Tentamenvragen Flashcards

1
Q

In het artikel ‘What is an epidemic’ legt de historicus Charles Rosenberg de nadruk op een ‘defining component’ van epidemieën. Wat is deze defining compoment?

A

Epidemieën zijn acute, zeer zichtbare gebeurtenissen en roepen daarom vergaande politieke en maatschappelijke reacties op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke behandelingscombinatie heeft de voorkeur bij een actieve GPA met long en nierbetrokkenheid?

A

Prednison en Rituximab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke leeftijdsgroep neemt het grootste deel van kinkhoest infecties in Nederland voor zijn rekening?

A

tieners en volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mutaties in het filaggrine gen komen voor bij hoeveel % van de patiënten met constitutioneel eczeem?

A

<50% van de patiënten met constitutioneel eczeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke afwijkende parameter in het bloedbeeld verwacht u zowel bij dengue als bij malaria?

A

Trombopenie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beredeneer waarom de empirische therapie voor natieve klep subacute endocarditis bestaat uit ceftriaxon en amoxicilline

A

Meest voorkomende verwekkers vergroenende streptococcen (Viridans groep streptococcen) en Enterococcus faecalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke laboratoriumtest is het meest gevoelig voor het stellen van de diagnose GPA?

A

PR3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beschrijf welke twee factoren ertoe leiden dat een patiënt met diabetes mellitus een ulcus op de voet kan ontwikkelen?

A
  1. Door neuropathie wordt de druk van bv een schoen niet gevoeld en ontstaat een ulcus
  2. Door verstoring van de microcirculatie kan een ischemisch ulcus ontstaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een belangrijke eerste diagnostische stap bij een verwachte phlebitis? Welk antibioticum zet je in?

A

Bloedkweek, flucloxacilline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe is de huid bij CF?

A

Droog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij verder lichamelijk onderzoek vind je
rode farynxbogen, tonsillen met beslag en een frambozentong. Tevens zijn er gezwollen cervicale lymfklieren

Welke diagnose is het meest waarschijnlijk?

A

Roodvonk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem drie virussen die huiduitslag kunnen geven en die tijdens de zwangerschap een risico kunnen vormen voor de
ongeboren vrucht.

A

rubella virus;  parvovirus B19, enteroviruses (coxackie virus) and varicella zoster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg uit wat bedoeld wordt met een relatieve bradycardie

A

Dissociatie tussen temperatuurcurve en hartslag: een gelet op de hoogte van de koorts minder dan verwachte stijging van de hartslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer voldoet een ziekte aan de definitie ‘opkomende infectieziekte’ ?
Noem drie punten

A

Opkomende infectieziekten zijn infectieziekten die:
1) recent zijn toegenomen in incidentie of geografische verspreiding;
2) verspreid zijn naar nieuwe gastheerpopulaties of gastheersoorten (o.a. zoönosen); of
3) (recent zijn ontdekt of) zijn veroorzaakt door nieuw ge-evolueerde ziekteverwekkers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een veelvoorkomend mechanisme bij een geneesmiddelen allergie?

A

patiënt krijgt een geneesmiddel - modificatie oppervlakte eiwitten - vorming en binding antistoffen - activatie complemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar is het eczeem bij baby’s voornamelijk gelokaliseerd?

A

wangen, hoofd, buitenkant ellebogen en knieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Noem 3 redenen voor een fout negatieve huidstest uitslag

A
  1. Verkeerde vermoede verwekker (bijv bij ipv wesp)
  2. Huidtest te vroeg na reactie, refractionaire periode
  3. Patiënt slikt anti-histaminica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Immunotherapie met inhalatie allergenen is in de meeste gevallen succesvol.

Vanaf welke leeftijd mag deze therapie gestart worden?

A

5 Jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Beschrijf de rol van de ‘T-regulatory cell’ bij tolerantie inductie door immunotherapie.

A
  • Productie van IL-10 en TGF-B
  • Remmen van TH1, TH2 en TH17 2 pnt
  • Afname IgE synthese door B cellen
  • Remmend effect (antiinflammatoir) op basofielen, eosinofielen, mestcellen en dendritische cellen, remmend effect op andere ontstekingscellen 1 pn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

De arts en demograaf Thomas McKeown betoogde (al in de jaren ’70) dat niet de medische vooruitgang, maar economische factoren van
doorslaggevend belang zijn geweest bij de terugdringing van sterfte aan infectieziekten, zoals tuberculose, in westerse landen.

Wat is een belangrijke kanttekening, die onder andere door de Britse historica Vanessa Heggie is geplaatst, bij de redenering
van McKeown?

A

McKeown ging er vanuit dat ziekten en ziektebegrippen onveranderlijke gegevenheden zijn, maar bijvoorbeeld ‘tuberculose’ in 1850 was iets heel
anders dan tuberculose in 1950.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Noem drie systeemziekten waarbij artritis kan voorkomen

A
  1. Reumatoïde artritis
  2. SLE
  3. Sjögren
  4. MCTD
  5. Systemische sclerose
  6. Poly-/dermatomyositis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waardoor kan een Mantoux test bij patiënten met sarcoïdose negatief worden?

A

door vertraagde hypersensitiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke autoantistof is vooral geassocieerd met de diffuse variant van systemische sclerose?

A

anti-Scl-70

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Jeuk wordt in de huid gevoeld en naar het ruggemerg gemedieerd met behulp van vezels.
Welke vezels zijn dit?

A

ongemyeliniseerde C vezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat houdt een macula in?

A

Een hyper- of hypopugemntatie van de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is een risicofactor voor het ontwikkelen van een C. diff infectie?

A

Het gebruik van antibiotica, zoals augmentin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Waarom wordt bij een infectie met Plasmodium falciparum de parasitemie bepaald?

A

voor het instellen van de juiste therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Hoe hoog moet de ademhalingsfrequentie zijn om aan de R van CURB-65 te voldoen?

A

> = 30

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Welke bacterie is de meest voorkomende verwekker van een catheter-gerelateerde bloedbaaninfectie?

A

Staphylococcus epidermidis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Gegevens over de afname aan sterfte aan tuberculose sinds de 19e eeuw speelden een belangrijke rol in debatten over
volksgezondheidsbeleid in de 20e eeuw.

Op welke wijze vormde de afnemende mortaliteit door tuberculose in deze debatten een argument voor een bepaalde
aanpak van en/of stijl van verklaring voor infectieziekten en epidemieën?

A

De dalende sterfte aan tuberculose werd toegeschreven aan een samenspel van socaal-economische en omgevingsfactoren en vormde
daardoor in deze debatten een sterk argument voor de blijvende toepassing en relevantie van de denkstijl of het verklaringsmodel van
configuration (configuratie).

31
Q

Wat is de eerste behandeling die je voorstelt bij een patiënt met eerste digitale ulcus in kader van systemische sclerose?

A

prostacycline analoog

32
Q

Welke laboratorium diagnostische test is de test van eerste keuze voor het bepalen van de ziekte van Lyme?

A

serologisch onderzoek bloed

33
Q

Wat houdt grensvlakdermatitis in?

A

de aanwezigheid van inflammatie rond het “grensvlak”: de overgang tussen epidermis en dermis.

34
Q

Welke symptomen zijn het meest passend bij giardiasis?

A

persisterende brijige diarree en buikkrampen

35
Q

Je bent huisarts. Op je spreekuur zie je een 20-jarige vrouw die klaagt over het krijgen van dikke lippen direct na het blazen van een ballon.
Je denkt aan een latex allergie.

Welk type onderzoek zet je in?

A

intracutane test

36
Q

Bij welk antibioticum is nefrotoxiciteit de belangrijkste bijwerking?

A

Gentamicine

37
Q

Welke cellen zijn in de maag verantwoordelijk voor het produceren van intrinsic factor en welk ziektebeeld ontstaat als deze
cellen gedestrueerd worden en intrinsic factor niet meer wordt geproduceerd?

A

parietale cellen, pernicieuze anemie

38
Q

Bij welke systeemziekte is erythema nodosum een typisch symptoom? Wat is eyrthema nodosum eigenlijk en waar zie je het?

A

Bij sarcoïdose. Erythema nodosum is een vertraagde overgevoeligheidsreactie op verschillende antigenen Het kenmerkt zich door het acuut verschijnen van pijnlijke, rode, subcutane zwellingen aan de voorzijde van de onderbenen

39
Q

Welke test heeft voor de ziekte van Lyme de hoogste sensitiviteit?

A

Serologie (hogere sensitiviteit na >8 weken)

40
Q

Wat is de meest aangewezen test bij een type I allergie?

A

Een intracutane test

41
Q

Wat is volgens Rosenberg op basis van het terugkerende patroon tijdens de vele epidemieën uit de geschiedenis de
belangrijkste factor voor die publieke erkenning en vaststelling van het feit van een epidemie?

A

Verontruste burgers, al snel in paniek geraakt door de eerste tekenen van een mogelijke epidemie, zetten de autoriteiten onder druk om maatregelen te nemen

42
Q

Hoe kan de immuunreactie tegen de infectie leiden tot zenuwbeschadiging bij GBS?

A

Door een kruisreactie

43
Q

Tegen welke structuren op zenuwen is de immuunreactie bij GBS gericht?

A

Gangliosiden

44
Q

Welke infectie komt postoperatief het minst voor?

A

luchtweginfectie

45
Q

Op welk enzym van influenzavirus grijpt oseltamivir aan?

A

neuraminidase

46
Q

Welke biological wordt het meeste gebruikt bij de ziekte van Behcet?

A

adalimumab

47
Q

Welke behandeling stel je voor aan een patiënte met interstitiële longziekte in kader van systemische sclerose?

A

mycofenolzuur

48
Q

Welke veel voorkomende huidinfectie kan bij een patiënt met constitutioneel eczeem een levensbedreigend beloop
hebben?

A

Eczema herpeticum, veroorzaakt door herpes simplex

49
Q

Om welke reden is schistosomiasis in Nederland niet endemisch?

A

De geschikte tussengastheer voor humane schistosomiasis komt hier niet voor.

50
Q

Welk allergeen is verantwoordelijk voor de meeste gemelde anafylactische reacties op de eerste hulp bij volwassenen?

A

insecten

51
Q

Waarom leidt het toedienen van een suboptimale dosering flucloxacilline bij een S. aureus infectie niet tot ontwikkeling van
resistentie voor dit antibioticum?

A

flucloxacilline resistentie wordt gecodeerd door een gen dat aan- of afwezig is

52
Q

Beschrijf stapsgewijs de pathogenese van grote vaten vasculitis.

A
  1. Activatie van dendritische cellen
  2. Stimulering van lymfocyten (gearriveerd via vasa vasorum) in vaatwand
  3. Productie van proinflammatoire cytokines
  4. Vaatwandobliteratie en vaatwandverzwakking
53
Q

Wat is altijd een goede behandeling voor systemische lupus erythematosus (SLE)?

A

Hydroxychloroquine (Plaquenil)

54
Q

Rituximab werkt bij de behandeling van GPA door een effect op de productie van pathogene autoantistoffen.

Wat zou echter een veel logischer behandeling zijn om de concentratie van de pathogene autoantistoffen te verlagen?

A

Anti CD38

55
Q

Welk symptoom is het meest verdacht voor een uveïtis bij een patiënt met de ziekte van Behcet?

A

Niet corrigeerbaar visusverlies

56
Q

Wat is de aanbevolen behandeling voor late-stadium ziekte van Lyme met neurologische betrokkenheid?

A

Ceftriaxon intraveneus

57
Q

Waarom is het remmen met antivirale middelen van de HBV virale replicatie een behandeldoel?

A
  1. Minder virus replicatie, minder antigeen expressie, minder ontsteking en cel verval/fibrose of
  2. Minder replicatie, minder virale integratie, minder leverkanker
58
Q

Beschrijf de sensibilisatie fase van een Type I allergie

A

Eerste contact allergeen, allergeen presentatie (APC), B-cel stimulatie: specifieke IgE synthese tegen het allergeen: Sensibilisatie fase IgE op de wand van de MESTCEL.

59
Q

Noem 3 antigenen waarbij een type IV reactie kan optreden

A
  1. Omgevings antigenen (bijv. boompollen)
  2. Geneesmiddelen
  3. Lichaamseigen antigenen
60
Q

Wat is de beste beschrijving van het mechanisme achter het vertraagde type overgevoeligheid?

A
  1. Allergeen wordt opgenomen door antigeen presenterende cel (APC)
  2. APC presenteert antigeen aan antigeen-specifieke T cel
  3. T cel wordt geactiveerd en scheidt pro-inflammatoire cytokines uit.
61
Q

Noem vier specifieke, verschillende manieren waarop infectieziekten verspreid kunnen worden (de zogenaamde
“transmissie mogelijkheden”) met een praktisch voorbeeld van deze routes (geen ziekten maar routes)

A
  1. Vehicle born (bv voedsel, water, handdoeken, gereedschap),
  2. Vector born (bv insecten en dieren),
  3. Airborne (lange afstand) bv stof,
  4. Parenteraal (bv besmette injectienaalden)
62
Q

Wat is het beste moment om een tryptase aan te vragen bij de diagnostiek van een mogelijke allergische reactie?

A

direct na de reactie

63
Q

Allergische luchtwegaandoeningen kunnen ook in de beroepensfeer voorkomen.

Noem minimaal vier beroepen met daarbij het specifieke allergeen waarvoor men allergisch is.

A
  1. Bakkers: allergie voor granen en a-amylase
  2. Laboratorium medewerkers: werken met Proefdieren
  3. Kappers: aminen
  4. Farmaceutische industrie: Antibiotica, opiaten
  5. Metaal werkers: platina zouten, metalen, kobalt
64
Q

Welke grootte van bloedvaten zijn bij een cryoglobulinaemie geassocieerde vasculitis vooral aangedaan en met welke infectieziekte is een cryoglobulinaemie vasculitis vooral geassocieerd?

A

van de kleine bloedvaten, Hepatitis C

65
Q

Welke aanvullende autoimmuunbepaling is zinvol om nog te verrichten bij een GPA glomerulonefritis?

A

ANCA (of PR3)

66
Q

Noem vier symptomen en/of gegevens die aanleiding kunnen zijn een ontlastingsmonster te onderzoeken op parasieten

A
  1. (chronische) diarree
  2. Opgeblazen gevoel
  3. Gewichtsverlies
  4. Eosinofilie
  5. Gastro-intestinale klachten (buikpijn)
  6. Worm/proglottide in ontlasting gevonden
67
Q

Noem drie typische kenmerken van het exantheem dat je bij roodvonk ziet.

A

Aanvoelend als schuurpapier, narcosekapje vrij of periorale bleekheid, beginnend in huidplooien zoals liezen/oksels, uitbreiding naar gehele lichaam
fijnvlekkig/lichtverheven of maculopapuleus, aardbeientong, vervellingen van handen en voeten

68
Q

Wat zijn op dit moment de belangrijkste hepatitis C geneesmiddelen?

A

glecaprevir/pibrentasvir en sofosbuvir/velpatasvir

69
Q

Hoe werkt het tetanus toxine?

A

het belangrijkste werkingsmechanisme van tetanus toxine is het blokkeren van de afgifte van remmende neurotransmitters in het ruggenmerg

70
Q

Welke symptoom is het meest sensitief bij het stellen van de diagnose pneumonie?

A

tachypnoe

71
Q

Door wie worden zuigelingen die kinkhoest krijgen meestal geïnfecteerd?

A

een symptomatisch gezinslid

72
Q

Welk symptoom maakt een duidelijk onderscheid tussen malaria of dengue?

A

Huiduitslag

73
Q

Wat is het verschil tussen hypersensitiviteit en allergie?

A

Verschil met allergie: deze stimuli zullen geen inflammatie en geen sensibilisatie induceren.