Week 1 PD4 Cerebellaire Ataxie Flashcards

1
Q

Wat is ataxie?

A

Een stoornis in de uitvoering van doelgerichte bewegingen. Het gaat vaak gepaard met **dysmetrie **

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 vormen van dysmetrie

A
  • hypermetrie: mensen schieten het doel voorbij
  • hypometrie: vroegtijdige beëindiging van een beweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • wat is een intentietremor?
  • waar wordt het door veroorzaakt?
A
  • een steeds grovere bewegingsuitslag naarmate het doel dichter genaderd wordt, welke vaak nog niet uitdooft na het vastpakken van het voorwerp
  • oorzaak: een stoornis in de ipsilaterale cerebellaire hemisfeer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welke verschillende gebieden kan een ataxie (onregelmatige en ongecontroleerde beweging) tot uiting komen?

A
  • in de stem: cerebellaire dysartrie te horen met wisselend volume en hoogte van de stem (klinkt alsof persoon dronken is)
  • in de oculomotoriek: verschillende vormen van nystagmus
  • in de ledematen: intentietremor, hypo-/hypermetrie, gestoorde proeven (top-neus, knie-hak)
  • in de romp en de gang: rompataxie en gangataxie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er met de proprioceptie en vibratiezin bij een centrale en perifere/sensibele ataxie?

A
  • centrale ataxie (bijv cerebellair): normale proprioceptie en vibratiezin
  • perifere ataxie (sensibel): verminderde proprioceptie en vibratiezin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oorzaken van ataxie

A

Meestal door een verworven aandoening

Genetisch: autosomaal dominant (SCA), autosomaal recessief (SCA, Friedreich ataxie)
Niet-genetisch:
- neurodegeneratief: MSA, Creutzfeldt-Jakob ziekte (CJD)
- verworven: structurele laesies (infarct, bloeding, tumor), intoxicaties (alcohol, medicatie), metabole ziekten (Wilson, hypothyreoïdie, coeliakie), auto-immuunziekte (MS), systeemziekte (SLE), infectieus (TBC, Miller-Fisher syndroom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat de diagnostiek van ataxie?

A
  • anamnese (leeftijd van ontstaan, snelheid van ontstaan, VG, FA, medicatie, intoxicaties, tractusanamnese)
  • MRI-clues
  • neurologisch onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aan welke vormen van ataxie moet je denken bij de volgende beginleeftijden:
- voor het 20e levensjaar
- vanaf het 20e levensjaar
- na het 30e levensjaar
- na het 45e levensjaar

A
  • voor het 20e levensjaar: recessieve ataxie
  • vanaf het 20e levensjaar: autosomaal dominante cerebellaire ataxie (ADCA)
  • na het 30e levensjaar: multisysteematrofie (MSA)
  • na het 45e levensjaar: fragiele X-tremor ataxie syndroom (FXTAS)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aan welke oorzaken moet je denken bij het beloop van de ataxie?

A
  • acuut beloop: vasculaire aandoening, inflammatoire aandoening, intoxicatie
  • subacuut (ontstaan in 3-6 maanden): paraneoplastisch, metabool, intoxicatie, immuungemedieerd
  • chronisch: degeneratieve oorzaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verschillende vormen van intoxicaties

A
  • alcohol: meest voorkomende, alle kenmerken van ataxie, zoals breedbasisch looppatroon en dysartrie
  • medicatie: benzodiazepines, anti-epileptica, lithium
  • kwik, lood en chemicaliën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is SCA

A

Spinocerebellaire ataxie (SCA)
- een verzamelnaam voor een groep zeldzame ziektebeelden. Er zijn meer dan 50 oorzaken voor SCA bekend, deels sporadisch en deels erfelijk. De symptomen wisselen tussen de verschillende vormen van SCA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is ADCA?

A

Autosomaal dominante cerebellaire ataxie
- meest bekende vormen: SCA3 en SCA6
- in veel gevallen sprake van trinucleotide-expansie (CAG-repeat) met anticipatie
- de ziekte ontstaat rond de leeftijd van 30-40 jaar
- mogelijke symptomen: ataxie, extrapiramidale stoornissen, chorea, polyneuropathie en retinopathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Autosomaal recessieve ataxie

A

Zeldzame vorm van ataxie, met verschillende verschijningsvormen:
- spastische ataxie (defect in ARSACS)
- geïsoleerd cerebellair syndroom (defect in ARCA1/SCAR8 of SCAR6)
- oculomotorische afwijkingen/blikproblemen
- multisysteemziekten
- Freidreichse ataxie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Friedreichse ataxie

A
  • ontstaan: door expansie van trinucleotide repeat in het frataxinegen met anticipatie
  • kenmerken: voor het 25e jaar als spinocerebellaire ataxie en sensibele polyneuropathie, waarbij holvoeten en areflexie gevonden worden
  • een systeemziekte die ook gepaard gaat met diabetes, cardiomyopathie en scoliose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Glutenataxie

A
  • een neurologische complicatie van coeliakie
  • gekenmerkt door ataxie en polyneuropahtie
  • kan verminderen bij glutenvrij dieet
  • bij positieve gliadine-antistoffen dient met altijd een MDL-arts te consulteren en de onzekerheid te bespreken, deze antistoffen zijn namelijk niet heel specifiek en komen ook voor bij gezonde controles
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Subtypes van multisysteematrofie (MSA)

A
  • MSA-C: het cerebellaire subtype, 20% van de gevallen
  • MSA-P: parkinsonisme subtype dat begint met parkinsonisme , komt veel vaker voor dan MSA-C
17
Q

CT-scan bij MSA

A
  • cerebrale atrofie
  • hot-cross-bun-sign in de pons
18
Q

Diagnostische criteria voor MSA

A

Sporadische, progressieve aandoening die begint na het 30e levensjaar

19
Q

Definitieve diagnose bij MSA

A

Kan pas gesteld worden na overlijden (post-mortem)

20
Q

Wanneer heeft een patiënt waarschijnlijk MSA?

A

Er is sprake van 1 van de volgende afwijkingen:
- autonomie disfunctie
- parkinsonisme
- cerebellair syndroom

21
Q

Beloop van MSA

A
  • snel progressief, patiënten zijn snel rolstoelgebonden
  • toenemende extrapiramidale verschijnselen
22
Q
  1. wat is sporadische ataxie?
  2. noem een voorbeeld
  3. leidt deze vorm van sporadische ataxie tot rolstoelafhankelijkheid
  4. hoe diagnosticeer je sporadische ataxie?
A
  1. Ataxie zonder duidelijke oorzaak
  2. Idiopathische late onset cerebellaire ataxie (ILOCA)
  3. nee, maar wel tot rollator afhankelijkheid
  4. diagnose per exclusionem: andere oorzaken dienen uitgesloten te worden
23
Q
  1. wat is FXTAS?
  2. klinische kenmerken
  3. Specifieke radiologische kenmerken
  4. Bij wie komt het voor?
A
  1. Een premutatie van het FMR1-gen
  2. Positie- en intentietremor en gangataxie
  3. Symmetrische witte stof afwijkingen in de middelste cerebellaire pedunkels
  4. Alleen bij mannen, vrouwen kunnen wel drager zijn (met mogelijk POI). Latere generaties kunnen door anticipatie veel ergere klachten krijgen