Week 5: HC Eating disorders - Parritz H13 Flashcards

1
Q

Vul in (Parritz). De fysieke ontwikkeling die begint in de kindertijd en adolescentie heeft invloed op de …(1) ontwikkeling en …(2), waarbij de …(3) de grootste veranderingen met zich meebrengt.

A

1: psychologische
2: functioneren
3: puberteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie Body image (zelfbeeld; Parritz)

A

Dit heeft te maken met de individuele perceptie van het eigen uiterlijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Definitie Body satisfaction (lichaamstevredenheid; Parritz)

A

Mate waarin individuen hun fysieke uiterlijk accepteren en er tevreden mee zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de grootste voorspeller van lichaamstevredenheid? (Parritz)

A

Gewicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vul in (Parritz). Kinderen die zichzelf als ‘laat in de ontwikkeling’ in de pubertijd zien, hebben risico op…

A

ontwikkelen van lichaamsontevredenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar zitten de grootste verschillen in de wereld als je kijkt naar het ideale zelfbeeld?

A

Eerst was dit Westerse en niet-Westerse bevolking, maar nu tussen hoge en lage SES.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar leidt blootstelling aan media tot als je kijkt naar diëten, zelfbeeld en lichaamstevredenheid? (Parritz)

A

Blootstelling aan media leidt tot het normaliseren van diëten en dun zijn en moedigt jonge mensen aan om zichzelf herhaaldelijk te evalueren en te beoordelen wat leidt tot extreme diëten, overmatig bewegen en andere ongezonde gedragingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat leidt uiteindelijk tot een eetstoornis? (Parritz)

A

Het internaliseren van idealen kan een oorzaak zijn voor het ontwikkelen van een eetstoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke vier typen eetstoornis heb je? (Parritz)

A

1: Anorexia nervosa
2: Bulimia nervosa
3: Binge eating disorder
4: Avoidant/restrictive food intake disorder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt anorexia nervosa in? (Parritz)

A

Dit kan opgedeeld worden in restrictief of binge eating. Anorexia wordt gekenmerkt als restrictieve voedselinname en significant laag gewicht, angst om aan te komen en verstoord lichaamsbeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de drie punten in de DSM-5 van anorexia nervosa? (Parritz)

A

1: Restriction of energy intake, relative to requirements, leading to significantly low body weight in the context of age, sex, developmental trajectory, and physical health.
2: Intense fear of gaining weight or becoming fat, or persistent behavior interfering with weight gain, despite significantly low weight.
3: Disturbance in the way in which body weight or shape is experienced, undue influence of body weight or shape on self-evaluation, or persistent lack of recognition of the seriousness of the current low body weight.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt bulimia nervosa in? (Parritz)

A

Herhaaldelijk krijgen van eetbuien, waarbij geen controle over de eetbuien wordt ervaren, een slechte zelfevaluatie en lichaamsbeeld en aanwezigheid van compensatie gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de 5 punten in de DSM-5 van bulimia nervosa? (Parritz)

A

1: Recurrent episodes of binge eating. An episode of binge eating is characterized by both of the following:
- Eating, in a discrete period of time, an amount of food that is definitely larger than what most invidiuals would eat in a similar period of time under similar circumstances
- A sense of lack of control over eating during the episode
2: Recurrent inappropriate compensatory behaviors in order to prevent weight gain, such as self-induced vomiting; misuse of laxatives; fasting; or excessive extercise.
3: The binge eating and inappropriate compensatory behaviors both occur, on average, at least once a weak for three months.
4: Self-evaluation is unduly influenced by body shape and weight.
5: The disturbance does not occur exclusively during episodes of anorexia.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt een avoidant/restrictive food intake disorder in? (Parritz)

A

Vermijden van voedsel of overmatig zorgen maken over de gevolgen van eten, zoals misselijkheid, buikpijn of overgeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de 4 punten in de DSM-5 van avoidant/restrictive food intake disorder? (Parritz)

A

1: An eating or feeding disturbance (e.g. lack of interest in eating or in food; avoidance based on the sensory characteristics of food; concern about aversive consequences of eating) as manifested by persistent failure to meet appropriate nutritional needs associated with one (or more) of the following:
- Significant weight loss (or failure to achieve expected weight gain for full-term growth in children)
- Significant nutritional deficiency.
- Dependence on enteral (tube) feeding or oral nutritional supplements.
- Marked interference with psychosocial functioning
2: Disturbance is not better explained by lack of available food or by an associated culturally sanction practice.
3: The eating disturbance does not occur exclusively during the course of anorexia nervosa or bulimia nervosa, and no evidence of disturbance in the way in which body weight or shape is experienced.
4: The eating disturbance is not attributable to a concurrent medical condition or better explained by another mental disorder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Definitie Binge eating (Parritz)

A

Herhaaldelijk krijgen van eetbuien zonder compensatiegedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Definitie Problematic eating behaviors (Parritz)

A

Nauwelijks eten of het beperken van bepaald voedsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Definitie Distorted body perceptions (Parritz)

A

Verstoord lichaamsbeeld of ontkennen van het gewichtsverlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Definitie Compensatory behaviors (Parritz)

A

Overmatig bewegen, overgeven en/of gebruik maken van laxeermiddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de gemiddelde duur van bulimia en van anorexia? (Parritz)

A

Bulimia 3 maanden, anorexia 11 maanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een voorspeller voor het ontwikkelen van een eetstoornis op latere leeftijd? (Parritz)

A

Problematisch eetgedrag in kinderen of adolescenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn risicofactoren die kunnen leiden tot een eetstoornis? (Parritz)

A

Lichaamsontevredenheid, het voelen van druk om dun te zijn, het internaliseren van het dunne ideaalbeeld en negatieve affectiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Vul in (Parritz). Jonge adolescenten krijgen vaker …(1) en oudere adolescenten krijgen vaker …(2).

A

1: anorexia
2: boulimia

24
Q

Wat zijn psychologische gevolgen van eetstoornissen? (Parritz)

A

Deze hebben betrekking op verslechteringen van het zelfbeeld, gezondheid en sociaal functioneren en ook ontwikkelen van andere psychopathologieën.

25
Q

Vul in (Parritz). De meest voorkomende verklaringen van eetstoornissen zijn gerelateerd aan …(1) factoren en …(2) factoren.

A

1: familie
2: socio-culturele

26
Q

Op welke manier heeft de familie invloed op eetstoornissen? (Parritz)

A

Wanneer familie overbetrokken en te beschermend is voor een kind kan het kind geen autonomie, onafhankelijkheid en zelfconcept ontwikkelen. Wanneer het kind geen goed gedefineerd idee heeft van de zelf en geen vermogen heeft om de eigen noden te identificeren, kunnen de kinderen controle zoeken op een andere manier bijvoorbeeld in het eten.

27
Q

Op welke manier hebben socio-culturele factoren invloed op eetstoornissen? (Parritz)

A

Beginnen met dichtbij zijnde presentaties van beelden van actrices, fotomodellen en beroemdheden met onmogelijk dunne lichamen en vormen. Het internaliseren van dit dunne ideaal samen met de druk om dun te zijn, kan leiden tot lichaamsontevredenheid, negatieve emoties, problematisch dieetgedrag en eetstoornissen.

28
Q

Welke rol spelen genen en erfelijkheid in het ontstaan van eetstoornissen? (Parritz)

A

Uit onderzoek blijkt dat eetstoornissen een erfelijke oorsprong kan hebben. Dit komt overeen met onderzoek naar de genetische factoren die onderliggend zijn aan eetstoornissen, depressie en angst. Ook blijkt dat niet-gedeelde omgevingen veel belangrijker zijn dan gedeelde omgevingen.

29
Q

Wat is de invloed van fysiologische factoren op het ontstaan van eetstoornissen? (Parritz)

A

Er is abnormale activiteit aanwezig in verschillende hersengebieden, waaronder de prefrontale en temporale kwabben. Individuen met eetstoornis ervaren disregulatie van beloningssystemen en deze verandering leidt tot blijvende kwelling en verslechtering van het hele hersen-lichaam systeem. Hormonale veranderingen en fysiologische maturatie speelt ook een rol bij het ontstaan van eetstoornissen.

30
Q

Wat zijn risicovolle persoonlijkheidseigenschappen? (Parritz)

A

Temperament, negatieve emotionaliteit en emotie disregulatie, impulsiviteit, stress reacties en gevaar vermijden en gevoeligheid voor beloning en straffen.

31
Q

Wat is een centraal concept in zowel de etiologie als de persistentie van eetstoornissen? (Parritz)

A

Perfectionisme.

32
Q

Vul in (Parritz). Individuen met anorexia hebben minder gevoel van …(1), verhoogde …(2) en atypische …(3) ontwikkeling.

A

1: agentschap
2: zelfreflectiviteit
3: emotionele

33
Q

Wat zijn karakteristieken van het lichaam en attitudes die ook een rol spelen in het ontstaan van eetstoornissen? (Parritz)

A

Lichaamsontevredenheid, BMI, diëten, negatieve emoties en perceptionele druk dat men dun moet zijn.

34
Q

Wat is de invloed van ouder en familiefactoren op het ontstaan van eetstoornissen? (Parritz)

A

Een risicofactor in de familie is het disfunctioneren van de familie, zoals communicatieproblemen, meer psychopathologie en financiële problemen. Ook opmerkingen vanuit moeder over gewicht, aanmoedigen van diëten, plagen.

35
Q

Welke omgevingsfactoren hebben een invloed op het ontstaan van eetstoornissen? (Parritz)

A

Negatieve levensgebeurtenissen verhogen risico op eetstoornis en kunnen ontstaan hiervan aanwakkeren. Invloed van media is ook belangrijke risicofactor, aangezien dit een rol speelt in verhogen van lichaamsontevredenheid en internalisatie van dunne ideaalbeeld. Ook cultuur speelt een rol, moet nog verder onderzocht worden.

36
Q

Waarom is beoordeling van de stoornis lastig? (Parritz)

A

De meeste adolescenten ontkennen hun problemen of vermijden contact met gezondheidsprofessionals.

37
Q

Wat wordt er gebruikt voor screening en stellen van diagnose, en waar moeten deze instrumenten rekening mee houden? (Parritz)

A

Gestructureerde interviews en zelfrapportages. Rekening houden met etniciteit, leeftijd en geslacht.

38
Q

Waar zijn preventiestrategieën op gericht? (Parritz)

A

Veranderbare risicofactoren, zoals lichaamsontevredenheid, negatieve emoties, internalisatie van het dunne ideaalbeeld en versterken beschermende factoren, zoals zelfvertrouwen en sociale steun.

39
Q

Waar kunnen schoolprogramma’s zich op focussen? (Parritz)

A

Gezond eten, zelfvertrouwen en perfectionisme en kritisch analyseren van de media.

40
Q

Op welke leeftijd blijkt preventie het meest effectief bij eetstoornis? (Parritz)

A

14 jaar

41
Q

Wat is het doel van hospitalisatie? (hospitalization; Parritz)

A

Stabiliseren van medische condities.

42
Q

Waar is de zorg buiten het ziekenhuis (dus niet gehospitaliseerd) mee geassocieerd? (Parritz)

A

Hogere cliënt en ouder tevredenheid en lagere kosten.

43
Q

Wat is het Maudsley model van familietherapie? (Parritz)

A

Dit is een effectieve vorm van familietherapie waarbij de ouders leren hoe ze controle en structuur aan moeten brengen en waarbij adolescenten leren om meer verantwoordelijkheid en controle te krijgen over het eten.

44
Q

Zijn individuele of familietherapieën effectiever? (Parritz)

A

Familiebehandelingen zijn meer effectief voor volledig herstel.

45
Q

Wat is een individuele behandeling die veel wordt toegepast? (Parritz)

A

Cognitieve gedragstherapie, waarbij verstoorde gedachten en patronen worden hersteld.

46
Q

Er bestaat een gespecialiseerde CGT voor eetstoornissen. Wat houdt deze in? (Parritz)

A

Hier worden factoren die een eetstoornis in stand houden geïdentificeerd en wordt er geprobeerd deze te veranderen.

47
Q

Welke soort behandelingen blijken niet effectief te zijn bij eetstoornissen? (Parritz)

A

Psychodynamische behandelingen.

48
Q

Definitie Restricting type volgens de DSM-5 (HC)

A

No recurrent episodes of binge eating or purging behavior within the last three months; weight loss is accomplished through dieting, fasting and/or excessive extercise.

49
Q

Definitie Binge eating/purging type volgens de DSM-5 (HC)

A

Recurrent episodes of binge eating or purging behavior within the last three months (ex. self-induced vomiting or the misuse of laxatives, diuretics, or enemas).

50
Q

Definitie Body representation (HC)

A

Abstract collection of all body-related information

51
Q

Welke drie aspecten vallen onder body representation in neuropsychology? (HC)

A

1: Bodily cognitions - emotionals, attitudes, semantics (that you know your hand is attached to your wrist)
2: Bodily perception - visual, tactile perception (what you feel)
3: Bodily action - (planning/execution of motor action

52
Q

Definitie Visual perception en hoe kijkt iemand met anorexia hier tegenaan? (HC)

A

How you visually perceive your body. Een persoon met anorexia kan zien dat ze dun is op een foto. Maar dit persoon heeft geen feelings bij de foto (je voelt je bv niet dik als je naar een foto van jezelf kijkt).

53
Q

Definitie Tactile perception en hoe kijkt iemand met anorexia hier tegenaan? (HC)

A

How you perceive the world or yourself with your skin. Anorexia patiënten kunnen zichzelf dik voelen, bv als je hebt gegeten kun je een vol gevoel in je buik hebben.

54
Q

Definitie Motor planning and execution en hoe kijkt iemand met anorexia hier tegenaan? (HC)

A

Move around in the world. Iemand met anorexia schat zichzelf dikker in dan ze daadwerkelijk is.

55
Q

Wat waren de resultaten van het onderzoek naar Tactile size perception? (HC)

A

• Healthy controls without an eating disorder underestimates the touch they feel to their skin (normal)
• Anorexia patiënten voelen de naalden dikker op hun arm drukken alsof hun huid uitgerekt is, waardoor ze zich dus dikker voelen. They overestimate the touch to their skin.
- Anorexia patients feel bigger than they are

56
Q

Wat houdt psychomotorische training in? (HC)

A

Door beweging en lichaamsbeleving leer je anders om te gaan met klachten. Therapeut richt zich vooral op de klachten die je lichaam aangeeft: lichamelijke spanningen, lichaamstaal, lichaamshouding, manier van bewegen, ademhaling en lichaamsbeleving.

57
Q

Welke behandeling is het meest voorkomend bij anorexia en waar focust deze behandeling zich op? (HC)

A

CGT. Talking about emotions, reroutes unhealthy habits, helps achieve healthy weight, improves your relationships, normalizes eating problems