Week 12 colleges Flashcards
Welke symptomen zie je bij een longontsteking veroorzaakt door s. pneumoniae? Hoe veel % van de longontstekingen wordt hierdoor veroorzaakt?
- 40%
- Acuut, thoracale pijn, bloederig sputum, koude rillingen
Welke symptomen zie je bij een longontsteking veroorzaakt door mycoplasma? Hoe veel % van de longontstekingen wordt hierdoor veroorzaakt?
- 8%
- Griepachtig beeld, hoofdpijn, spierpijn, niet zo ziek, jonge mensen zonder co-morbiditeit
Welke symptomen zie je bij een longontsteking veroorzaakt door h. influenzae ? Hoe veel % van de longontstekingen wordt hierdoor veroorzaakt?
- 10%
- Milder beloop, groenig sputum, minder hoge koorts, COPD of andere co-morbiditeit
Welke symptomen zie je bij een longontsteking veroorzaakt door legionella? Hoe veel % van de longontstekingen wordt hierdoor veroorzaakt?
- 5%
- Idem aan pneumokok, oude hotels in warme landen, sauna’s, zwembaden
Welke symptomen zie je bij een longontsteking veroorzaakt door s. aureus? Hoe veel % van de longontstekingen wordt hierdoor veroorzaakt?
- 5%
- Idem aan pneumokok, vaak gaat griep (influenza) vooraf
Welke symptomen zie je bij een longontsteking veroorzaakt door chlamydia? Hoe veel % van de longontstekingen wordt hierdoor veroorzaakt?
- 1%
- Idem aan mycoplasma
Welke kenmerken bij auscultatie/percussie passen bij een pneumonie?
- Crepitaties
- Verscherpt ademgeruis (bij ernstige pneumonie)
- Gedempte percussie
Welke 2 verwekkers van pneumonie kun je een urine sneltest uitvoeren?
Legionella en pneumokok
Waar staat de CURB-65 score voor?
- C = confusion
- U = ureum > 7
- R = Respiratory rate = ademhaling > 28/min
- B = Blood pressure : systol < 90 of diastol RR < 60
- 65 = 65 jaar of ouder
Wat betekent de uitslag van de CURB-65 score?
- 0 of 1 punt = thuis behandelen
- 2 punten = korte opname
- 3 of meer = opname / ICU
Met welk antibioticum behandel je een pneumokokken pneumonie?
penicilline
Met welk antibioticum behandel je een h. influenzae/pneumokokken pneumonie?
Cefuroxim
Met welk antibioticum behandel je een legionella/h. influenzae pneumonie?
Ciproxin
Met welk antibioticum behandel je een legionella/mycoplasma/chlamydia/pneumokokken pneumonie?
Erythromycine
Met welk antibioticum behandel je een staphylokokken pneumonie?
Flucloxacilline/augmentin/levofloxacin
Welk antibioticum geef je bij een CURB 0-2 pneumonie?
Amoxicilline
Welke antibiotica geef je bij een CURB 3-5 pneumonie als iemand op de afdeling ligt? En op de IC?
- Afdeling: Cephalosporine (cefuroxim)
- ICU: cephalosporine + Ciproxin
Hoe snel dien je antibiotica toe te dienen bij iemand met een CAP met een CURB-65 score van 3-5?
Binnen 4 uur
Hoe lang dien je antibiotica toe te dienen bij mensen met een CAP veroorzaakt door de volgende verwekkers?
S. pneumoniae, s. aureus, m. pneumoniae, legionella
- S. pneumoniae: 5-7 dagen
- S. aureus: 14 dagen
- M. pneumoniae: 14-21 dagen
- Legionella: 7-21 dagen
Welk kenmerk aan een pleuravochtpunctie is kenmerkend voor een empyeem?
Een pH van 7,2 of minder
Wanneer ontstaan er loketten in het pleuravocht/empyeem?
Wanneer er fibrinestolsels zijn ontstaan
Wanneer dien je bij pleuravocht/empyeem fibrinolytica toe? Wat dien je toe en hoe lang?
Wanneer er loketten zijn ontstaan, je dient 3 dagen lang alteplase/dornase toe
Wanneer doe je bij pleuravocht/empyeem chirurgie?
Wanneer er geen verbetering is na toediening van fibrinolytica
Hoe lang behandel je empyeem met antibiotica?
4-6 weken
Noem twee verschillen tussen een typische en een atypische verwekker van pneumonie
Typisch: gevoelig voor bèta-lactam AB, aantoonbaar met klassieke diagnostiek
Atypisch: ongevoelig voor bèta-lactam AB, niet aantoonbaar met typische diagnostiek (gramkleuring/kweek)
Noem een aantal redenen waarom mensen met HIV hun medicatie niet innemen
- Stigma, schaamte
- Geen ziekte-inzicht
- Bijwerkingen
- Grote tabletten
- Geen vertrouwen in gezondheidszorg
- Geen toegang tot gezondheidszorg
- Financiële barrières
Noem 4 typische verwekkers van een CAP
- Streptococcus pneumoniae
- Haemophilius influenzae
- Staphylococcus aureus
- Moraxella catarrhalis
Noem 3 atypische bacteriële verwekkers van CAP
- Mycoplasma pneumoniae
- Chlamydophila pneumoniae
- Legionella pmeumophilia
Noem 3 kernmerken in de kliniek van een CAP van een typische verwekker
- Acuut koortsend ziektebeeld
- Vaak productieve hoest en purulent sputum
- Lobair infiltraat op X-thorax
Noem 3 kernmerken in de kliniek van een CAP van een atypische verwekker
- Acuut/semi-acuut/chronisch koortsend ziektebeeld; ‘grieperig’
- Niet-productieve hoest (zelden purulent sputum)
- Diffuse infiltratieve afwijkingen op X-thorax
Welke 5 opties zijn er die als aanvullend onderzoek worden ingezet bij een pneumonie?
- Labonderzoek
- X-thorax
- CT thorax
- Sputumkweek
- BAL
Hoe veel % heeft op 4-jarige leeftijd al eens een pneumocystis jiroveci pneumonie meegemaakt?
75%
Met welke 2 glycoproteïnen plakt pneumocystic jiroveci aan de alveoluswand?
- Fibronectine
- Vitronectine
Wat is een van de belangrijkste complicaties van een PJP?
Pneumothorax
Wat is je eerste keus behandeling bij PJP?
Co-trimoxazol en prednison
Waarom geef je bij behandeling van PJP met co-trimoxazol ook prednison?
Co-trimoxazol zorgt voor het vrijkomen van pneumocystis uit de cystes, wat juist een sterkere immuunrespons opwekt
Vanaf hoe veel CD4+ lymfocyten heeft iemand met HIV kans op PJP?
Vanaf <200
Welke profylaxe geeft je bij >200, 100-200 en <100 CD4+ cellen bij mensen met HIV?
- > 200: geen profylaxe
- 100-200: PJP profylaxe, cotrimoxazol
- <100: toxoplasmose profylaxe, cotrimoxazol
Welke 5 vaccinaties krijgen mensen met HIV?
- Jaarlijks influenza
- Pneumokokken
- hepA en hepB
- HZV
- COVID-19
Waarom is bij immuungecompromitteerde mensen PJP een sluipmoordenaar?
Het heeft een lange aanloop en is weinig specifiek
Hoe stel je de diagnose PJP?
Middels een BAL
Wat houdt het configuratie model in?
Dat een unieke combinatie van lokale omstandigheden en gezonde balans verstoort - holistisch perspectief
Wat houdt het contaminatie model in?
Dat besmetting van mens op mens gaat en er 1 specifieke oorzaak is - monocausaal en reductionistisch
Wat houdt (pre)dispositie denken in?
Verklaring van verschillen in ‘vatbaarheid’, combineert configuratie en contaminatie
Welke 5 historische verschuivingen zijn er geweest en wanneer waren deze? Welke denkstijlen horen er bij?
- Omgeving - configuratie - oudheid tot medio 19e eeuw
- Kiemtheorie - contaminatie - vanaf 2e helft 19e eeuw
- Sociale hygiëne - predispositie - eerste helft 20e eeuw
- Epidemiologische transitie - risicofactoren/synthese - 2e helft 20e eeuw
- Global health - 21e eeuw
Wat houdt de ‘airs, waters, places’ theorie in?
Het lichaam is altijd in interactie met de omgeving, en de omgeving heeft invloed op het lichaam
Wat hield de hygiënistenbeweging in?
Zij pleitten voor preventie door middel van hygiënisch leven ipv voor evacuatie en ontduiken van een al vervuilde plaats
Noem 3 factoren die hebben bijgedragen aan het ontstaan van de kiemtheorie
- Technologische ontwikkeling; introductie verbeterde microscoop
- Institutioneel; evolutie experimentele laboratoriumwetenschap
- Wetenschappelijk: nieuwe observaties+theorieën (cellen, schimmels, etc.)
Wat is een ‘magic bullet’ en bij welke denkwijze hoort dit idee?
Dit houdt in dat je bij een ziekte een specifieke oorzaak vindt waar je op kunt aangrijpen om de ziekte te stoppen, een voorbeeld is chemotherapie
Wat deed de magic bullet theorie met de ‘airs, waters, places’ traditie?
Het duwde dat wat meer naar de achtergrond, maar de traditie verdween niet compleet