naar ontwikkelingslanden is gedoemd te mislukken

21
Q

Wat volgt uit de verplichte literatuur van het artikel ‘D.L. Chen & A. Philippe (2023). Clash of norms judicial lenlency on defendant birth Journal of Economic Behavior & Organization’

A

Conclusie: rechters neigen op de verjaardagen van verdachten naar een mildere strafoplegging, zoals kortere straffen