Week 2 HC3 Het Epileptische Netwerk Flashcards
Klinisch belang synaptische transmissie
- meeste hersenziekten uiten zich als een stoornis in de (chemische) synaptische transmissie
- meeste centraal werkende geneesmiddelen werken in op het niveau van de synaps
Wat zie je op een EEG tijdens een tonische en clonische fase van een insult?-
- tonische fase: langdurige depolarisatie plus snel vuren
- clonische fase: ritmische ‘burst’ met actiepotentialen
- heel veel cellen vuren synchroon
Hoe kunnen cellen synchroon vuren?
- doordat ze verbonden zijn via synapsen
2 soorten synapsen
- elektrische
- chemische
Elektrische synapsen
Gap junction kanalen
- deze kanalen van 2 cellen liggen tegen elkaar aan waardoor er een continue verbinding is tussen de cellen
- zodra er een potentiaalverschil is tussen beide neuronen gaat er een stroompje loten waardoor potentiaalverschil kleiner wordt -> bij actiepotentiaal in ene cel zal er hierdoor in andere cel ook actiepotentiaal ontstaan
Gap junction kanaal
- 6 subunits (= connexines) vormen 1 connexon (halve kanaal) -> 2 connexons is 1 gap junction kanaal
- connexons weinig selectief (ook ATP, cAMP, etc gaan erdoor)
- transmissie bi-directioneel (in beide richtingen)
- korte delay (er is werking bij potentiaalverschil, dus hoeft niet veel voorstappen te gebeuren)
- geen drempel (kleinste verschil leidt al tot stroompje)
- geblokkeerd door o.a. halotheen (inhalatieanestheticum)
- niet uitputbare synaps
Waar kunnen chemische synapsen gevormd worden?
- op de soma: axosomatische synaps
- op het dendriet: axodendritische synaps
- op de zenuweindiging: axon-axonale synaps
Werking chemische synapsen
1 ms
- actiepotentiaal bereikt zenuweindiging
- calciumkanalen worden geopend
- de verhoging van calciumconcentratie leidt tot fusie van vesicles met pre-synaptische plasmamembraan
- neurotransmitter komt vrij in synapsspleet (exocytose)
- bindt aan post-synaptische receptoren
- post-synaptische receptoren worden geactiveerd (ionkanalen openen)
1 ms - 1 sec
- postsynaptische receptoren raken neurotransmitter kwijt
- neurotransmitter wordt heropgenomen mbv carriers
- calcium wordt weer naar buiten gepompt
1 sec - 1 min
- membraan wordt heropgenomen (endocytose)
- vesicles worden gevuld met neutrotransmitter mbv carriers
1 min - 100 jaar
- veranderingen in sterkte (wordt sterker bij meer gebruik) die ten grondslag liggen aan leren, geheugen
Carriers
- transporters bevinden zich voor een belangrijk gedeelte in de glia
- verbruiken geen ATP maar gebruiken concentratiegradiënt van Na+ hiermee nemen ze ook GABA en dopamine (neurotransmitters) mee
- onder pathologische omstandigheden kunnen de transporters in omgekeerde richting werken -> ophoping extracellulair glutamaat versterkt zichzelf
Definitie neurotransmitter
- Moet aanwezig zijn in het presynaptische neuron
- Moet afgegeven worden na presynaptische depolarisatie
- Specifieke receptoren voor de neurotransmitter moeten aanwezig zijn op de postsynaptische cel
Neurotransmitters indeling
Klassieke:
- acetylcholine
- aminozuren: glutamaat, asparaat, GABA, glycine, D-serine
- biogene aminen: adrenaline, noradrenaline, dopamine, serotonine, histamine -> catecholamines
- gassen
Niet-klassiek:
- o.a. neuropeptiden: endorfine, substance P, > 100 anderen
Acetylcholine
- ACh in neuromusculaire overgang via nicotine receptoren (kationkanalen)
- acetylcholine kan niet makkelijk opgenomen omdat de (synaptische) spleet zo groot is -> acetylcholinesterase breekt het af in acetaat en choline -> voor choline is er een transporter -> wordt heropgenomen
- remmers van acetylcholinesterase worden gebruikt bij myasthenia gravis
- ACh werkt ook via (G-eiwit gekoppelde) muscarine receptoren
Nicotine receptor
- 5 subunits
- kationkanaal, even goed doorgankelijk voor K+ als Na+
Glutamaat
- belangrijkste excitatoire neurotransmitter (> helft van alle synapsen)
- wordt gemaakt uit glutamine door glutaminase
- wordt heropgenomen door de glia -> wordt glutamine gemaakt (omdat glutamaat toxisch is)
- zowel ligand-gestuurde kationkanalen als G-eiwit gekoppelde receptoren
GABA
- belangrijkste remmende neurotransmitter
- meeste interneuren zijn GABA-erg
- verstoring van de balans tussen excitatie en inhibitie leidt tot epilepsie
- zowel ligand-gestuurde (GABA-A) als G-eiwit gekoppelde (GABA-B) receptoren
- GABA-A receptor is chloridekanaal -> target voor benzodiazepines, alcohol, barbituraten, anaesthetica