vraagstukken praktijk Flashcards
uit welke vier fasen bestaat de menstruele cyclus
menstruele fase
proliferatieve/folliculaire fase
luteale fase
ischemie
waar zorgt de negatieve feedback van oestradiol op FSH voor
dat er maar 1 follikel rijkt
waar zorgt de LH piek voor
dat de eisprong (ovulatie) plaats vind
waar zorgt progesteron voor
dat het endometrium verandert in deciduaal endometrium
rond welke dag van de ovulatie is de LH piek meestal
14e dag
waar bestaat de combinatiepil uit
oestrogeen en progesteron
wat zijn bijwerkingen van de anticonceptiepil
verhoogd thromobose risico, verhoogd HVZ risico en verhoogd mammacarcinoom risico
amenorroe
het niet optreden van periodiek menstrueel bloedverlies voor langer dan 6 maanden
primaire amenorroe
als vrouw van 16 nog geen menstruatie heeft gehad
oligomenorroe
periodiek vaginaal bloedverlies met een interval tussen vaginale bloedingen van <6 maanden maar meer dan 35 dagen
in welke fase is de LH concentratie het hoogst
ovulatoire fase
in welke fase is het progesteron het hoogst
luteale fase
in welke fase is de FSH het hoogst
folliculaire fase
rotterdam criteria
criteria voor PCOS vaststellen: oligurie, hyperandrogenisme of polyceysteuse ovaria
hyperandrogenisme tekenen
hirsutisme, acne of alopecia
ferrimen en gallway score
bepalen ernst hirsutisme
hoe ontstaat PCOS
te weinig progesteron waardoor GnRH niet pulsitiel wordt afgegeven. hierdoor in folliculaire fase teveel LH tov FSH waardoor er te weinig oestradiol is voor een LH piek
hoe houden PCOS en metabool syndroom verband met elkaar
Het extra testosteron wordt perifeer omgezet tot oestradiol in vetweefsel. Dit extra-ovulatoire oestradiol heeft invloed op de hypothalamus en hypofyse, en verstoort hiermee de regulaire cyclus.
Oestradiol stimuleert de productie van LH en remt de productie van FSH.
Insulineresistentie leidt tot een verlaagd SHBG, wat ertoe leidt dat meer testosteron wordt omgezet tot oestradiol.
Insuline stimuleert de androgeen synthese in Theca cellen (het werkt syndergetisch met LH).
syndroom van ashermann
secundaire ammenorroe door verklevingen
testiculaire feminisatie
organen zijn ongevoellig voor androgenen
androgenitaal syndroom
X chromosomaal recessieve aandoening waarbij XY een uiterlijke vrouw wordt. Cortisol is laag en ACTH is hoog
syndroom van kallman
GnRH deficientie gepaard met verminderd reukvermogen waardoor mensen niet in pubertijd komen
syndroom van myer rokitansky kuster
aplasie van de vagina en uterus, FSH en LH waardes wel normaal
WHO 1
hypo alles
hypothalamus –> stress, anorexia of tumor
hypofyse –> adenoom, iatrogeen, sheehan